Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buigen, luisteren en gehoorzamen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buigen, luisteren en gehoorzamen

de hele Schrift is Gods spreken tot ons

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gezag van de Bijbel staat ook binnen de gereformeerde gezindte onder druk. Zo is er een toenemend verschil van inzicht over de vraag hoe bepaalde gedeelten moeten worden verstaan. Drs. B. van Ojen: ” Ik pleit voor aanvaarding van de gehéle Schrift als Gods spreken tot ons.”

De dagen van drs. B. van Ojen (69) bij de Cursus Godsdienstonderwijs (CGO) zijn geteld. Zijn leeftijd laat een nieuwe verlenging van zijn contract niet toe. Tal van jaren doceerde Van Ojen aan de hbo-opleiding van de CGO de vakken Oude Testament, taal en Bijbel, hermeneutiek, dogmatiek en filosofie. Op al die terreinen nam hij kennis van nieuwe literatuur. Recent raakte hij betrokken bij de voorbereiding van het tweedelige werk ”Het onfeilbare Woord”, waarvan onlangs het eerste deel op de markt kwam. Het valt onder de reeks Semper Reformanda, een serie theologische studies vanuit de Gereformeerde Gemeenten.

Naast zijn taak als theologisch adviseur van de redactie leverde Van Ojen drie hoofdstukken: twee over de canonvorming van het Oude en het Nieuwe Testament en een hoofdstuk over de relatie tussen hermeneutiek en exegetische methodiek.

WAT VOEGT DIT WERK TOE AAN BESTAANDE STUDIES OVER HET SCHRIFTGEZAG?

„Het is een heel brede publicatie waarin aandacht wordt besteed aan het bestaan, ontstaan, verstaan, anders verstaan en verstaan met het hart van de Schrift. Deze vijf hoofdthema’s worden uitgewerkt in veertien hoofdstukken, waarbij de auteurs ook ingaan op dat wat om ons heen wordt gepubliceerd. Zo beschrijft een van de opstellen de ontwikkeling in een aantal Schriftrapporten binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerken.”

WAT IS VOLGENS U ESSENTIEEL VOOR DE PROTESTANTSE VISIE OP DE SCHRIFT?

„Bij Luther hangt het gezag van de Schrift nauw samen met de heilsleer. Een tweede kernelement in de protestantse Schriftvisie is de algemene toegankelijkheid van de Schrift. Het is het boek van iedere gelovige.”

WAT IS TYPISCH GEREFORMEERD IN HET DENKEN OVER DE BIJBEL?

„De aandacht voor het werk van de Heilige Geest in zowel het ontstaan als het verstaan van de Schrift. Een tweede onderscheid ten opzichte van de lutherse visie is de aandacht voor de breedte van de Schrift. Luther las heel de Bijbel vanuit de tweeslag Wet en Evangelie. Calvijn zag het Oude Testament ook als richtingwijzer voor het aardse leven.”

HOE BEOORDEELT U DE VISIE VAN LUTHER?

„Onbedoeld heeft hij met zijn sterke nadruk op het heilskarakter van de Schrift de weg gebaand voor de opvatting dat je de Bijbel enkel moet lezen met het oog op je eigen existentiële beleving. De beide testamenten worden spiegelbeeld van de persoonlijke heilspositie en losgemaakt van hun historische context. Dat zie je bijvoorbeeld bij de nieuwtestamenticus Bultmann.”

WAT VERSTAAT U ONDER DE ”CLARITAS” OF HELDERHEID VAN DE SCHRIFT?

„In de eerste plaats dat de hoofdboodschap, dat wat tot Gods eer en onze redding strekt, duidelijk is. Omdat de Schrift zichzelf uitlegt, moet je de duistere gedeelten verklaren aan de hand van de heldere gedeelten en niet omgekeerd, zoals wijlen prof. Kuitert deed in zijn cahier voor de gemeente. De gere- formeerde traditie heeft daarnaast sterk beklemtoond dat de Heilige Geest licht over de Schrift geeft.”

WAT ZIJN DE CONSEQUENTIES VAN DE GEREFORMEERDE SCHRIFTVISIE VOOR UITLEG EN TOEPASSING VAN DE BIJBEL?

„Wanneer je de Schrift ziet als openbaring van God, moet dat gevolgen hebben voor je hermeneutische visie en je exegetische praktijk. De betekenis van de hermeneutiek ligt voor mij in het verhelderen van Gods spreken tot ons.

Tegenwoordig wordt er een veel bredere invulling aan gegeven, en spreekt men over bezinning op menselijke verstaansprocessen. Je ziet dat ook in het boek ”Gereformeerde hermeneutiek vandaag” van Burger en De Bruijne. De mens en zijn verstaan van de Schrift komen dan centraal te staan, terwijl alle aandacht gericht moet zijn op Gods spreken tot ons. Van de gelovige wordt buigen, luisteren en gehoorzamen verwacht.

Beschouw je hermeneutiek als bezinning op menselijke verstaansprocessen, dan wordt niet de uitleg bepalend voor de toepassing, maar dreigt het omgekeerde. De moderne cultuur gaat een rol spelen bij het uitleggen van de Schrift. Daar ligt mijn vrees bij veel van wat gereformeerd-vrijgemaakten en sommige christelijke gereformeerden momenteel op touw zetten. Er staat in de Bijbel iets over homoseksualiteit, er staat iets over de positie van de vrouw, maar in de theologische bezinning daarop komt het omgekeerde uit de bus. Dat is op z’n minst vreemd. Fundamentele noties zoals de scheppingsordening worden sterk gerelativeerd.”

HOE BEOORDEELT U HET ONDERSCHEID TUSSEN HET FORMELE GEZAG VAN DE BIJBEL VANWEGE ZIJN OORSPRONG EN HET MATERIËLE GEZAG VANWEGE DE HEILSINHOUD?

„Ik ben niet zo gelukkig met dat onderscheid. Naarmate er meer aandacht kwam voor de menselijke kant van de Bijbel, rezen er vragen rond de historiciteit van de Schrift. Van daaruit ontstond het verlangen om binnen de Bijbel onderscheid te maken tussen wat feilbaar menselijk is en wat op Gods heil betrekking heeft en materieel gezag heeft. Ik pleit voor aanvaarding van de gehéle Schrift als Gods spreken tot ons. Dus ook als het gaat over de schepping, de val van de muren van Jericho, Jona in de vis en al die bekende items waarmee het historisch-kritisch onderzoek zich bezighoudt. Nergens in de Schrift vind je aanwijzingen dat de profeten, de apostelen en de Heere Jezus Zelf bepaalde gedeelten als historisch minder betrouwbaar beoordeelden.”

HOE BEZIET U DE DISCUSSIE IN DE BREDE GEREFORMEERDE GEZINDTE OVER HET JUISTE VERSTAAN VAN DE BIJBEL?

„Er zit onmiskenbaar een herhalend aspect in, maar je moet voorzichtig zijn met de gedachte dat we kopiëren wat eerder elders heeft plaatsgevonden. Zoals we ook niet te snel met hellendvlaktheorieën moeten komen. Er zijn heel wat gematigd moderne theologen die zich stevig verankerd hebben op dat hellende vlak. Neem iemand als Berkhof, een evolutietheoloog. Dat blijkt zelfs uit de structuur van zijn dogmatiek. Hij ziet het christelijk geloof als een relatieve laatkomer in een evolutionair religieus proces. Maar dezelfde man heeft in een debat aan de Leidse theologische faculteit de opstanding van Christus nadrukkelijk verdedigd. Als je het ene zegt, hoef je dus nog niet per definitie het andere te zeggen.”

WAT MAAKT DE ACTUELE DISCUSSIE ANDERS DAN DIE IN DE GEREFORMEERDE KERKEN DESTIJDS?

„De gereformeerde Schriftvisie werd destijds vooral belaagd vanuit het historisch-kritisch Bijbelonderzoek. Nu gebeurt dat veel meer vanuit literair onderzoek, waarmee ik niet wil beweren dat alles wat op dit terrein ontdekt is, waardeloos zou zijn. Het is goed mogelijk om nieuwe literaire en Bijbels-theologische inzichten een plaats te geven binnen het gereformeerde denken over de organische inspiratie.”

OP WELKE WIJZE?

„Terecht stellen theologen dat we de Bijbel niet volledig kunnen verstaan vanuit het eenvoudige schema dat het Oude Testament voorzegt en het Nieuwe Testament vervult. De historische boeken hebben een eigen boodschap. Dat geldt ook voor de wijsheidsliteratuur. Daar zit de breedte van het totale mensenleven in. Dat zijn waardevolle accenten in de 20e-eeuwse Nederlandse bezinning op het Oude Testament, zoals aangedragen door iemand als Miskotte. Veel in zijn theologie doet ons van hem verschillen, maar dít is een punt van lering.

Ook in het boek ”Christus, de zin der geschiedenis” van Berkhof staan prachtige dingen. Laten we ons hoeden voor versimpelde tegenstellingen, alsof alleen de oude gereformeerde theologen ons iets te zeggen hebben. Van prof. Graafland heb ik meegekregen dat we eerst van mensen moeten leren voordat we hen gaan kritiseren.”

WANNEER WORDT DE GRENS VAN HET GEREFORMEERDE OVERSCHREDEN?

„Ik noemde net de theorie van de organische inspiratie. Het blijft een theorie, maar die doet enerzijds recht aan het gezag van de Bijbel als goddelijke openbaring, anderzijds aan het feit dat die openbaring door mensen is opgeschreven. Mensen die in dienst stonden van God en werden geïnspireerd door Zijn Geest. Ze spraken en schreven dat wat hun Zender hun opdroeg en ingaf, niet als mensen met hun eigenheid tegenover het goddelijke spreken.

Zodra je de menselijke factor verzelfstandigt, gaat het mis. Dat zie je in het werk van G.C. Berkouwer. Die begon klassiek gereformeerd, maar ging steeds meer aandacht vragen voor de eigen stem van de Bijbelschrijvers. Zijn leerling Kuitert trok de lijn zeer radicaal door en kwam tot de conclusie: „Alle woorden over boven komen van beneden, zelfs als er bij staat dat ze van boven komen.” De Bijbel is dan niet meer dan een ervaringsboek waarin de getuigen iets zeggen over wie God voor hen is. Een boek van mensen die spreken over God in plaats van het boek van God waarin Hij ons gezaghebbend aanspreekt.”

HOE KIJKT U AAN TEGEN DE ”CHRISTELIJKE DOGMATIEK” VAN DE HOOGLERAREN VAN DEN BRINK EN VAN DER KOOI?

„Dat boek is heel sterk van opzet en bevat talloze waardevolle detailinzichten. Zelfs als de auteurs de evolutie omarmen, zeggen ze nog een aantal buitengewoon zinvolle dingen over de scheppingsleer.

Ze houden ook voeling met de gereformeerde traditie, maar je kunt het geen gereformeerde dogma- tiek meer noemen. Tast je wat dieper naar het karakter van deze dogmatiek, dan komt bij mij de term bemiddelingstheologie boven. De Schrift is niet zozeer fundament van maar middel voor het heil. De leer over de eigenschapen en de inspiratie van de Schrift hebben niet de aandacht die er in gereformeerde dogmatische werken tot en met die van Van Genderen en Velema was.

Openbaring is bij Van den Brink en Van der Kooi een ontmoetingsgebeuren. Dogmatiek omschrijven ze als bezinning op het geloof. Daarmee zit je op de lijn dat we moeten aansluiten bij de openbaringsgetúígen, niet zozeer bij de Schrift als openbaring van God Zelf. Een bekend hervormd theoloog noemde deze dogmatiek in een gesprek dat ik met hem had een ethisch boek, in de zin van passend in de ethische theologie. Dat vond ik een juiste situering. De brede erkenning van deze dogmatiek vond ik opvallend. De auteurs gaan een koers die mij bedenkingen geeft.”

HEBT U DIE OOK BIJ ”LEZEN EN LATEN LEZEN” VAN PROF. HUIJGEN?

„De overtuiging dat we niet alleen de Schrift lezen maar ons ook moeten laten lezen, vind ik zeer wezenlijk voor de protestantsgereformeerde traditie. Het boek is ook kundig geschreven, in een buitengewoon korte tijd.

Mijn bezwaar is dat Huijgen zijn hoofdboodschap verbindt met een waarheidsbegrip dat hij te ver weg zet van de geschapen structuren en het handelen daarbinnen. Dat blijkt in zijn relativering van het exegetische ambacht en van de historiciteit van de Bijbelse gebeurtenissen.”

DE NIEUWE INZICHTEN OVER HET VERSTAAN VAN DE SCHRIFT LIJKEN OP HET GRONDVLAK NIET AAN KERKMUREN GEBONDEN?

„Dat valt ook mij op. Mensen zijn vandaag ontvankelijk voor alles wat in hun situatie aanspreekt. Kerkelijke leidslieden kunnen wel wat roepen, maar het kerkvolk gaat aan de slag met dat wat naar zijn mening dienstbaar is in zijn omstandigheden. Dat hoort bij deze tijd. Je maakt zelf je keuzes. Daar zitten goede kanten aan, maar je kunt in zo’n traject ook het nodige verliezen.”

HOE BEOORDEELT U DE OPVATTING DAT DE PREDIKING GERICHT MOET ZIJN OP DE KERNVRAGEN, NIET OP DE VRAGEN VAN DE EIGEN TIJD?

„Voor mij sluit het eerste het tweede niet uit, mits de laatste ernst van de kernvragen niet wordt weggedrukt door de nadruk op actuele thema’s. Het hele veld aan menselijke vragen hoort binnen het blikveld van de prediker te liggen. Belangrijk is wel dat het goddelijke spreken centraal blijft staan en niet de menselijke relevantievraag maatgevend wordt. De kracht van mannen als prof. Douma en prof. Velema was dat ze vanuit de klassiek gereformeerde traditie de confrontatie met moderne theologen van hun dagen aangingen en zo toerusting boden aan hun achterban. De huidige generatie hoogleraren lijkt dermate on speaking terms te willen komen met moderne theologen dat ze de nieuwe erfenis te veel opnemen in hun denken.”

WAT IS VOOR U HET MIDDEL TEGEN AANTASTING VAN HET SCHRIFTGEZAG?

„Een gedegen Bijbelse, persoonlijke, appellerende prediking. Breed, diep en actueel, waarbij het waardevolle uit recent theologische onderzoek wordt meegenomen. Met een sterke concentratie op de Bijbel zelf. God heeft Zijn beloften aangaande Zijn Koninkrijk en de redding van mensen verbonden aan Zijn woorden, niet aan onze theologie.”

HOE ZIET U DE TOEKOMST VOOR DE GEREFORMEERDE GEZINDTE?

„Ik zie een aantal positieve tendensen. Er is meer nabijheid tot de Schrift gekomen, mede omdat er onder de mensen veel meer informatie aanwezig is voor een juist verstaan van de Bijbel. Er is ook meer openheid gekomen in het spreken over de persoonlijke verhouding tot God.

Daar staat tegenover dat de eenvoudige, doorleefde godsvreze lijkt af te nemen. Belangrijk is dat we de betekenis van de bevindelijke gereformeerde vroomheid blijven kennen. Die vormt een belangrijke rem op het toegeven aan uitholling van het gezag van de Schrift.

Wat niet betekent dat er voor ons geen gevaren dreigen. De moderne visie op de Schrift wordt gedragen door het hedendaagse klimaat van autonomie en individualisme. In dat klimaat ademen ook wij.”

„De gereformeerde vroomheid vormt een rem op het toegeven aan uitholling van het gezag van de Schrift”

„ALLE AANDACHT MOET GERICHT ZIJN OP GODS SPREKEN TOT ONS”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 april 2020

Terdege | 106 Pagina's

Buigen, luisteren en gehoorzamen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 april 2020

Terdege | 106 Pagina's