Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verderfengel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verderfengel

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meerdere predikanten preekten op de laatst gehouden biddag over de door David gehouden volkstelling en de daaropvolgende straf. Ik deed dat ook. Met, waar mogelijk, een toespitsing op het coronavirus. Ik moet er nog vaak aan terugdenken. Daarom deze column. Twee zaken wil ik benoemen. Het eerste is de oorzaak van de pestepidemie. Het volk van Israël ervaart de krachtige hand van God. In één dag vallen van „Dan tot Berséba toe, zeventigduizend mannen.” Dat is zonder de vrouwen en de kinderen.

Als wij dan naar de oorzaak hiervan kijken, ligt het niet zo duidelijk als wij vaak denken. De Kroniekenschrijver houdt ons voor: „Toen stond de satan op tegen Israël, en hij porde David aan dat hij Israël telde” (1 Kron. 21:1). Maar wie de beschrijving in het tweede boek van Samuel ernaast legt, leest iets anders: „En de toorn des HEEREN voer voort te ontsteken tegen Israël; en Hij porde David aan tegen henlieden, zeggende: Ga, tel Israël en Juda” (2 Sam. 24:1).

Wie handelt er hier: God of satan? Aangezien God nooit tot zonden verzoekt (Jak. 1:13), moeten wij hieruit al eiden dat de diepere oorzaak was gelegen in de zonden van het volk, dat tot twee keer toe ongehoorzaam was geweest aan de gezalfde Gods, koning David. De Heere geeft satan de ruimte om Davids hart te verleiden om zó een reden te hebben om het volk alsnog te straffen. Voor David bleef dit handelen van God verborgen, nu hij op een gegeven moment zelfs uitroept: „maar, wat hebben deze schapen gedaan?” (2 Sam. 24:17). Wij moeten voorzichtig zijn met het doen van uitspraken zoals: „Het coronavirus is vanwege…” Zoek het maar dicht bij uzelf: wat heeft het u te zeggen?

Het tweede dat ik wil benoemen is dat David –samen met de oudsten van het volk alsmede Ornan, de Jebusiet, met zijn vier zonen– ziet dat het de verderfengel is die het volk slaat. De Heere opende hun ogen, want normaal zijn engelen voor ons onzichtbaar. Wat doet dat met u? Geeft dat vrees of juist troost? Ik citeer een stukje uit een preek van dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875). Hij benadrukt dat het voor hem zo’n vertroostende gedachte is te mogen weten dat de Heere Zijn engelen zendt. Lees maar mee: „Ik dank er de Heere voor, dat Hij het mij reeds in mijn kindsheid bijbracht en ook leerde geloven: het is de Heere Die elke plaag zendt en ze zendt door de hand van Zijn engelen. Ja, ik herhaal het, dát is een heerlijke vertroosting. Was het de duivel die macht had over deze plaag, dan was het vreselijk, maar nu het een engel des Heeren is, nu dan is het ook een engel des Heeren. Laat mijn Vader mij maar slaan, ten laatste zullen Zijn slagen mij nog een ereteken zijn. Als ik gezondigd, als ik gerebelleerd heb, word ik toch liever door de voet mijns Konings vertreden, dan door de voet van een vreemde!”

Dordrecht.

Ds. W.A. Zondag

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 april 2020

Terdege | 98 Pagina's

De verderfengel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 april 2020

Terdege | 98 Pagina's