Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

92. John Paton

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

92. John Paton

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

tekst: GISETTE VAN DALEN-HEEMSKERK beeld: JACK STALLER

Bezorgd kijken de kinderen elkaar aan. Er is een ziekte in de aardappelen gekomen, de oogst op het land is mislukt en het geld is op. Hoe moet dat nu? Hun moeder ziet het. „Wees maar niet bezorgd, kinderen”, zegt ze. „Ik heb alles tegen de Heere verteld. Hij zal ons morgen eten in overvloed geven.” De volgende dag stopt er een paard-en-wagen voor het kleine huisje. Verwonderd kijken de kinderen toe. Hun grootvader heeft hun –hoewel hij niet wist van de omstandigheden– eten gestuurd. „Komen jullie eens bij me”, zegt hun moeder. Ze trekt haar kinderen tegen zich aan.

„Mijn kinderen, heb je hemelse Vader lief, vertrouw Hem in het gelovig gebed al je noden toe en Hij zal jullie behoeften zo vervullen als tot jullie nut en Zijn verheerlijking strekken kan.” Nooit is John deze woorden vergeten.

Op 24 mei 1824 wordt John Paton in een arbeidershuisje in het zuiden van Schotland geboren. Zijn ouders leren hem, en hun vijf andere zonen en zes dochters, veel uit de Bijbel. Vaak treft John zijn vader biddend aan. Al jong weet John zeker dat hij later predikant of zendeling wil worden.

John studeert aan de universiteit van Glasgow. Tegelijkertijd werkt hij als evangelist. Op zondagmorgen geeft hij Bijbelles aan jongeren. John schrijft later: „Die lessen geven was een van de mooiste dingen die ik in mijn leven heb gedaan.” Tien jaar lang werkt en studeert John. Dan hoort hij dat zijn kerk iemand zoekt die zendeling wil worden op de Nieuwe Hebriden, een eilandengroep in de buurt van Nieuw-Zeeland. John voelt dat God hem daarheen roept.

Heel veel mensen ontraden John om te gaan. „Je gemeente zal verstrooid worden”, waarschuwt een van zijn hoogleraren hem. Maar John antwoordt: „Jezus zal spoedig een betere voorganger voor hen vinden.” „John, op die eilanden wonen kannibalen. Ze eten mensen”, zegt iemand tegen hem vlak voordat hij vertrekt. „Als ik maar leven en sterven kan in de dienst van de Heere Jezus maakt het voor mij geen verschil of ik door de kannibalen word opgegeten of dat mijn lichaam in het graf terechtkomt.”

Op 23 maart 1858 wordt John samen met een medezendeling vanuit een kerk in Glasgow uitgezonden. De tekst van de preek is: „Kom over en help ons.” Een kleine maand later vaart het zeilschip De Clutha de haven van Greenock uit. De lange reis van John en zijn vrouw, ze zijn kort voor vertrek getrouwd, naar Melbourne is begonnen.

Vier maanden later arriveren de zendelingen met hun vrouwen op de eilandengroep. Johns vrouw blijft bij de vrouw van dr. Inglis, die al langer zendeling op de Nieuwe Hebriden is. John en Inglis zelf reizen verder naar Tanna.

Daar bouwen ze een nieuw zendingshuis voor John en zijn vrouw. Tijdens de bouw breekt er op een dag een gevecht uit tussen twee stammen. Schoten knallen. En mannen, beschilderd met verf, stormen door de struiken. „De muren van Jeruzalem werden in oproerige tijden gebouwd, waarom ook niet het zendingshuis op Tanna?” merkt dr. Inglis op. „Maar laten we voor vandaag ons werk laten rusten en voor deze arme heidenen bidden.” Later horen de zendelingen dat er vijf of zes mannen gesneuveld en opgegeten zijn. De dag erna sterft een van de gewond geraakte mannen. Zijn vrouw wordt gewurgd, zodat hij niet alleen naar de andere wereld hoeft te reizen. Het hart van John Paton krimpt ineen als hij over dit heidense bijgeloof hoort. Wat wil hij de mensen graag vertellen over de vergeving van hun zonden door Jezus Christus.

Diep verdriet blijft John niet bespaard. Zijn vrouw woont nog maar kort op Tanna als er iets heel ergs gebeurt. Vlak na de bevalling van hun zoon overlijdt ze. Twee weken later sterft ook de baby. John weet zich geen raad van verdriet. Toch schrijft hij later: „De altijd barmhartige Heere ondersteunde mij.”

Hoewel de zendeling met veel moeilijkheden te maken krijgt, mag hij ook veel vrucht op zijn werk zien. Aan het einde van zijn leven is op de vele eilanden van de Nieuwe Hebriden het christendom geworteld. Op 82-jarige leeftijd overlijdt Paton in Melbourne. Zijn zoon Frank, een van de kinderen die hij samen met zijn tweede vrouw kreeg, neemt het zendelingswerk op Tanna over.

1824

John Paton geboren

1858

John Paton gaat naar Nieuwe Hebriden

1859

Mary Ann en zoon Peter Robert overlijden

1863

John Paton keert terug naar Schotland

1863

Huwelijk met Magaret Whitecross

1864

John Paton opnieuw naar eilandengroep

1907

John Paton overlijdt

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 mei 2020

Terdege | 98 Pagina's

92. John Paton

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 mei 2020

Terdege | 98 Pagina's