25x rode haren
en 3 interviews met roodharigen
"Ik heb als enige van de zussen rood haar"
Wie: Michelle van Elst (18) uit Barendrecht met haar zussen Annette (23), Judith (20) en Marline (16)
MICHELLE: „Het hebben van rood haar zit in mijn familie. Een aantal van mijn ooms, tantes, neven en nichten hebben ook rood haar. Maar in ons gezin ben ik de enige. Als kind vond ik dat altijd een beetje lastig. Ik voelde me een soort van een buitenbeentje, hoewel het bij ons thuis ook weer geen item was.
Wat misschien ook nog verschil maakt, is dat ik rode krullen heb. Die vallen extra in het oog.
Ik heb dan ook regelmatig opmerkingen gekregen over mijn haren. Meestal positief hoor. Vooral oudere mensen leken het mooi te vinden. Die zeiden dan: „Wat een prachtig haar heb jij, wees er maar blij mee.” Een enkele keer werd ik op straat uitgescholden voor rooie of vuurtoren. Maar dat is niet heel vaak gebeurd. Ik denk dat ik het als tiener nog het lastigst vond om rood haar te hebben. In die tijd heb ik weleens gewenst dat ik een andere kleur had. Dan wil je helemaal niet opvallen als je bijvoorbeeld nieuw een klas binnenkomt. Het maakte me onzeker dat ik anders was dan de rest.
Inmiddels niet meer. Ik ben er aan gewend, het is niet anders. En ik vind het denk ik ook leuker dan vroeger om wat opvallendere haren te hebben en daar reacties op te krijgen. Of ik er ook trots op ben? Dat zou ik natuurlijk wel moeten zijn.
Ik voel me in elk geval geen buitenbeentje meer. En al helemaal niet als we een familiebijeenkomst hebben.” Lachend: „Dan zijn mijn zussen degenen die er qua haarkleur niet helemaal bij horen.”
„We worden altijd nagekeken als gezin”
„Mijn moeder zei elke dag dat ze mijn haar zo mooi vond”
Wie: Johan (40) en Anne-Rieke (35) Burgler, Loïs (7), Lydia (5) en Levi (3) uit Kampen
ANNE-RIEKE: „Of ik Johan op zijn rode haren heb uitgezocht? Dat wordt me wel vaker gevraagd. Maar nee.
Bij Johan zit rood haar heel sterk in de familie. Veel van zijn ooms en tantes hebben rood haar, evenals zijn opa en oma. Bij mij is dat minder. Mijn oma had rood haar, en een aantal ooms hebben rode baardharen. Maar ik ben samen met mijn neef de enige van de derde generatie met rood haar.
Vroeger was het anders om rood haar te hebben dan nu. Mijn oma schrok toen ze zag dat ik een roodharige baby was en moest er even van huilen. Maar mijn moeder zei elke dag tegen me als ze mij kamde: „Wat heb je toch mooi haar, wat is het toch een prachtige kleur.” Ik denk dat ze dat bewust deed, zodat ik positief over mijn haarkleur zou blijven denken. De kans dat Johan en ik roodharige kinderen zouden krijgen, was natuurlijk groot. Ik weet nog dat we daar bij de bevalling van de eerste ook heel benieuwd naar waren. „Heeft ze rood haar?”, vroeg ik dan ook gelijk toen het hoofdje zichtbaar was. Een rare vraag natuurlijk, zo tussen de weeën door.
Ik vind het leuk dat we als gezin allevijf rood haar hebben. We worden veel nagekeken en aangesproken als we door de stad lopen. En het is ongeloolijk hoe vaak wat oudere vrouwen willen voelen aan het haar van onze kinderen.
Soms irriteert al die aandacht ons. Tegelijkertijd snappen we het wel. Het is een heel menselijke reactie. Gisteren kwamen Johan en ik in de stad een ander gezin met rood haar tegen. We betrapten ons erop dat we hen zelf ook nakeken.”
„Het is pas bijzonder als het niet rood is”
„Mijn schoonfamilie viel op met tien roodharige kinderen”
Wie: ouders, kinderen en kleinkinderen Nab
SCHOONDOCHTER FRANCIS NAB:
„Mijn schoonouders waren, voordat ze grijs werden, allebei roodharig. Ze kregen tien kinderen, ook allemaal rood. Die trouwden weer met allemaal niet-roodharigen. Nu zijn zo’n vijftien van de kleinkinderen rood. Echt goed opvallend rood. Een aantal van hen heeft een rode gloed in het haar, maar die tel ik niet mee. Van onze eigen zeven kinderen zijn er vier roodharig.
Het is hier altijd afwachten als je zwanger bent of er een rooitje uitkomt of niet. Is een kindje geboren, dan melden we natuurlijk eerst de belangrijkste details. Maar daarna volgt vanzelfsprekend ook een keer de mededeling of het rood is of niet.
Natuurlijk viel mijn schoonfamilie vroeger behoorlijk op met tien roodharige kinderen. Ik weet nog dat ik er voor het eerst kwam. Zoveel roodharigen bij elkaar, dat had ik nog nooit gezien.
Hoe ze het zelf vonden om zo’n groot roodharig gezin te hebben, weet ik niet. De oudsten zijn er wel eens mee geplaagd, is me verteld. Dat werd vroeger ook meer gedaan. Nu niet meer, nu verven mensen hun haar ook gerust rood omdat ze het een mooie kleur vinden. Ik denk wel dat mijn schoonmoeder er trots op is als er weer een roodharige wordt geboren. Het is toch een stukje van henzelf dat van generatie op generatie doorgegeven wordt. Het rode haar is echt een familiekenmerk geworden. Weer een Nabje erbij.
In onze familie krijgt dan ook niemand een shock als er een roodharig kindje wordt geboren. Het is eerder bijzonder als het geen roodharige is.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 augustus 2020
Terdege | 106 Pagina's