Bijbelstudie Psalm 90

Een psalm die met Oudjaar veel gezongen en gelezen wordt, is Psalm 90. Mozes heeft deze Psalm gemaakt. Lees deze psalm eerst door.

Mozes heeft de psalm waarschijnlijk gemaakt als het volk in de woestijn in opstand komt. In Numeri 14 vind je op welk moment dit is geweest.
1. Zeg eens in je eigen woorden hoe de situatie op dat moment met het volk van Israël is. Mozes stelt in deze psalm de eeuwigheid van God tegenover de vergankelijkheid van de mens.

2. Wat zegt Mozes in Psalm 90 : 1-4 over God?
In psalm 90 : 1 schrijft Mozes dat de Heere een Toevlucht is geweest. Je zou ook kunnen zeggen dat God een Schuilplaats is geweest. Stel je voor dat je tijdens de Tweede Wereldoorlog leefde. De plaats waar je woonde zou gebombardeerd worden. Dan zou je moeten schuilen in een bunker. Dat betonnen gebouw is dan je schuilplaats. Een mooi Bijbels voorbeeld van een schuilplaats vind je in 1 Samuël 22 : 1 en 2. David is dan gevlucht naar de spelonk van Adullam. Hij heeft daar een schuilplaats gevonden. Dan komen er veel andere mannen die ook een schuilplaats nodig hebben en blijven bij hem. Als je een schuilplaats, een toevlucht hebt, ben je veilig. De beste Toevlucht is God zelf. In Psalm 118: 8 staat ‘Het is beter tot de HEERE toevlucht te nemen dan op de mens te vertrouwen.’

3. a. Hoe is God voor het volk van Israel een Toevlucht geweest in de achterliggende jaren?
b. Er wordt wel eens gezegd dat de Heere werkt in de lijn van de geslachten. Wat betekent deze uitdrukking?
c. Kun je uit de Bijbel hier voorbeelden van noemen? (zie bijvoorbeeld 1 Samuël 1, 2 Tim. 1 : 5)
d. Weet je ook voorbeelden uit de Bijbel van mensen die God dienden en in hun familie (bijna) niemand hadden die ook God liefhadden? (Zie bijvoorbeeld Ruth 1)
e. Wat betekent dit voor jou?

4. In vers 4 lees je dat duizend jaren bij de Heere zijn als een dag en als een nachtwake
a. Wat zegt dit over de Heere?
b. Het woord ‘nachtwake’ kennen wij niet meer zo. Zoek Markus 13 : 35 eens op. De nacht is verdeeld in vier ‘waken’. Zoek ze alle vier op in dit vers.

5. In vers 5 en 6 vergelijkt Mozes het leven van de mensen met gras.
a. Wat zegt hij over het gras in de morgen?
b. Wat betekent dit?
c. Wat schrijft Mozes over het gras als het avond wordt?
d. Wat betekent dit?

In vers 10 lees je dat we zeventig jaar worden als we sterk zijn. En als we heel sterk zijn, worden we misschien tachtig jaar. Denk jij er ook bij na dat je al jong kunt sterven? Maar hoe lang je leven ook is, het uitnemendste is moeite en verdriet. Dat klinkt niet erg bemoedigend. Misschien denk jij er wel heel anders over nu je nog jong bent en vol plannen voor de toekomst.

6. a. Zoek uit de Bijbel voorbeelden van mensen op die al jong zijn gestorven. (zie 2 Samuel 12 : 18, )
b. Heb jij dit in jouw omgeving ook wel eens meegemaakt dat jongeren gestorven zijn?

7. Vind jij ook dat het beste van dit leven moeite en verdriet is? Er zijn toch ook mensen die heel veel voorspoed lijken te hebben?

Op pagina 6 heb je gelezen over Gods voorzienigheid. Ook deze Psalm gaat daar eigenlijk volop over. Zoek Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus er nog eens bij op.
8. a. Vat eens met je eigen woorden samen wat Gods voorzienigheid inhoudt (zie vraag en antwoord 27)
b. Gaat Gods voorzienigheid over alle dingen?
c. Hoe zie je in jouw leven Gods voorzienigheid?
d. Hoe kan het geloof in Gods voorzienigheid rust geven in je leven?

9. Psalm 90 : 12 is een vers wat met Oudjaar ook nogal eens wordt aangehaald. Leer ons alzo onze dagen tellen.
a. Wat is dat, je dagen tellen?
b. Hoe moet je dat doen?
c. Waarom is het goed om je dagen te tellen? (zie het vervolg van vers 12)
d. Wat is een wijs hart?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen