Leidinggevenden blad Treffer ‘Sport’

Aanwijzingen voor het gebruik

Voor u ligt de nieuwe Treffer. Het onderwerp is sport. In het verleden is er al eerder een Treffer over dit onderwerp uitgekomen. Toen is er vooral op de gevaren gewezen van bijvoorbeeld voetbal en topsport. Deze keer hebben we gekozen voor een positieve benadering van het onderwerp. Tieners van nu bewegen veel minder dan tieners in eerdere decennia. Door het werken met computers en toegenomen mogelijkheden om met bus of trein te gaan, neemt de lichamelijke beweging af. Net als in de vorige Treffer is het zo dat de Bijbel als richtlijn wordt gebruikt.

Lezen: 2 Samuël 23, Psalm 150, 1 Korinthe 9
Zingen: Psalm 150, Psalm19 : 4, Psalm 25 : 2, de Tien geboden des Heeren.

Programmasuggesties

Doel van de schets
Het doel van deze Treffer is:

1. Jongeren bewust maken dat sporten goed voor je is
2. Jongeren laten zien dat de bijbel sporten niet verbiedt
3. Jongeren leren nadenken hoe je verantwoord met sport om kan gaan
4. Jongeren bewust maken dat topsport niet goed is

Idee voor +12 groepen:
- Opening
- Het interview lezen als inleiding op het onderwerp
- Inleiding door een leidinggevende over pagina 4 en 5
- De Bijbelstudie in groepjes maken en samen bespreken
- Pauze
- Pagina 8 en 9 in groepjes laten lezen en bespreken.
- Afsluiting: de opdracht van pagina 12

Idee voor + 14 groepen:
- Opening
- Interview van pagina 3 lezen als inleiding op het onderwerp
- Inleiding bestaat uit twee delen:
door een jongere over pagina 4 en 5
door een jongere over pagina 8 en 9
- In groepjes de discussiepagina’s 6 en 7 bespreken
- Pauze
- Bijbelstudie in groepjes
- Afsluiting: Opdracht van pagina 12

Toelichting bij de pagina’s en vragen

Pagina 3
Het interview met Meike en Rik-Jan is bedoeld om het onderwerp voor de verenigingsavond in te leiden. Ze kunnen dit zelfstandig lezen en eventueel kort met elkaar bespreken.

Pagina 4
Pagina 4 en 5 zijn geschikt om een inleiding te maken over het onderwerp sport. Dit kan gedaan worden door een leidinggevende of door een lid van de JV zelf.

Opdracht: Noem 4 positieve punten over sporten.
1. Het verlaagt je bloeddruk
2. Je hart blijft in goede conditie
3. Je botten worden sterker
4. Je kunt stress en spanning afreageren
5. Het is een prima manier om wat af te vallen als je te zwaar bent
6. Je hebt minder kans op hart- en vaatziekten

Opdracht: beter van niet / prima
Laat de jongeren deze opdracht persoonlijk invullen. Probeer hen bij de bespreking te laten motiveren waarom ze voor ‘prima’ of ‘beter niet’ gekozen hebben. Het gaat in de eerste plaats om het peilen van hun mening. Turf eventueel de antwoorden op het bord. Hoeveel kiezen er voor beter niet, hoeveel voor prima? Als leidinggevende kunt u de resultaten met de groep bespreken.

Pagina 6 en 7
Hier vindt u een stelling waarop door verschillende mensen is gereageerd.
Laat ze in groepjes deze pagina bespreken. Wat vinden zij van de stelling, in welke reactie kunnen ze zich het beste vinden, welke juist helemaal niet en waarom niet?

Pagina 8 en 9
1. Deze bokser gaat wel op een aparte manier om met het christelijk geloof. Wat vind je daarvan? Het gaat er hier in de eerste plaats om dat tieners geprikkeld worden. Laat ze hun mening maar vertellen.
Laat hen uitleggen waarom ze het goed of niet goed vinden. Bij de volgende vragen wordt het wat dieper uitgewerkt en onderbouwt.
2. Kun je christen zijn en tegelijkertijd bokser? Waarom wel of niet?
Als je weet hoe het boksen eraan toegaat is het niet mogelijk om christen en bokser te zijn. Boksen is een puur gewelddadige sport. Niet uit zelfverdediging, zoals judo, maar om de ander te beschadigen. Het komt regelmatig voor dat een bokser zijn tegenstander knock out slaat. Veel boksers zijn lichamelijk beschadigd na een aantal wedstrijden. Dit kan nooit Gods bedoeling zijn!
3.a Wat is het derde gebod?
Gij zult den naam des HEEREN, uws Gods, niet ijdelijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig houden, die zijn naam ijdelijk gebruikt.
3.c Wat heeft het derde gebod met Holyfield te maken?
Hij overtreedt het derde gebod door in de boksring Gods naam te gebruiken. Met de tekst uit Psalm 121 wil Holyfield laten zien dat God hem helpt bij zijn wedstrijd. Ook dat is Gods naam, eer en macht ijdel (verkeerd) gebruiken.

Stelling 1:
Een topsporter kan geen christen zijn.
Het is altijd gevaarlijk om over een ander te oordelen. Laten we dat maar aan de Heere overlaten. Feit is wel dat wanneer een topsporter alleen bezig is voor eigen eer, roem en geld, Gods eer in het nauw komt. Ook is veel topsport op zondag. Sporters die uitdragen christen te zijn, spelen vaak zonder gewetensbezwaren op zondag. Die dingen geven te denken…
Je herkent de boom immers aan de vruchten.

Stelling 2:
Als christen kun je best de voetbaluitslagen bijhouden.
De vraag is of je dat dan ook nog wilt. Waar gaat je hart naar uit? Daar tegenover staat dat ook geoorloofde dingen ons van de Heere af kunnen houden.

Kader met salarissen en andere geldbedragen.
Laar ze het lezen en vraag wat ze daarvan vinden. Zulke extreme geldbedragen worden met het grootste gemak uitgegeven terwijl er nog steeds mensen omkomen van de honger…

Pagina 10 en 11

Vers 24.
1. Over welke loopbaan heeft Paulus het hier?
Paulus heeft het hier over een wedstrijdbaan. In de arena werden allerlei wedstrijden gehouden, onder andere hardloopwedstrijden. Over zo’n wedstrijd heeft Paulus het hier. Hij vergelijkt een hardloopwedstrijd met ons leven en ons levensdoel. Hij wil ons twee dingen leren. Als eerste dat wie volhardt in het geloof tot het einde, die zal zalig worden. En als tweede wijst hij op het oefenen in het geloof, zodat je kunt volharden.
Zie Mattheüs 24 : 13 en 2 Timotheüs 4 : 7 en 8.

Vers 25
2. Welke prijs wacht aan het eind van de loopbaan?
Een ‘verderfelijke kroon’ staat er letterlijk. Een kroon die niet blijvend is, die vergaat betekent dat. Dat was een lauwerkrans (= een krans van laurier-, eiken-, of olijfbladeren) en de eer de beste zijn. Soms waren er ook geldprijzen aan verbonden of bijvoorbeeld een ‘in vrijheidsstelling’. Het gebeurde wel dat slaven als vermaak in de arena werden gebruikt. Wanneer ze een bepaald aantal wedstrijden hadden gewonnen waren ze vrij. Tegenwoordig krijgen sporters een medaille of een beker, vaak samen met een groot geldbedrag.

3. Sporters doen en laten allerlei dingen om beter te kunnen presteren. Waarom?
In de eerste plaats zullen alle sporters trainen. Ze doen dat om beter te worden. Krachttrainingen, maar ook conditietrainingen. Verder zullen ze bepaald soort eten, bijv. vet eten, laten staan. Ze mogen de avond voor een wedstrijd bijvoorbeeld geen alcohol meer drinken. Dit doen ze allemaal om de beste te kunnen te worden, om te kunnen winnen!

4. Welke prijs ontvangen de gelovigen?
Letterlijk staat er in vers 25 ‘een onverderfelijke kroon’.
Dat is een kroon die niet vergaat. Iets blijvends dus, namelijk het eeuwige leven.

5. Is er voor jou ook een prijs weggelegd? Waarom wel of niet?
Dit is een heel persoonlijke vraag. Als leidinggevende kan je aangeven dat ze hier in stilte over na mogen denken, of hun antwoord mogen opschrijven. Je kunt deze vraag ook aan het eind van de avond bespreken. Geef dan mee dat het heel belangrijk is om over deze vraag na te denken. Kennen we de Heere Jezus als onze Borg en Middelaar? En zo niet: wat is er nodig om bekeerd te worden?

Vers 26 en 27
6. Wat betekent ‘ik bedwing mijn lichaam’ in de sportwereld?
Een sporter traint zijn lichaam om tot grotere prestaties in staat te zijn. Daar gaan ze soms heel ver in. Een tennisser bijvoorbeeld traint niet alleen het spel op zich. Er wordt veel tijd besteedt aan krachttraining om de armen sterker te maken en conditietraining omdat er op de baan veel gelopen wordt.

7. Wat betekent het voor Paulus en alle gelovigen?
Paulus oefent zich in het christelijke leven door te leven naar Gods Woord. Door dienstbaar te zijn. Door te strijden tegen de zonde. Alles wat hem in de strijd zou kunnen hinderen laat hij, zelfbeheersing is een vrucht van Gods Geest.

8. Wat betekent dat voor jou?
Ook dit is een persoonlijke vraag. Doen en laten ze dingen om de goede strijd te strijden? Zijn er dingen die zij nalaten omdat ze denken dat het hen niet dichter bij God brengt?

9. Lees 2 Timotheus 4 vers 7 en 8.
Paulus is zeker van de overwinning. Hij heeft de goede strijd gestreden. Doe jij dat ook? Hoe kun je dat doen?
Probeer hier de antwoorden van de vorige vragen bij te betrekken en eventueel uit te bouwen. Allerlei heel praktische antwoorden zijn mogelijk. We noemen er hier een aantal:
- naar de kerk gaan
- bidden
- in de bijbel lezen
- opletten op de catechisatie
- jezelf aan de regels van thuis houden ( die als het goed is op Gods Woord zijn gebaseerd)
- ver blijven van dingen die je bij God vandaan houden
- dienstbaar zijn
- enzovoort
Dit zijn op zich genomen hele oppervlakkige dingen. Probeer duidelijk te maken dat het om het hart gaat: Gaat je hart in deze dingen mee? Is het verlangen er om de Heere te dienen en Hem lief te hebben?
Het gaat eigenlijk om het tegen de stroom ingaan, strijd laten zien om in bovengenoemde zaken te volharden. Het uitkomen voor je geloof juist ook op plaatsen waar dat moeilijk is, het wandelen met God, Hem nodig hebben bij alles wat je doet. De dingen doen met een andere intentie, namelijk een veranderd, vernieuwt hart.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen