Gedenkt aan de vrouw van lot

door ds. A. Hofman, Scheveningen

Lukas 17:32.

De dagen die aan de komst van Christus voorafgaan, zullen gelijk zijn aan de dagen van Noach en de dagen van Lot. Noach is door Godgelijke aanspraak vermaand van de dingen die nog niet gezien werden. De wandelaar met God is bevreesd geworden en heeft door het geloof de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin. Noach is in zijn tijd een prediker der gerechtigheid geweest en heeft door de bouw van de ark de wereld veroordeeld, zie Hebr. 11:7. De Heere Jezus zegt in VS. 27: Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk, zij werden ten huwelijk gegeven, tot op de dag, op welken Noach in de ark ging en de zondvloed kwam, en verdierf allen." Op zichzelf bezien is eten, drinken en trouwen geen zonde, maar de Heere Jezus bedoelt hiermee te zeggen dat de mensen in Noachs dagen verder aan niets anders dachten. Er was in die dagen een toestand van geestelijke verwording en zedelijke verwildering ontstaan. De kerk was opgegaan in de wereld, want Gods zonen zagen de dochters der mensen aan, dat zij schoon waren en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkozen hadden.

Kortom: de aarde was verdorven voor Gods aangezicht, want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde. De oude wereld kreeg nog 120 jaar uitstel. En Noach bouwde de ark. Elke hamerslag was een prediking van het naderend oordeel. Maar de mensen gingen door met zondigen in koele onverschilligheid. Zij gingen door met de verachting van Gods Woord tot op de dag dat Noach in de ark ging. Het einde was gekomen, de 120 jaren van lankmoedigheid Gods waren voorbij en toen was het te laat!

Het jaar 1978 loopt ten einde, straks zullen zich weer de twaalf slagen laten horen. Het predikt ons dat ook voor ons eenmaal een eind komt aan de genadetijd. Voor heel veel mensen zal het dan te laat zijn. O, luister dan naar het wenend woord van de Heiland en beken nog in deze uw dag dat wat tot uw vrede is dienende.

Het was in de dagen van Lot niet beter als in de dagen van Noach. Er was een merkbare vooruitgang wat betreft de takken van handel en nijverheid. De Heere Jezus spreekt van kopen, verkopen, planten en bouwen. Het is wel opmerkelijk dat Christus niet spreekt van het nemen ten huwelijk en ten huwelijk geven. Leven wij ook niet in een tijd dat het huwelijk voor ouderwets versleten wordt? In de dagen van Lot trad er bij de mensen een totale verandering van normbesef op. Het goede werd kwaad geheten en het kwaad goed. De zonden van Sodom waren roepende zonden, zij werden vrij uitgesproken. En midden tussen die grote zondaars woonde Lot. Lot is vermoeid geweest van de ontuchtige wandel van deze goddeloze mensen. Dit ging zo door tot op de dag, dat Lot uit Sodom uitging. Eerder kon met eerbied gesproken de Heere niets doen, want Lot had genade gevonden in de ogen des Meeren. Dat het toch onze aandacht niet ontga, dat de behoudenis van Lot en van de gehele kerk uit genade geschiedt. De engelen hebben aangedrongen bij Lot, want we lezen dat hij vertoefde. O Lot, maak voort, haast u, spoed u om uw levens wil. Het is aan alles te merken, dat deze ene rechtvaardige binnen Sodom ook nog de oude mens in zich omdraagt. Het is een heel stuk om alles te verlaten en de stad Verderf de rug toe te keren. Dat heeft vooral de vrouw van Lot ondervonden. De engelen hebben de hand van Lot, van zijn vrouw en van zijn twee dochters gegrepen. O gedenkt aan de vrouw van Lot!

Gedenkt bij het heenvliegen van het jaar 1978 dat zij de vrouw van een rechtvaardig man was. Gedenkt dat zij door reine engelen bij de hand is gegrepen en dat ook zij Sodom is uitgeleid. Gedenkt dat het Woord Gods ook tot haar is gesproken in deze haar laatste ogenblikken.

We lezen in Gen. 19:17: En het geschiedde, als zij hen uitgebracht hadden naar buiten, zo zeide Hij: ehoud om uw levens wil; zie niet achter u om, en sta niet op deze ganse vlakte: ehoud u naar het gebergte heen, opdat gij niet omkomt." De vrouw van Lot kwam om: e zag om naar Sodom. Hieruit blijkt dat iifiar hart nog in Sodom was. Gedenkt aan de vrouw van Lot!

We kunnen Sodom uitgeleid zijn en toch nog op de weg vergaan.

Gedenkt aan de vrouw van Lot! De Zoon van God zegt het. Hij heeft daad Zijn wijze bedoeling mee. We kunnen niet ver van het koninkrijk Gods zijn en straks nog voor altijd buiten staan. We kunnen bijna behouden zijn en toch nog voor eeuwig verloren gaan. Gedenkt aan de vrouw van Lot! Hoort wat God de Heere spreekt, want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken. Kust de Zoon opdat Hij niet toorne, en gij op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzahg zijn allen, die op Hem betrouwen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen