RECHT DOEN AAN BEWEZEN TROUW

Ieder mens heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. VerantwoordeUjkheid tegenover God, verantwoordeUjkheid tegenover de naaste en verantwoordelijkheid tegenover zichzelf. Om de verantwoordelijkheden in hun juiste verhouding te leren verstaan is het goed dat mensen luisteren naar wat God in Zijn Woord zegt. Want goede mzettingen kunnen slechts gegrond zijn op trouw aan normen die de eeuwen door hun waarde hebben bewezen. Van jong tot oud kunnen mensen er hun voordeel mee doen. Dat begint al op school. Een school met een open Bijbel geeft meer dan kennis alleen. Zulk onderwijs doet beseffen dat de verworven kennis moet worden ingezet tot eer van God en dienst aan de naaste. Zulk onderwijs biedt de jeugd perspectief en geeft zin aan de toekomst. Een blijde boodschap in een sombere wereld. Welke overheid zal deze les in de wind willen slaan? Wil de Nederlandse overheid recht doen aan haar verantwoordelijkheid, dan zal ze de jeugd op laten groeien bij het licht van Gods Woord, opdat Zijn Woord een lamp zal zijn voor ieders voet en een licht

op ieders pad (Ps. 119:105). De overheid is niet de eerst aangewezene om met veel kunst en vliegwerk cultuur te bevorderen. Veel meer ligt het op haar weg ontsporingen te voorkomen dan wel tegen te gaan. Rentmeester-zijn wil in dit verband oproepen tot verantwoord gedrag. Loslaten van het waarde-volle leidt onherroepelijk tot waardeloosheid. Het is geen kunst allerlei zondigheid onder velerlei voorwendsel vrij spel te geven. Wat cultuur heet moet de toets der kritiek, gebaseerd op Gods Woord, kunnen doorstaan. Zo alleen kunnen kunstenaars creatief, dat wil zeggen: pbouwend bezig zijn. Nergens mogen mensen hun verantwoordelijkheden ontlopen. Die opdracht krijgt extra gewicht en dimensie als we beseffen hoevelen op anderen zijn aangewezen. Gods Woord neemt allen serieus, met welke lichamelijke of geestelijke mogelijk-en moeilijkheden ook bedeeld. Barmhartigheid biedt daarom de helpende hand aan medemensen. Om zo zorg en hulp weer hart te geven. Jong en oud kunnen hiermee uit de voeten.

Onderwijs 18. School met de Bijbel

Goed en deugdelijk onderwijs is een zaak van de overheid. Nog meer dan dat moet het de overheid na aan het hart liggen dat alle onderwijs wordt gebaseerd op de Bijbel en de reformatorische belijdenisgeschriften. Nu dithelaas - wordt nagelaten moet er in ieder geval alle vrijheid zijn voor het bijzonder onderwijs. Bij gebrek aan een overheid met de Bijbel moet er pal gestaan worden voor een school met de Bijbel. Tegen deze achtergrond mogen geen eisen worden gesteld aan het bijzonder onderwijs die wezensvreemd zijn aan het karakter van dat onderwijs. Scholen op levensbeschouwelijke grondslag moeten niet alleen respectering, maar ook onderschrijving van deze grondslag kunnen vergen. Om ervoor te zorgen dat de spreiding van scholen over het land voldoende is moeten de stichtingsnormen zo laag mogelijk worden gehouden. En als aan alle wettelijk vereiste voorschriften en getalscriteria voldaan is zal het bijzonder onderwijs zonder aarzelen in de gelegenheid moeten worden gesteld om scholen op te richten en in stand te houden. Het godsdienstonderwijs mag niet opgaan in het vak geestelijke stromingen of maatschappijleer.

19. Basisonderwijs

De nieuwe basisschool zal zichzelf in de komende jaren in de praktijk moeten bewijzen. Nu jonge en zeer jonge kinderen onder één dak zitten vraagt het zoeken naar het evenwicht tussen spel en leren nog meer behoedzaamheid dan voorheen. Voorop staat dat de kwaliteit van het onderwijs er niet op mag achteruitgaan. Een persoonlijk gerichte benadering doet het meest recht aan leerlingen die nu aanmaal verscheidene talenten, mogelijkheden en moeilijkheden hebben. Kinderen die om wat voor reden dan ook een achterstand hebben ten opzichte van hun leeftijdgenoten verdienen extra aandacht. De regering moet de leerkrachten hierin terzijde staan. Door middel van evaluatie en onderzoek zal de kwaliteit van het onderwijs voortdurend in de gaten moeten worden gehouden. Kleinere scholen in dunbevolkte gebieden, met name op het platteland, behoren vanwege hun onmisbare functie beschermd te worden.

20. Voortgezet Onderwijs

In de opzet van het onderwijs moet de verscheidenheid in aard en aanleg van de leerlingen worden weerspiegeld. De discussie over het voortgezet basisonderwijs (middenschool) behoort dan ook uit te komen bij de keuzemogelijkheid voor kategoriale of geïntegreerde scholen, zo aan die laatste na zorgvuldige afweging al blijvende behoefte blijkt te bestaan. Wat betreft de vakkenpakketten zullen die experimenten gesteund dienen te worden die de pakketkeuze minder belemmerend doen zijn. Overigens gaat de voorkeur niet uit naar al te grote scholengemeenschappen waar sfeer en werkklimaat lijden onder de massaliteit.

In het beroepsonderwijs is, naast een voldoende algemene ontwikkeling, een goede vakopleiding essentieel om aansluiting te kunnen krijgen op een toekomstige werkkring. Theorie en praktijk kunnen daarenboven beter op elkaar afgesteld worden door de mogelijkheden te vergroten stage te lopen bij bedrijven en instellingen. Proeven met nieuwe onderwijsgebieden (informatica) en schooltypen (k.m.b.o.) zijn waardevol opdat het onderwijs bij de tijd blijft.

De leerplicht zal niet verlengd moeten worden; het is meer zaak toe te zien op de naleving ervan (schoolverzuim, spijbelen). De vormingscentra voor (werkende) jongeren van 16 tot 19 jaar verdienen hun eigen zelfstandige plaats als instituten met ruime mogelijkheden voor praktische vorming. Mensen die vroeger geen gelegenheid hadden (voldoende) onderwijs te volgen behoren in het heden meer mogelijkheden te hebben in te halen wat ze toentertijd node moesten missen. Ook voor het voortgezet onderwijs geldt dat er voldoende scholen moeten zijn verspreid over het hele land.

21. Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs

Studeren kost geld, niet in het minst aan de overheid. Om de kosten te drukken is de zogenaamde tweefasenstructuur ingevoerd. Op korte termijn is het gewenst de opgedane ervaringen met de nieuwe studie-opzet aan een nader onderzoek te onderwerpen met het oog op het belang van een volwaardige wetenschappelijke opleiding. Wat voor beslissingen er ook genomen zullen gaan worden, de in Nederland gegeven wetenschappelijke opleidingen mogen onder geen beding achterop komen bij die in het buitenland. Pijnlijk zijn de studentenstops. Gezien de situatie op de arbeidsmarkt en de capaciteit van de universiteiten kunnen ze helaas vooralsnog niet worden afgeschaft. Aan de hand van een zo rechtvaardig mogelijk systeem (gewogen, waarbij eerdere prestaties een rol spelen) zal de plaatsing van studenten moeten plaatshebben. Bij de studiefinanciering moet rekening worden gehouden met de draagkracht van de ouders en de al dan niet aanwezige noodzaak buitenshuis te gaan wonen.

Cultuur 22. Zorg voor het cultureel erfgoed

Verwaarlozing van cultuurhistorische schatten leidt letterlijk en figuurlijk tot onherstelbare schade. Voor het te laat is moet gewerkt worden aan de instandhouding van het restauratieambacht (kerken!). Ook zal in toenemende mate systematisch zorg moeten worden besteed aan de jongere bouwkunst. Streekgebonden en karakteristieke elementen in een bepaald gebied mogen niet veronachtzaamd worden. Hetzelfde geldt voor de Friese taal en cultuur.

23. Gesproken en geschreven woord

Gods Woord is de enig betrouwbare maatstaf voor de overheid in haar beoordeling van het geschreven en gesproken woord. Tegen publicaties en uitzendingen die godslasterlijk, zedenkwetsend of gezagsondermijnend zijn moet worden opgetreden. Dat houdt ook in dat erop toegezien moet worden dat er geen boeken of andere informatiebronnen via de openbare bibliotheken worden uitgeleend die godslasterlijk, zedenkwetsend of gezagsondermijnend zijn. In het mediabeleid zal krachtig weerstand moeten worden geboden aan alle vormen van commercialisering. Naast een verscherping van de filmkeuring is eenzelfde keuring nodig van videobanden die nu nog ongecontroleerd hun weg naar de huiskamers vinden. Het is een belangrijke taak van de overheid misleidende en agressieve reclame tegen te gaan en de tot weinig soberheid oproepende STER-reclame af te schaffen.

24. Ontspanning en recreatie

Sommige takken van sport en vormen van recreatie zijn meer dan ongezond en hebben niets meer te maken met een zinvolle vrijetijdsbesteding. Op staande voet moet aan de subsidiëring van het profvoetbal een eind worden gemaakt. De Nederlandse overheid mag op geen enkele wijze haar medewerking verlenen aan het organiseren van de Olympische Spelen. Aan alle vormen van ongeklede recreatie dan wel aanstootgevend recreatief gedrag moet paal en perk worden gesteld. Bij sport en recreatie behoort zondagsontheiliging te worden tegengegaan en de zondagsrust bevorderd.

Maatschappelijke Dienstverlening 25. Hulpverlening

De hulpverleners die het dichtst bij de hulpzoekers staan kunnen hun taak het best verrichten. In de zorg-sector gaat de voorkeur dan ook uit naar zelfhulp en het particulier initiatief: kerkelijke en andere instellingen. Daarom dient voorrang te worden gegeven aan het vrijwilligerswerk en moet de kerk van de overheid alle ruimte krijgen om haar opdracht op het terrein van het maatschappelijk werk naar behoren te kunnen vervullen. Voorkomen moet worden dat het landelijk werk op levensbeschouwelijke grondslag tussen wal en schip zal vallen. Waar het particulier initiatief tekort schiet moet de overheid vanzelfsprekend bijspringen. De gezinszorg moet op een zo goed mogelijk peil worden gebracht en gehouden, waarbij dag en nacht een beroep moet kunnen worden gedaan op hulpverleners. Opvang-en hulporganisaties die wettige verhoudingen niet wensen te respecteren dienen afgewezen te worden.

26. Gehandicapten

Mensen die te kampen hebben met een handicap hebben recht op een zo gelijkwaardig mogelijke plaats temidden van anderen. Daartoe kan bijdragen dat de bereikbaarheid van voorzieningen zoveel mogelijk wordt bevorderd. Op de arbeidsmarkt verdienen gehandicapten een maximale kans naast de anderen.

27. Ouderen

Mensen die al op leeftijd zijn gekomen hebben een zinvolle plaats in een wereld die steeds sneller lijkt te gaan. Ouderen die dat wensen moeten zo lang mogelijk op zichzelf kunnen blijven, waarbij het erg belangrijk is dat zij terug kunnen vallen op klaarstaande voorzieningen in de directe woonomgeving (alarmeringssystemen, wijkfunctie van het bejaardencentrum, enz.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen