Met heerlijkheid bekleden
Heerlijkmaking is de laatste weldaad voor de Kerk van Christus
De ogen van Marten gaan over een berichtje in de krant. “De Mexicaan Helu is de rijkste man ter wereld’. Marten denkt: ‘Wat een bedrag! Dat is heerlijk. Dan ben je gelukkig’. Toen kwam het dagboekstukje over Lazarus terug in zijn gedachten. Hij wordt nu vertroost en gij lijdt smarten. Wie is er nu rijk?
Heerlijkmaking is het laatste kernwoord, de laatste ‘schakel’ in de gouden keten van de zaligheid. Ook al kom je het woord ‘heerlijkmaking’ in de Bijbel niet tegen, toch wordt op verschillende plaatsen gesproken over inhoud van het woord. En die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt (Romeinen 8: 30). Verheerlijkt! Het Griekse werkwoord ‘doxazo’ betekent hier: met heerlijkheid bekleden. De ‘verheerlijking’ of heerlijkmaking van de kinderen van God wil zeggen dat er doxa, heerlijkheid, eer aan hen wordt verleend.
Heerlijkheid van Christus
De apostel Paulus schrijft: dezen heeft Hij ook verheerlijkt. De Heere Jezus Christus is al verheerlijkt. En in Hem hebben de ware gelovigen nu al deel aan deze verheerlijking. De heerlijkmaking houdt dus verband met de heerlijkheid van Christus in Zijn verhoging. ‘Wat glans, wat majesteit, hebt Gij die Vorst bereid’. Hier op de aarde voelen Gods kinderen dus het begin van de eeuwige vreugde in hun hart. Maar na dit leven krijgen zij het volle bezit van deze heerlijkheid. Asaf kan zingen: Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat; Gij zult mij leiden door Uw raad en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen (Psalm 73: 23 en 24). Heerlijkmaking is de voltooiing van het werk van God.
Eeuwige overwinning
Die heerlijkheid heeft geen oog op aarde gezien, geen oor gehoord en is in het hart van een mens nooit opgekomen. De Bijbel gebruikt daarom allerlei beelden om iets deze heerlijkheid te laten zien. We lezen over:
• verblijven in het Vaderhuis met zijn vele woningen;
• ingaan in het paleis van de Koning;
• met Christus zijn in het Paradijs
• God zien;
• aanzitten aan het avondmaal van de bruiloft van het Lam;
• een eeuwig feestmaal in gezelschap van de verheerlijkte heiligen. Gods kinderen ontvangen de ‘kroon’ der heerlijkheid. Ze delen in de eeuwige overwinning. Als symbolen hiervan noemt de Bijbel: hun witte klederen, hun hemelse gouden kronen en hun palmtakken. Zij zullen dan ten volle genieten wat de Heere Jezus voor hen verworven en hen geschonken heeft. Bij het sterven van een ware gelovige, van een kind van God, gaat de heiligmaking over in heerlijkmaking. Ze worden dan volmaakte heiligheid deelachtig. De ziel wordt opgenomen in heerlijkheid: ‘dat mijn ziel na dit leven op hetzelfde moment tot Christus, haar Hoofd zal opgenomen worden’ (Catechismus, zondag 22).
Sprekende beelden
De volle heerlijkmaking komt bij de opstanding van het vlees. Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen (Filippensen 3: 21). Eeuwig leven, eeuwige zaligheid en eeuwige heerlijkheid zijn aanduidingen die naast elkaar worden gebruikt. In Openbaring 21 en 22 worden de schoonheid en de volkomenheid van het nieuwe Jeruzalem in sprekende beelden getekend. Een Bijbels woord voor deze toekomst is het woord ‘heerlijkheid’. De heerlijkheid van God verlicht de stad. Daar zal God alles zijn in allen. Dat is het grote einddoel. Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen (Romeinen 11: 36).
Overwinnaar van de dood
Het overdenken van die heerlijkmaking is tot troost voor Gods volk. Paulus schrijft dat het lijden van deze tegenwoordige wereld niet is te waarderen tegen de heerlijkheid die eenmaal zal geopenbaard worden. Het nieuwe leven uit God kan reikhalzend uitzien naar die volmaakte heerlijkheid. Augustinus zegt: een lang leven is alleen maar een lange kwelling! Hier zijn er altijd weer de zonden die scheiding maken met God. Wat een vooruitzicht straks het hoofd neer te leggen, het lichaam der zonde af te leggen en dan in te gaan in de eeuwige heerlijkheid. Zeker, dan is ook voor de ware gelovige de dood een vijand. Niet meer de grootste, maar wel de laatste! Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden dergenen die ontslapen zijn (1 Korinthe 15: 20). Achter de dood staat hun Jezus, de Overwinnaar van dood en graf. Hij haalt hen thuis. De dood is dan geen betaling voor mijn zonden, maar alleen een afstreven van de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven.
Erfgenamen van God
Wie zullen delen in deze heerlijkmaking? Zeker niet alle mensen. Ook niet alle kerkmensen. Maar zondaren – jongeren en ouderen – die door Gods genade zijn geroepen door het Woord en de Geest. Die zijn wedergeboren tot een levende hoop. Waar het zaligmakend geloof in Christus is gewerkt in het hart en openbaar komt in het leven. Zondaren, die door dit geloof Christus hebben aangenomen en in Hem rechtvaardig zijn voor God. Mensen, die uit Jezus Christus vruchten van heiligmaking mochten zien. Want zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen Gods en medeërfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden (Romeinen 8: 14 en 17).
Grote verliezers
Hoe zalig is een kind van God! En hoe rampzalig is een vreemdeling van God en van Christus! Zet het eens rustig naast elkaar in je overdenking: Een leven met rijkdom, eer en aardse heerlijkheid en een leven met de Heere. Of: De rijke man en de arme Lazarus. Of: Een sterven van een mens zonder Christus of een ingaan met Christus. Thomas Watson schrijft: “De goddelozen zijn de grote verliezers bij het sterven. Zij verliezen vier dingen. Zij verliezen de wereld met al hun aardse schatten. Zij verliezen hun ziel, die kostbaarder is dan de hele wereldbol. Zij verliezen de hemel, het oord van de gelukzaligheid. Zij verliezen alle hoop. Het is droevig als het leven en de hoop tegelijk worden afgesneden.” Een kind van God zal bij het sterven zulke heerlijke zaken ontvangen. Ze zullen er dan ook hier wel erg naar verlangen? Een bruid verlangt toch ook naar de trouwdag?
Liefdevuur
Vaak is het zo anders. Dan is er zo weinig te merken van het vurig verlangen naar de dag van de heerlijkmaking. Maar de Geest zal het liefdevuur weer verwakkeren. À Brakel spoort in de Redelijke Godsdienst de Kerk van Christus aan: “Gij gelovigen, als u zo’n grote zaligheid hebt te verwachten, zo gedraagt u nu als erfgenamen van die zaligheid!” Hij roept Gods kind op om de aardse dingen klein te achten: ‘Stel u aan als vreemdelingen in de wereld, die naar hun vaderland gaan. Zet uw hart niet op voorspoed, rijkdom, eer en vermaak. Ziet er van af, maakt dat het u niet belet in uw loop naar de kroon. Verblijd u liever in uw verdrukking en tegenspoed, dan dat u er moedeloos onder wordt. Verwakker u door de verwachting van de heerlijkheid tot heiligmaking. Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid (2 Korinthe 4: 17). Welaan dan, gelovigen, toon u een voorbeeld in godzaligheid, in geloof, in hoop op heerlijkheid, maak deze heerlijkheid en de weg tot dezelve aan anderen bekend en neem hen mee naar de zaligheid!’
De beste tijd
Een oude vrouw had nogal moeite met instappen van de trein. Een behulpzame conducteur wilde haar wel helpen. ‘Kom maar, moedertje, jij het je beste tijd ook al gehad’. Zij wist wel beter. In een leven vol zorg had ze door Gods genade een Borg en Zaligmaker leren kennen. Daarom antwoordde ze: ‘Wat ? Het beste al gehad? Nee hoor, conducteur! Dat hebt u mis. Mijn beste tijd moet nog komen!’ Paulus schrijft aan de gemeente van Kolosse: Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Zul jij daar ook bij zijn? Ken je een hartelijk verlangen naar de volmaaktheid? Dan heb je hier je zonden leren belijden! Dan weet je van de droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid. Dan heb je hier heerlijkheid en noodzakelijkheid in de Heere Jezus Christus leren zien.
Ogen geopend
Deze zaligheid en heerlijkheid is nog te krijgen! Uit vrije gunst, om Jezus’ wil. Bedel of de glans en de heerlijkheid van deze wereld mag vergaan en je ogen worden geopend voor de heerlijkheid van God en Christus! Want al wat jou ontbreekt, schenkt Hij zo je het smeekt, mild en overvloedig. De heerlijkmaking is de laatste weldaad voor de Kerk van Christus. Leeft het in je hart: ‘Maar (blij vooruitzicht, dat mij streelt) ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen, verzadigd met Uw Godd’lijk beeld’?
Lees meer in de Redelijke Godsdienst, deel 2, hoofdstuk LX (60).
http://www.theologienet.nl/theologieindex.html#BRAKELW
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 2010
Daniel | 36 Pagina's