Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OM DE EENHEID VAN DE KERK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OM DE EENHEID VAN DE KERK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voortdurend hebben wij allen ons te bezinnen op de noodzaak van geestelijke en daarna ook organisatorische eenheid.

Ieder is daar op zijn manier mee bezig. Allereerst die gemeenten, die op de een of andere manier samenwerking tot stand brengen met plaatselijke Vrijgemaakte gemeenten. De classisverslagen melden ons dat er inmiddels een behoorlijk aantal gemeenten zijn, waar verregaande contacten bestaan met de GKV. Het gaat snel en tamelijk gemakkelijk.

Uit het feit, dat deputaten art.49 KO. In al deze zaken gekend zijn, mag blijken dat er geen onkerkrechtelijke zaken gebeuren in dat zoeken naar onderlinge verbondenheid. De besluiten van de Kerkorde en van de Generale Synode daarna, laten dit kennelijk toe; zo althans moeten wij wel concluderen.

Het is intussen een zaak van grote ambivalentie.

Er wordt eenheid gezocht op deze manier en op een andere manier wordt in een zeker opzicht schade toegebracht aan dezelfde eenheid.

U begrijpt misschien wat ik bedoel. De eenheid tussen gemeenten die leven binnen ons kerkverband, komt nu ook kerkordelijk en organisatorisch meer en meer onder druk te staan. Het eigen kerkelijke leven verliest zijn eigen gezicht en aanzien. Het kan gebeuren dat op een bepaalde zondag misschien in een flink aantal gemeenten predikanten voorgaan die niet behoren tot de Christelijke Gereformeerde kerken. Dat werkt verwarrend. Soms is het een predikant uit de GKV, soms ook een voorganger uit de kringen van de Nederlands Gereformeerde kerken. Door dit verschijnsel is het niet meer duidelijk wie en wat Christelijk Gereformeerd is. De grenzen van onze kerken worden vaag en gerafeld. Er is de mogelijkheid tot deelname aan Avondmaalsbedieningen in andere kerken, er kunnen andere predikanten voorgaan dan die tot ons kerkverband behoren; wordt een dienaar des Woords gevraagd voor een bepaalde dienst, dan zou dat best een gezamenlijke dienst met een ander kerkverband kunnen zijn. Het is allemaal moeilijk te onderscheiden. Met het gevolg dat we als CGK gemeenten onderling het zicht op elkaar verder kwijt raken en meer verdeeld raken over de gang van zaken.

Uit de stormachtige toename van allerlei samenwerkingsgemeenten komt toch wel de vraag op waar dit straks op gaat uitlopen?

Kan een komende GS de zaak nog in het vage laten? Dan ontstaat er nog veel meer wildgroei (vergeef me dan deze aanduiding). Gaan deze voorboden de GS niet onder zware druk zetten, zodat we er straks achter komen, dat het tij niet meer te keren is? Maar wat gaat het in een ander geval worden, als er toch een meerderheid is, die samengaan met de GKV afwijst? Zal dan het verwijt van onbetrouwbaarheid niet klinken?

Ik heb, vanwege mijn leeftijd kan ik dat zeggen, een andere Christelijke Gereformeerde kerk gekend. Kwam je in een gemeente van het eigen verband, dan stond er een predikant uit de CGK op de kansel. Altijd en overal. Was er toen altijd zoveel eenheid? Er is altijd, het is waar, een onderlinge spanning geweest. Maar er heerste een zekere orde. Je wist ook wie wie was. En we hadden in onze kringen toch een zekere vaardigheid om te leven met verschillen, steeds toenemende verschillen. We hadden gezamenlijke afspraken. Hebben we die nu nog? Toen was er althans een organisatorische eenheid.

Zijn we nu feitelijk niet bezig het aanzien van ons eigen kerkverband te vervormen en te vervagen? Aan de ene kant zoekt men de eenheid, aan de andere kant miskent men de eenheid! Dat getuigt van een tweeslachtig denken.

Het overkomt me geregeld, dat ik verbaasd moet concluderen, dat er reeds veel gebeurt in samenwerking met de GKV. Als het gaat over de opleiding, over het jeugdwerk, over evangelisatie-methoden, in allerlei verbanden lijkt het erop, dat we eenzelfde weg gaan. Uit een recent schrijven dat me onder de aandacht kwam, maak ik op, dat op deputatenniveau overeenstemming bestaat over de toeëigening van het heil, dat men bijeenkomsten belegt om bij wijze van spreken de laatste hand te leggen aan de afwerking van dit een-heidsstreven, terwijl we tegelijk weten dat in de eigen gelederen de afstanden groter worden, mede door toedoen van deze feiten.

Dit is, zo wordt gesteld, allemaal in aansluiting op de besluiten van de Generale Synode. Toch zullen er heel wat gemeenten zijn, die in deze ontwikkelingen niet mee kunnen denken. In een kranten-artikel werden deze van Vrijgemaakte zijde aangeduid als de Bewaar het Pand gemeenten. Daarom nu deze hartekreet op déze plaats.

Grote verwarring dus. In de ene gemeente een dominee uit de NGK, in de andere gemeente een predikant uit de GKV enz. Als straks de NHK toch zal blijven bestaan, zullen er wellicht aan de andere zijde van onze kerken ook contacten ontstaan met deze groep. Dat zou op zich te wensen zijn. Maar waar blijft dan ons kerkelijke leven?

Bij mij komt de vraag op of we als kerken op de goede weg zijn. Heeft de GS deze ontwikkelingen allemaal overzien en voorzien? Denken deputaten werkelijk dat het goed gaat? Het lijkt me dat ergens in de besluitvorming de zaken niet goed ingeschat zijn.

Wat me bezig houdt is dit: groeien onze kerken niet heen naar een andere kerkordelijke opstelling? Ons kerkverband lijkt meer en meer af te stevenen op een independistische of congregationalistische structuur. Dat houdt in: de plaatselijke kerk krijgt een meer zelfstandig karakter.

Bindingen met het eigen kerkverband raken op de achtergrond. Plaatselijk gaan er dan allerlei zaken gebeuren, die landelijk of regionaal niet kunnen. Deze gang van zaken lijkt voor de deur te staan. Willen we samengaan met de GKV, dan kan dat plaatselijk; dat kan ook wel met de NGK, maar evengoed met de NHK van straks, leder zoekt de contacten die hem passen.

Hierop moeten we ons gaan bezinnen. Is deze ontwikkeling verkeerd? Hoe dan ook, het lijkt erop, dat we die kant toch, misschien ongewild, uitgaan. Op andere terreinen immers is dat toch ook al zo? Wie vindt het nog vreemd dat er in een radiodienst allemaal opwekkingsliederen worden gezongen, terwijl de CS dat niet heeft aanvaard? Ook dat lijkt te berusten op plaatselijke vrijheden, op independentisme.

Vooruitlopend op deze zaken, denk ik dan dat de GS ook niet meer zo lang hoeft te vergaderen. We behoeven alleen nog maar te spreken over die zaken die onder ons volkomen zekerheid hebben. En die zaken nemen al maar af.

We vormen dan als CGK hoogstens met elkaar nog een federatie, een federatief groei- of krimpmodel. Maar, zo denken we dan, wat hebben we dan gewonnen met allerlei een-heidsbetuigingen naar anderen? Federatie naar buiten en naar binnen.

Wat een verdeeldheid. Wat een beschamend verhaal over de kerk van Christus. Hoe komt het toch dat we allemaal zo anders denken, zo anders geloven en zo anders preken. Hier kan alleen de Heilige Geest uitkomst geven. Vergaderen zonder meer zal ons er niet brengen. Oprechte verlegenheid, uitmondend in een klemmend gebed lijkt en is de enige weg. Omdat er Eén geweest is, Die bad om waarheid en eenheid. Och, dat Israels verlossing uit Sion kwame....

Hoe kon het zover komen? Ik noem enkele opties ter beantwoording van deze vraag:

1. Er zullen er zijn die zeggen: Er is niets aan de hand. De GS heeft het besloten; we zijn in de kerkrechtelijke weg. Synode locuta, causa finita. Tegen dat argument kan ik niet op, er lijkt niets tegen in te brengen. Al eerder kwam de vraag bij mij op: zijn synodale bepalingen even sterk als de regels van de KO? Of worden Synodale bepalingen genomen al naar gelang de wind waait in het kerkelijke leven? Vandaag starten we bijvoorbeeld samensprekingen met de NGK, over een aantal jaren worden deze weer even makkelijk stilgelegd. Zulke onzekere zaken kent de Kerorde niet. Daarin vindt u het bezinksel van eeuwen kerkelijk leven. Staat een GS op dat niveau? Hier liggen vragen die best overweging verdienen. Moeten we in allerlei zaken bijvoorbeeld de ellenlange rapporten in meervoud en in duplo of triplo doorworstelen om erachter komen wat de orde van de kerk is? Als besluiten omslaan al naar gelang Synoden zich wijzigen, krijgen we een zigzagbeleid.

Als verder blijkt dat zij die zich beroepen op de Synode in andere opzichten breken met bepalingen van de Kerkorde, dan gaan we ook niet eerlijk om met datgene wat altijd en overal en door ieder is aangenomen (!).

Ik bedoel te zeggen: Moet de GS niet grondiger zorg dragen voor kerkelijke en geestelijke continuïteit?

2. Een sterker argument zal gelegen zijn in het feit, dat men plaatselijk metterdaad eenheid en verbondenheid voelt met de Vrijgemaakten. Goed, maar voelt men dat dan niet met de eigen verbanden? Beseft men dan niet dat men die eenheid onder druk zet?

Maar hoe komt het dan dat die eenheld wordt gevoeld? Veertig jaar geleden was dat niet zo. De GKV kunnen veranderd zijn en dat is blijkbaar het geval. Er zijn zeker meer bevindelijk aandoende geluiden te horen binnen die kerken. Maar er zijn ook totaal andere geluiden, van een heel andere aard, op te merken in die kringen. Zijn we dan plaatselijk niet fragmentarisch bezig terwijl we het totaal uit het oog verliezen? Of heerleeft de geest uit de Richterentijd?

3. Het kwam tussen de regels door al meermalen aan de orde: de geestelijke eenheid. Helaas zal men zeggen, dat wij zelf die eenheid niet in praktijk brengen. Is die eenheid er niet? Hier overheerst de vrees en de huiver. Hierover hebben we talloos vaak tijdens allerlei vergaderingen met elkaar gesproken. Toch zijn we niet gevorderd, integendeel. Wat moeten we daar nu van zeggen? Moeten we niet allemaal zeggen en erkennen dat we daarin gefaald hebben? Velen halen de schouders op uit een besef van onmacht en verlegenheid. We hebben het aanvaard. Het is niet anders. Vrome wensen, anders niet.

Wat verbindt? O, er zijn zoveel dingen die echt kunnen verbinden. Ik denk dan aan de volgende dingen: het éne geloof, de éne Heere, enz. Schrift en Belijdenis kunnen verbinden; waarom werkt dat niet meer? Verbrokenheid des harten werkt saambindend, want dan hebben we niets meer over van eigenwaarde. Laten we ons daartoe wenden.

Niet op de manier, zoals dat wel eens wordt verwoord: de een achte de ander uitnemender dan zichzelf. Is dat dan niet waar? Zeker wel. Maar er staat niet: acht de lering en het optreden en de stijl en de nalatigheden van de ander uitnemender. Dat mag ik en dat mag u niet doen. Dan zullen we juist in de bressen moeten staan en niet sussen en goedpraten.

Heb ik dan zelf geen nalatigheden in overvloed? Ook dat kan niet ontkend worden. Maar als het goed is, zijn deze mij enigszins bekend en zal ik deze ook niet verdedigen, maar eerlijk erkennen. Luther had ook echt wel veel nalatigheden, toen hij in Worms stond en eens een keer niet tapte uit het vat van de zogeheten “ootmoed en liefde”. Waarheid en eenheid, daar gaat het om!

Ik heb deze regels niet neergeschreven om beschuldigend te wijzen naar hen die verrregaande contacten hebben gesmeed. Ik kan best begrijpen dat het een aanlokkelijke gedachte is om de grenzen te verleggen naar hen, van wie we menen dat ze naast ons staan.

Ik schrijf deze regels wel om aan te geven dat er blijkbaar wissels zijn omgegaan, die ongemerkt een andere richting aangeven. Ongemerkt! Daar zijn we met elkaar verantwoordelijk voor. U en ik. We zijn nu eenmaal van Kreta afgevaren. Paulus beleefde daarna de storm, al had hij tevoren gewaarschuwd. In de storm hervond hij het vertrouwen in de Heere. Dat kan ook nu.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's

OM DE EENHEID VAN DE KERK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's