Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

". . . . ook is de nacht Uwe". Ps. 74 : 16b.

De weg door dit leven gaat vaak door donkere nachten. Donkere nachten van moeite, lijden, smart, teleurstelling, beproeving, en eenmaal komt de donkere nacht van de dood! Al die donkere nachten prediken ons wat de vrucht is van de zonde, de donkere nacht namelijk van de eeuwige duisternis, van de eeuwige dood! Voor óns zijn die donkere nachten vaak nachten met een vraagteken. Voor de Héére zijn die donkere nachten echter nachten met een uitroepteken!

Het uitroepteken van Zijn liefde staat er achter voor al Zijn kinderen! Hij heeft Zijn hand in de dag, maar ook in de nacht! De dichter van Psalm 74 heeft dat leren zien.

De achtergrond van deze psalm is de donkere nacht van Israels ballingschap. Toen die nacht kwam, kwam voor de dichter ook het vraagteken.

In VS. 1 lezen wij: , , 0 God, waarom verstoot Gij in eeuwigheid? waarom zou Uw toorn roken tegen de schapen Uwer weide? "

In VS. 10 en 11 lezen wij: , , Hoe lang o God, zal de wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren? Waarom trekt Gij Uw hand, ja Uw rechterhand Eif? Trek haar uit het midden van Uw boezem, maak een einde". Hoe kunnen wij dat vraagteken verstaan.

Hoe menigmaal komt het voor, ook in ons leven. Waarom dit? Waarom dat? Waar- , om dat ziekbed? Waarom dat sterfbed? Waarom dat leed, die druk, dat kruis, die scherpe doorninmijnvlees? Waarom die geestelijke donkerheid, die geestelijke verlating, die geestelijke bestrijding? Waarom Heere, zo zegt de dichter, vergeet Gij mij?

'k Ga in 't zwart door rouw bezweken, om mijn 's vijands dwinglandij, , die mij hoont, mij 't hart doorboort, daar 'k gestaag deez' lastering hoor: Waar is God op Wie gij bouwdet. En aan ^ie g'uw zaak vertrouwdet?

Hoe staat het levensboek van al Gods kinderen vol met dit vraagteken, bij al die donkere nachten van het leven. Zie maar eens in het levensboek van Job, van David, van Asaf, van Jeremia, van Paulus.

Telkens weer kwam ook in hun leven dat vraagteken! Maar nu plaatst de Heere achter al onze vraagtekens, het uitroepteken van Zijn liefde! De Heere heeft Zijn hand in de dag; maar ook in de nacht! De Heere heeft er een bedoeling mee! Twee dingen wü de Heere door mid­ del van al dié donkere nachten Zijn kinderen leren: Ie. de strafwaardigheid van de zonde! 2e. de oefeningen van het geloof, dat bij al het onbegrijpelijke van Gods handden. God, God leert laten en zich onvoorwaardelijk leert verlaten alleen op Gods trouw, op Gods genadebeloften, ja dat zich vast leert klemmen aan Hem, Die in de weg van Zijn lijden en sterven, dwars door al die donkere nachten van zonden en dood is heengegaan, om voor al Zijn kinderen de weg te banen tot die plaats, waar de schrift van zegt: , , daar zal geen nacht meer zijn'^.

De ballingschap was Israels zonde. Israël had die donkere nacht zich waardig gemaakt! Rechtens moest Israël ondergaan. Onveranderlijk echter bleef Gods genadetrouw, Gods genadebelofte!

Alleen daarin was er uitzicht, hoop, verwachting voor het kinderlijk geloof! Opmerkelijk is daarom wat wij lezen in het 12e vs. van ps. 74. Daar immers lezen wij het woord: , , Evenwel d.w.z. ondanks alles. Ondanks al die donkere nachten is God mijn Koning van ouds af. Die verlossingen werkt in het midden der aarde". Hier beluisteren wij de taal van het kinderlijk geloof: ondanks alles!

De dichter ziet het Koningschap Gods! d.w.z. de regeermacht Gods. De Heere regeert. Misschien geschiedt er niets bij geval, maar alles komt ons toe van Zijn hand!

En is die hand voor al Zijn kinderen dan geen liefdevolle Vader-hand? Zouden wij dan bij al die donkere nachten niet mogen getuigen:

Hoe donker ooit Gods weg moog' wezen. Hij ? iet in gunst op die Hem vrezen!

De dichter zag niet alleen het Koningschap Gods, hij zag ook de verlossende kracht Gods! Hoort u maar: „Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten; Gij hebt dè koppen der draken in de wateren verbroken. Gij hebt de koppen der Leviathans verpletterd; Gij hebt hem tot spijs gegeven aan het volk in dorre plaatsen. Gij hebt een fontein en bede gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd".

En dan dan komt de dichter tot het belijden: , , de dag is Uwe, ook is de nacht Uwe". Zien wij zó Gods hand in de donkere nachten van het leven, dan aUeen kunnen al die donkere nachten voor ons worden niet alleen nachten met een vraagteken, maar ook nachten met een uitroepteken! Dan zegt Job: , , De Heere heeft gegeven, de Heereheeft genomen, de Naam des.Heeren zij geloofd". Dan zegf David: , , 't Is goed voor mij verdrukt te zijn geweest, opdat ik dus Uw Goddelijk recht zou leren". Dan zegt de Schrift: „dat alle dingen — ook dus die donkere nachten — moeten medewerken ten goede degenen, die God liefhebben, die naar Zijn voornemen geroepen zijn".. Dan wordt dit het wonder van al die donkere nachten, dat deHeerehetoog wil openen, niet alleen voor de strafwaardigheid van de zonden, maar ook voor Hem, Die de donkere nacht van de tijdelijke, geestelijke en eeuwige dood wilde ingaan, om in deze weg de zondeschuld van Zijn kerk te betalen, een schuldige kerk, met een heilig en rechtvaardig God wilde verzoenen, en de weg wilde banen naar de zalen van het eeuwige licht, alwaar geen nacht meer zijn zal! Hoe betekenisvol worden dan al die donkere nachten van het leven.

Dan zien wij hier op aarde het borduursel van al Gods wegen aart de verkeerde kant. God is groot en wij begrijpen Hem niet! Maar straks zullen wij mogen zien het juiste patroon.. Geweven door de hand van Gods liefde. Geweven door de hand van Gods eeuwig vrij en soeverein welbehagen.

Dan is de nacht voorgoed voorbij, , maar zal het in Christus, het eeuwige Licht, altijd zijn volop dag! Waarheen is nu onze reis? Naar de dag zonder nacht? Of naar de nacht zonder dag? 't Is maar één van beide, een derde mogelijkheid is er niet. De nacht, de eeuwige nacht is onze verdienste, de verdienste van de zonde. Die nacht is nog ni^ gekomen. Neen! U leeft nog in het heden der genade. En van dat heden der genade zegt de schrift: , , Nu is het de welaangename tijd de DAG der zaUgheid!"

Zeist Ds. M. Baan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1964

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1964

De Banier | 8 Pagina's