Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tijd van verval (9e en 10e eeuw).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tijd van verval (9e en 10e eeuw).

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Snelle afloop als der wateren: dit kan ook van het grote Frankenrijk gezegd worden. Na Kareis dood gaat het even snel bergafwaarts als het voor en vooral tijdens zijn leven naar boven ging.

Prof. Blok wijst op 4 oorzaken van dit snelle ontbindingsproces: de zwakheid van Kareis opvolgers, het verschil der bijeengevoegde nationaliteiten, de toenemende macht der groten en de invallen der Noormannen.

Ik wil deze oorzaken kort nagaan.

a. De zwakheid van Kareis opvolgers.

Karei de Grote liet bij zijn dood slechts één zoon na Lodewijk de Vrome, Zijn andere zonen waren nog tijdens / zijn leven gestorven.

Lodewijk bleek niet in staat te zijn het grote rijk van zijn vader te beheersen. Men heeft gezegd: hij was wel „vroom", maêr niet „vroed". Sterk kwam dit uit in zijn politiek ten opzichte van de binnenvallende Scandinaviërs. Hij had 3 zonen: Lotharius, Lodewijk en Karei. De beide oudsten richtten zich zelfs tegen hun vader en bezorgden deze veel moeite en verdriet.

Na de dood van keizer Lodewijk (840) mengde zich ook de jongste zoon, Karei in de strijd en werd het dus een driekamp, een driejarige burgeroorlog met al de vreselijkheden daaruit voortvloeiend.

In 843 kwam tussen de broers te Verdun een verdelingsverdrag tot stand en werd het rijk in drieën verdeeld; maar daardoor ook sterk verzwakt.

Lodewijk (II) kreeg Oost-Francië, Karei (de Kale) West-Francië. Het tussen deze beide stukken gelegen Midden-Francië kwam aan Lotharius. Als oudste kreeg hij ook de keizerstitel.

De grenzen van deze gebieden waren ongeveer als volgt: tussen W.-Fr. en M.-Fr.: Schelde, Maas en Rhöne; tussen M.-Fr. en O.-Fr.: Eems, Rijn, Raab. Met middenstuk, waartoe ook onze landen behoorden strekte zich uit van de Noordzee tot ong. de Tibet.

Het onderging bij de dood van keizer Lotharius een nieuwe deling in drieën, zodat er nu vijf stukken waren. Het noordelijke stuk van de drie kwam aan Ëotharius' zoon, Lotharius II en heette naar hem Neder-Lotharingen. Hiertoe behoorde nu ons land, toen Friesland geheten. Het gebied, waartoe wij behoorden, werd dus al kleiner én kleiner.

Maar bij deze verdeling is het niet gebleven. Meerdere volgden. Ik zal er mijn lezers echter niet verder lastig mee vallen.

Alleen dit wil ik zeggen, dat tegelijkertijd bijna al de zonen en kleinzonen van Lodewijk de Vrome stierven en het hele rijk van Karei de Grote weer kwam aan één persoon, keizer Karei de Dikke (881—887). Maar deze bracht het er slecht af. Zo liet hij o.m. de Noorman Godfried, die Christen was geworden en over Friesland regeerde, vermoorden. Zijn vorsten zetten hem daarom af.

Het verdelen ging nu weer lustig zijn gang. Het ene ogenblik hoorden wij bij Oost-Francië, dan weer bij West-Francië. We waren dus „ambulant". En de keizerstitel evenzo.

b. De heterogeniteit der bestanddelen.

Deze noemt Prof. Blok als tweede oorzaak van het verval. „Wat toch", zo schrijft hij, „hadden Friezen en „Longobarden, Aquitaniërs en Saksen, Beieren en Neu-„striërs eigenlijk met elkander gemeen? Wat hield ten „onzent Franken, Friezen en Saksen in een staatsverband. Niets anders dan de krachtige hand van de „grote Karolinger zelf. Toen die hand neerzonk en zwak-„ker mannen Karel's plaats innamen moest de strijd , , wel komen."

Ziet hier kort en scherp de toestand getekend. Bijzonder wijst hij op de houding der Friezen, die

direct of indirect de piraten steunden, b.v. door een passieve houding en zelfs deelnemen aan rooftochten naar Engeland. Velen hunner voelden zich meer tot de rovers (ook religieus) aangetrokken, dan tot de Franken met hun opgedrongen Christendom. Met de Saksen was het idem.

c. De toenemende macht der groten.

Hierop wil ik in een later artikel meer ingaan bij de behandeling van het landsheerlijk tijdperk.

d. De invallen der Scandinaviërs.

Zij oefenden het „beroep" van piraten met succes uit. En het kan niet ontkend, dat het le klas zeelui waren, die met hun kleine open schuiten, voorzien van één zeil, de steven getooid met een drakenkop, ook zo nodig al roeiende, alle zeeën bevoeren, maar ook waar ze kwamen schrik en ontsteltenis brachten. Alle cultuur vernietigden zij. Hun vreselijke bijlen, het Noorse wapen bij uitnemendheid, brachten dood en verderf. Vrouwen en kinderen gingen in slavernij. Kerken, kloosters, steden, dorpen, hoeven gingen in vlammen op. De tactiek der verschroeid-aarde.

Hun aanvallen op de Britse en onze kusten dateren reeds uit de Merovingische tijd. Ook x> Karel de Grote maakte kennis met de heren en liet daarom havenversterkingen aanleggen en vlotten bouwen.

De Deense viking Godfried noemde Friesland en Saksen zijn gebied en had zelfs een aanval op Aken in de zin. Hij werd echter in 810 vermoord. Karei was reeds met zijn leger naar de Wezer opgetrokken. Gelukkig verhinderden troontwisten een nieuwe invasie en Karei liet niet na het vuurtje aan te blazen en nieuwe vloten te bouwen.

Ook Lodewijk de Vrome bemoeide zich met de Deense zaken. Hg steunde Harald of Heriold tegenover de zonen van Godfried, gaf hem zelfs een graafschap aan de Wezer in leen. Natuurlijk waren de gevolgen funest. In 820 genóót Walcheren de eer van een bezoek. En in 834 drongen de roofschepen langs de Lek tot Trecht en Dorestad door. Beide plaatsen werden geplunderd. Jaar op jaar kwamen ze terug, 's Keizers pogingen hen te weerstaan, faalden.

In 838 eiste (!) dc Denenkoning geheel Friesland voor zich op.' Maar het fraaiste staaltje leverde Lotharius. Hij stelde opgemelde Harald voor .een verdrag met hem te sluiten en hem de landen, van zijn broer Karei de Kale te doen aanvallen! Hij zou dan Walcheren krijgen. 841.

Hot werd nu een frisse boel. Elk jaar roofvloten. Achtereenvolgens deelden hier Harald, Rorik Rolf, Rollo, Godfried de lakens uit. 't Is all^s even triest Dorpctad, Antwerpen, Luik, Utrecht, Witlam gingen in vlammen op. De kapel van keizer Karei gebruikten ze voor paardenstal.

Vooral de laatste, Godfried, zoon van Heriold maakte het bont. Ingesloten met zijn leger door Karei de Dikke sloot deze met de viking een verdrag! Godfried zou Christen worden en de goederen van zijn oom in Friesland krijgen.

Zwaar drukte de hand van de woesteling op de arme Friezen. Hij liet ze met stroppen rondlopen om ze bij de eerste de beste gelegenheid op te hangen. Ook beval hij de deuren naar het Noorden zo laag mogelijk te maken. Zij moesten dan bij het uitgaan een buiging voor zijn vaderland maken.

Godfried werd vermoord (z.b.) en kort daarop volgde een zware nederlaag bij Leuven. 891.

De storm beeon langzamerhand te luwen. De bui dreef over naar West-Francië, waar een Norenrijk gesticht is. (Normandië).

De welvaart begon in deze landen weer toe te nemen. Maar de verwildering bleef lang nawerken.

Twee eeuwen hebben de rooftochten geduurd. Toen bleven ze weg; niet overwonnen door het zwaard, maar door de prediking van het Evangelie. Het is mijn lezers wel bekend dat de eerste zendeling onder hen, Ansgar is geweest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1947

Daniel | 8 Pagina's

De tijd van verval (9e en 10e eeuw).

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1947

Daniel | 8 Pagina's