Provincie

De opmerkzame lezer zal constateren dat ik de Noordhollandse zetel heb gerubriceerd onder de RPF. Aangezien in Noordholland de RPF meer stemmen heeft dan de SGP is destijds overeengekomen dat ons Noordhollands Statenlid bij de Eerste Kamerverkiezing op de RPF zou stemmen.

Vervolgens wordt de kiesdeler bepaald. Deze bedraagt de uitkomst van het totaal aantal inwoners van ons land gedeeld door het honderdvoud van het aantal Eerste Kamerzetels. Deze uitkomst bedraagt 1897.

Dientengevolge worden rechtstreeks toegewezen aan de SGP één zetel, aan de RPF één zetel en aan het GPV geen zetel. Doordat deze drie partijen lijstbinding zijn aangegaan worden aan deze groep echter rechtstreeks toegewezen drie zetels. Hiervoor zijn namelijk nodig 3 X 1897 = 5691 stemmen. Uit vorenstaande opstelling blijkt dat er 6560 stemmen zijn, dus ruimschoots voldoende voor drie zetels.

Wie nu de derde zetel krijgt wordt in mijn voorbeeld als volgt vastgesteld. De groep van drie lijsten heeft, zoals eerder vermeld, 6560 stemmen; dat is per zetel 2187 stemmen. Dit aantal geldt nu als kiesdeler voor de toerekening binnen de groep SGP-RPF-GPV. De SGP heeft nu een overschot van 3281 - 2187 = 1094 stemmen; de RPF heeft geen overschot; het GPV heeft een overschot van 1270 stemmen.

Daar restzetels binnen een groep worden toegewezen volgens het stelsel van de grootste overschotten wordt in mijn voorbeeld de derde zetel toei 'ewezen aan het GPV.

Zoals ik in de vorige Banier schreef, is door het CDA gevraagd om de lijsten van de SGP, de RPF en het GPV met hun lijst te verbinden. De laatste restzetel (van de totale verdeling) zou dan bij hen in plaats van bij de linkse partijen terecht komen. Besloten is aan dit verzoek te voldoen.

De verdeling zou dan volgens berekening als volgt worden. Rechtstreeks zou dan worden toegewezen: CDA-SGP-RPF-GPV 29 zetels VVD 16 zetels PvdA 16 zetels D'66 5 zetels PSP-PPR-CPN 5 zetels 71 zetels totaal

Er resteren dan 4 restzetels. Deze worden toegewezen overeenkomstig het stelsel van de grootste gemiddelden. Daarbij wordt nagegaan hoeveel stemmen per zetel men zou hebben „betaald" indien aan genoemde aantallen telkens één zetel zou worden toegevoegd. Die het meest zou , , betalen" krijgt de betreffende restzetel.

Deze berekening heeft nu het volgende resultaat: D'66 1885 stemmen (1ste restzetel) VVD 1874 stemmen (2de restzetel) CDA-SGP-RPF-GPV 1872 stemmen (3de restzetel) PvdA 1859 stemmen (4de restzetel) PSP-PPR-CPN 1832 stemmen (geen restzetel)

De uiteindelijke verdeling zou dan als volgt worden:

CDA-SGP-RPF-GPV VVD PvdA D'66 PSP-PPR-CPN totaal 30 zetels 17 zetels 17 zetels 6 zetels 5 zetels 75 zetels

De mens wikt maar God beschikt. Doordat één Statenlid anders stemt dan verwacht wordt of doordat één Statenlid niet stemt kan de uitslag anders zijn.

In de volgende Banier hoop ik één en ander over de uitslag te vermelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen