Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hei oude Bondsvolk en zijn sociale  voorzieningen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hei oude Bondsvolk en zijn sociale voorzieningen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De slaven.

Slavernij kon verschillende oorzaken hebben, b.v. krijgsgevangenschap; of door economische misère, waardoor men zichzelf als slaaf moest verkopen aan de schuldeisers. Ook kon men slaaf worden als gevolg van een gepleegde misdaad: Indien de zon over hem (de dief) opgegaan is, zo zal het hem een bloedschuld zijn; hij zal het volkomen wedergeven; heeft hij niet, zo zal hij verkocht worden voor zijn dieverij." (Ex. 22 : 3).

Voor ons onderwerp hebben we uiteraard het meest te maken met de tweede vorm van slavernij.

Reeds in Exodus 21 lezen we hieromtrent de bepaling, dat een Hebreeuws© slaaf na zes jaar dienen als vrij man bij zijn meester mag weggaan. Indien hij getrouwd is mag zijn vrouw in het zevende jaar met hem van de vrijheid gaan genieten. De slavernij van een volksgenoot kan dus slechts een tijdelijk karakter dragen. Dit gold echter niet voor een slavin. Dit onderscheid wordt echter in Deuteronomium opgeheven: allen, hetzij slaven of slavinnen, zullen in het zevende jaar weer vrije mensen worden.

De eigenaar moet bij de vrijlating van zijn slaaf hem ook een bestaansmogelijkheid verschaffen, hem een zekere ondergrond geven, om nieuwe slagen te

kunnen opvangen. Klein vee, koren en wijn krijgt hij mee, zodat hij zijn leven als vrij man al niet direct weer moet beginnen als een berooide. Men leze hiervoor Deut. 15.

Door de voortdurende vrijlating der slaven in het zevende jaar wordt het scheppen van verschillende maatschappelijke klassen tegengegaan. Er mag geen kloof groeien tussen een uitsluitende aristocratie enerzijds en een uitgebuit proletariaat anderzijds. De Israëlieten moeten zich goed te binnen brengen, dat zij eigenlijk allemaal van oorsprong plebejers zijn, die allemaal slavendienst hebben moeten verrichten in Egypte en het alleen aan Jehova te danken hebben, dat ze uit die ellende zijn verlost. Dit argument, dat een beroep doet op cle religieuze en sociale gevoelens der Israëlieten, moet hen bewegen het gebod der

slavenvrijlating au sérieux te nemen. Het kan ook gebeuren, dat in het vrijlatingsjaar de slaaf bij zijn heer wil blijven. Wanneer cle slaaf inderdaad cleze keuze doet, vindt er een wonderlijke ceremonie plaats: zijn heer brengt hem bij cle deuq^ost en doorboort zijn oor met een priem tegen die deui-post ten teken, clat de slaaf hem voortaan steeds wil dienen en dat hij daarmee geheel is opgenomen in de gemeenschap van het gezin van zijn meester, waar hij dan ook recht heeft op levensonderhoud en bescherming.

De slavinnen, die in Exodus niet onder cle vrijlatingswet vallen, genieten op andere wijze toch ook van de bescherming der wet. De koper van een slavin is verplicht goed voor haar te zorgen. In beginsel is zij bestemd om behandeld te worden als vrouw van haar meester. Als deze haar niet als zodanig behandelt omdat hij haar niet behaagt, handelt hij trouweloos. Hij heeft niet het recht, haar dan te verkopen aan vreemdelingen. Hij kan haar dan laten loskopen door haar familie of bestemmen als een vrouw voor zijn zoon en haar dan het recht geven van een dochter. Doet hij geen van beide, dan mag hij haar toch niets doen ontbreken aan voeding, kleding enz. Wanneer hij deze plichten jegens haar ook niet vervult, mag zij weggaan zonder enige schadeloosstelling te betalen. Men leze Exodus 21.

Toch zijn er ook wetten, waaruit blijkt, dat een slaaf een beoordeling genoot, die lager ligt dan die van een vrij man. Dat vinden we bijv. in de wet op het stotige rund. Er is in deze wet sprake van een gevaarlijk rund, welks bezitter op de hoogte is van het onbetrouwbare

karakter van het beest. Als dit rund iemand met de hoorns doodgestoten had, dan moest de eigenaar met het rund sterven, tenzij de familie van de overledene zelf genoegen nam met een losgeld. Wanneer de getroffene echter een slaaf was, dan kwam de eigenaar van het rund er met een boete van dertig sikkelen zilver af, dat is het bedrag, dat de slaaf aan waarde voor zijn meester vertegenwoordigde.

Naast deze „minderwaardige" beoordeling zijn er ook wetten, die de slaven als mensen behandeld willen zien. Zo moest een slaaf onmiddellijk in vrijheid worden gesteld, als zijn meester zijn oog had gekwetst of hem een tand had uitgeslagen. En wanneer iemand zijn slaaf zo met een stok aframmelde, dat hij onder zijn hand stierf, moest die doodslag gewroken worden, blijkbaar met de doodstraf voor de doodslager. (Zie Ex. 21). En in Deut. 23 wordt bepaald, dat wanneer een slaaf wegvluchtte van zijn meester, zo mocht men hem niet aan zijn heer uitleveren. De gevluchte slaaf mocht blijven, waar het hem maar goeddacht in één van Israëls steden, en hij mocht volstrekt niet hard behandeld worden.

Daar de Israëlieten in het algemeen slechts kleine boerenbedrijfjes hadden, was het aantal slaven niet zo heel groot. Dat maakte het mogelijk, dat zij in zekere zin beschouwd werden als huisgenoten of zelfs als leden van de familie, waarbij zij dienden. Zo konden zij ook delen in de godsdienstige gemeenschap, die het gezin vormde en mochten ze deelnemen aan cle godsdienstige feesten.

Vooral het gebod van de wekelijkse sabbat moet echter van grote sociale betekenis zijn geweest voor de slaven. Na zes dagen van arbeid een dag van rust, niet alleen voor de heer, maar ook voor de slaaf; niet alleen voor de patroon, maar ook voor de werknemer (Het vierde gebod). Telkens keert dan dezelfde motivering terug, dat het volk Israël als van nature sociale bewogenheid voor slaven moet hebben, daar het zelf als slavenvolk bevrijd is uit Egypte door de sterke hand van God. Omdat Israël het slavenleven uit ervaring kent, weet juist dit volk, hoezeer ook de slaaf behoefte heeft aan een rustdag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1958

Daniel | 8 Pagina's

Hei oude Bondsvolk en zijn sociale  voorzieningen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1958

Daniel | 8 Pagina's