Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Exodus 15 enz.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Exodus 15 enz.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Israël bij Sinaï".

I. De voorbereiding tot het sluiten van het Verbond.

II. De Wetgeving.

III. De bondsbreuk.

IV. De Verbondsvernieuwing.

In de derde maand na de uittocht uit Egypte kwamen de kinderen Israëls in de woestijn Sinaï.

Israël legerde zich tegenover de berg Sinaï. De berg was een der toppen van het gebergte Horeb. Mozes beklom die berg en de Heere deelde hem mede dat Hij met het volk een Verbond wilde sluiten.

Maar dan moest het volk zich heiligen. Zij mochten de berg niet aanraken.

Aan de morgen van de derde dag toonde de Heere Zijne tegenwoordigheid in de tekenen van donder en bliksem en in het geluid van een zeer sterke bazuin.

De Heere verscheen dus in Majesteit.

Toen sprak God de tien woorden die in twee stenen tafelen werden gegraveerd.

De eerste tafel s]> reekt van de godsdienst, de tweede van de moraal.

De wet van Horeb is de wet van het Genadeverbond, welk verbond hier een wettische vorm heeft.

Vergeet vooral het opschrift niet.

Jehova geeft aan Zijn verloste volk de Koninklijke Wet.

Van oudsaf heeft men drie regels gebruikt bij de verklaring van de Wet.

1. In elk gebod is ook een verbod.

2. In elk gebod worden bepaalde, maar ook verwante zonden bestraft.

3. De Wet gaat niet alleen over onze uiterlijke daden, maar vooral over ons innerlijk leven.

Het eerste gebod zegt dat we niet van God zullen afgaan, maar Hem eren, dienen en vrezen.

Het tweede gebod legt de grond voor de ware geestelijke Godsverering.

Het derde gebod spreekt van Gods Naam als de openbaring van Zijn Wezen en van het gebruik en het misbruik van die Naam.

Het vierde gebod spreekt van de rustdag, waarover de grote Synode van Dordt (161$—'19) de volgende uitspraak heeft gedaan in 6 conclusies.

I In het vierde gebod der Goddelijke Wet is iets ceremonieels en iets moreels.

II Ceremonieel is geweest de rust van de zevende dag na de schepping en de strenge onderhouding van die dag, het Joodse volk bijzonder opgelegd.

III Moreel, dat een zekere gezette dag de godsdienst zij toegeëigend, en daartoe zoveel rust als tot de godsdienst en heilige overdenking deszelven van node is.

IV De Sabbat der joden afgeschaft zijnde moet de dag des Heeren door de Christenen plechtiglijk geheiligd worden.

V Deze dag is sedert de tijden der Apostelen in de eerste Katholieke Kerk altijd onderhouden.

VI Deze dag moet alzo de godsdienst toegeëigend worden, dat men op dezelve ruste van alle slaafachtige werken, uitgenomen die de liefde en de tegenwoordige noodzakelijkheid vereisen, mitsgaders van alle zodanige uitspanningen, die de godsdienst verhinderen.

Over de rustdag en over wat op die dag wel en niet mag is al veel getwist en gestreden.

We bewonderen de wijsheid van de opstellers van bovengenoemde conclusies, en het is nodig daarop acht te nemen, opdat we bewaard zouden blijven voor eigengerechtigheid en voor ongerechtigheid.

De Catechismus houdt zich bij de verklaring van het vierde gebod niet op met allerlei splinterige kwesties, maar laat het licht van Gods Woord over het sabbatsgebod schijnen.

Dat de kerkedienst en de scholen onderhouden worden, en dat we op de rustdag naarstig zullen opgaan om Gods Woord te horen.

Een leespredikatie is een hulpmiddel, maar de ambtelijke verkondiging van Gods Woord staat op de voorgrond en onkerkelijkheid is uit den boze, tenzij men niet anders kan opgaan dan onder een prediking, waarin het voorwerpelijke ten koste van het onderwerpelijke of het onderwerpelijke ten koste van het voorwerpelijke wordt gepredikt.

Waar de oogst groot is en de arbeiders weinige zijn, is het een voorrecht dat Gods kinderen gebruik kunnen maken van het overjarig koren.

Het moet niet gaan over een domine die preekt, of een ouderling die leest, maar om de Waarheid.

De geboden van de tweede tafel zijn de pijlers waarop onze samenleving rust.

Het vijfde gebod spreekt van het gezag.

Het zesde gebod spreekt van de beveiliging van het menselijke leven.

Het zevende gebod spreekt van de beveiliging van de eerbaarheid.

Het achtste gebod van de beveiliging van het bezit. Het negende van de beveiliging van onze goede naam.

Eindelijk staat het tiende gebod in betrekking tot alle geboden en schijnt het witte licht van Gods Wet tot op de bodem van ons hart.

De Wet heeft drieërlei doel.

Zij is allereerst: Kenbron van onze ellende.

Tuchtmeester tot Christus.

Richtsnoer van ons leven.

Gods kinderen worden wel van de vloek der Wet verlost, maar niet van de Wet.

Denk maar aan onze Heidelberger, waar juist de 10 Geboden worden verklaard in het stuk der dank» baarheid.

Recht en liefde zijn begrippen die elkander volkomen dekken.

Gods liefde is niet in strijd met Zijn recht en genade wordt in een weg van recht verheerlijkt.

Zijn de burgerlijke wetten bepaaldelijk voor Israël, ze bevatten ook regelen waarnaar onze Wetgeving zich heeft te richten.

De Ceremoniele ^Vet heeft geen bepaalde geboden gelijk de zedelijke wet.

We spreken gewoonlijk van:

heilige tijden, heilige plaatsen, heilige personen, heilige zaken.

Heilige tijden zijn, Sabbat, Sabbatsjaar, Jubeljaar.

Verder Paasfeest, Pinksterfeest en Loofhuttenfeest. Ook kunnen we de grote Verzoendag en het Purimfeest er bij rekenen.

Heilige plaatsen zijn, het heilige land, de heilige stad tabèrnakel en tempel.

Onder heilige personen denken we aan de Hogepriester, de Priester en de Levieten die tot de dienst des Heeren waren afgezonderd.

Heilige zaken zijn de verschillende soorten van offers, brandoffers, dankoffers, zoenoffers, schuldoffers enz.

De Ceremoniële Wet is niet afgeschaft maar Christus vervuld. in

Bij Sinaï had dus een Verbondssluiting plaats tussen God en Israël.

Dat Verbond werd met bloed bezegeld.

Toen Mozes lang toefde op de berg, kreeg het volk behoefte om in een zichtbare gestalje God te eren. In plaats dat Aaron zich daartegen verzette, geeft hij toe en eist hun goud en hun zilver.

Naar de gelijkenis van de Egyptische Apis Stier maakt hij een gouden kalf.

Rondom dat kalf heeft Israël feest gevierd zodat de toorn Gods ontstak.

Door het intreden van Mozes werd het volk gespaard.

De Levieten hebben 3000 man gedood.

Mozes wilde voor de zonde van het volk boeten. De Heere weigerde dit en wilde niet meer optrekken met het volk.

Door het aanhoudend gebed beloofde de Heere mee te gaan.

Hij vernieuwde het Verbond.

Op 'twee stenen tafelen, die Mozes moest uithouwen, schreef de Heere dezelfde woorden die op de eerste tafelen geweest waren.

Bronnen:

Dachsel.

Matthew Henry.

Sillevis Smit.

Stock Renkema.

1. Hoe verdelen wij de Wet?

2. Hoe verdeelt Rome de Wet?

3. Mag het le mët het 2e gebod vereenzelvigd worden ?

4. Waarop grondt Rome de splitsing van het 10e gebod ?

Ds A. DE BLOIS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1948

Daniel | 12 Pagina's

Exodus 15 enz.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1948

Daniel | 12 Pagina's