Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Preeknood en preekbevoegdheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Preeknood en preekbevoegdheid

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het voorgaan in de dienst des Woords
Er is in de periode rond 1 mei weer geschreven over de breuk in onze kerk ten gevolge van het ontstaan van de PKN. Nog steeds is er veel verdriet en veel pijn over de diepe sporen die dwars door diverse gemeenten getrokken zijn. Maar er mag ook een terugzien in verwondering zijn: de prediking van het Woord mag zondag aan zondag voortgang hebben, het aantal plaatsen waar binnen het verband van de Hersteld Hervormde Kerk gepreekt wordt neemt nog steeds toe, er is een groot aantal studenten dat zich voorbereidt op het predikantschap in onze kerk, het kerkelijk leven neemt meer en meer geordende vormen aan… Juist dat laatste vormt de aanleiding tot dit artikel. Als alle dingen met orde en stichting dienen te geschieden in de dienst van de Heere, dan geldt dat zeker ook voor de verkondiging van Zijn Woord. Daarom willen we ingaan op vragen als: wie zijn er bevoegd om voor te gaan, wat is de verantwoordelijkheid van kerkenraden, hoe heeft een kerkenraad te handelen als er geen bevoegde voorganger beschikbaar is? Ook wordt u herinnerd aan het besluit rond het afspreken van preekbeurten.

Preeknood
Er is in het afgelopen jaar veel van onze predikanten en voorgangers gevergd. De meeste van hen preken elke zondag drie tot vier (en soms zelfs vijf!) keer in één van onze gemeenten. Ook al zijn inmiddels enkele studenten toegevoegd aan de lijst van beschikbare voorgangers, toch is de druk alleen maar groter geworden. Niet alleen omdat het aantal plaatsen waar gepreekt wordt nog steeds toeneemt, maar ook door het overlijden van ds. Smelt en doordat enkele andere voorgangers ten gevolge van ziekte of anderszins niet kunnen voorgaan of zichzelf in acht moeten nemen. Juist in de gemeenten die geen eigen predikant hebben, is het dan ook heel moeilijk om elke week weer twee preekbeurten op het rooster ingevuld te krijgen. De kerkenraadsleden die met het afspreken van de beurten belast zijn, weten daar alles van. Er worden wat telefoontjes gedaan of er niet alsnog een gaatje gevuld kan worden, of er niet misschien geschoven kan worden met de aanvangstijden zodat een extra beurt mogelijk is … Het is fijn dat predikanten en voorgangers zo veel mogelijk behulpzaam willen zijn daarbij. Het is voor hen in een dergelijke situatie wel moeilijk om hun eigen fysieke grenzen te blijven bewaken. Laten we met elkaar bedenken dat niemand erbij gebaat is als onze voorgangers vroeg of laat uitvallen doordat ze te lang overbelast geweest zijn. Dit is niet alleen de verantwoordelijkheid van de voorgangers zelf, maar ook van de kerkenraden die de druk soms erg hoog opvoeren. Het is goed dat de ‘preekregelaars’ er alles aan doen om het preekrooster van de gemeente gevuld te krijgen – dat is immers hun verantwoordelijkheid. Maar ook hier geldt: laten we niet ten koste van andere gemeenten of ten koste van de orde in de kerk het rooster gevuld zien te krijgen. De Heere kan ook Zijn zegen gebieden over een dienst waarin een preek gelezen wordt!

Afspreken van de preekbeurten
Onze Generale Synode heeft besloten dat de preekbeurten voor een nieuw jaar pas afgesproken worden vanaf 1 september in het jaar daaraan voorafgaande. In het Hervormd Kerkblad is daar vorig jaar verschillende keren op gewezen. Dat betekent dat de predikanten – als het goed is – hun agenda voor 2006 nog leeg hebben en ook geen toezeggingen doen als er onverhoopt gebeld wordt door kerkenraden. Dat betekent – als het goed is – ook dat de preekroosters van de gemeenten, behalve waar het de eigen predikant betreft, nog leeg zijn en dat kerkenraden ook nog niet beginnen met het vragen van predikanten. Het is voor een scriba van een kleine gemeente heel verleidelijk om maar alvast te beginnen, ook al is het nog geen september. Het is immers niet onbelangrijk dát het rooster gevuld is en ook niet wíe er in onze gemeente voorgaat?! Dat zal niemand ontkennen. En het is duidelijk dat er altijd wel een argument te vinden zal zijn waarom ú wel alvast kunt beginnen, terwijl anderen nog moeten wachten. Maar u beseft toch wel dat u het daarmee voor anderen, die zich wél aan de regels houden, extra moeilijk maakt? U weet toch dat de zegen niet afhankelijk is van wie er voorgaat, maar van de Heere Zelf? Ik wil dan ook een dringend beroep doen op alle kerkenraden om zich te houden aan het synodebesluit en pas te beginnen met het afspreken van de kerkdiensten voor 2006, Deo Volente, op 1 september a.s. Het is begrijpelijk dat voorgangers het moeilijk vinden om ‘nee’ te zeggen als er gebeld wordt voor volgend jaar. Zeker als je altijd gewend was om al eerder de agenda gevuld te hebben. Vooral ook als het oude contacten betreft.Toch wil ik een dringend beroep op u doen om niet toe te geven aan de druk die vanuit de kerkenraden op u uitgeoefend wordt, maar pas te beginnen met het ‘weggeven’ van uw beurten op 1 september. En houdt u daarbij ook rekening met de nood van kleine en minder centraal gelegen gemeenten, zodat de beschikbare beurten zoveel mogelijk ‘eerlijk’ verdeeld worden over het geheel van de kerk.

Preekbevoegdheid
Bij het afspreken van de beurten kan gebruik gemaakt worden van de lijst van voorgangers die bevoegd zijn om voor te gaan in onze gemeenten. De namen van hen die bevoegd zijn, staan vermeld op de website van de kerk (www.hersteldhervormdekerk.nl). Vooraf­gaande aan 1 september a.s. zal een geactualiseerde lijst aan de gemeenten toegezonden worden. Het toekennen van preekbevoegdheid is de verantwoordelijkheid van de Commissie Toelating en – in uitzonderingsgevallen – van het Breed Moderamen van de Generale Synode. Daar waar voor het eerst preekconsent toegekend wordt, of eerder verstrekt preekconsent niet verlengd of ingetrokken wordt, wordt melding van gemaakt in het Hervormd Kerkblad en op de website. Het toekennen van preekconsent aan een student gaat in een ordelijke weg. In de meeste gevallen zijn er verschillende gesprekken aan voorafgegaan. In die gesprekken is niet alleen aandacht voor de voortgang van de studie, maar ook voor de geschiktheid van de betreffende persoon om te preken en om in het ambt te staan én voor leer en leven. Wanneer iemand naar de mening van de Commissie niet in aanmerking komt voor preekconsent, kan hij tegen deze beslissing in beroep gaan. In alle gevallen geldt dat waar uiteindelijk consent verleend wordt, dit via de geëigende kanalen aan de kerkenraden en de gemeenten meegedeeld wordt. Het kan dus niet zo zijn dat het gerucht gaat dat een betreffende student inmiddels bevoegd verklaard is en daarom wel gevraagd kan worden om in onze gemeenten te preken. Het is ook niet juist dat de classes kunnen beslissen over preekconsent of dat bepaalde predikanten aan studenten toestemming kunnen verlenen om ergens, al is het maar voor enkele keren, voor te gaan in de dienst des Woords. Er is maar één weg om wettig voor te gaan in onze gemeenten: via een officieel verstrekt preekconsent.

Het is de taak van kerkenraden om de voorgangers te vragen. Laten zij ook daarin hun verantwoordelijkheid verstaan, dat zij zich beperken tot diegenen die daadwerkelijk bevoegd zijn om voor te gaan. Het is in onze kerk altijd de gewoonte geweest dat alleen zij die voldoende theologische vorming genoten hadden (op academisch niveau!) bevoegd verklaard werden om te preken. Deze regel, o.a. al door een gereformeerd theoloog als Gisbertus Voetius aangehangen, bedoelt niet het belang van de wetenschap eenzijdig aan te geven, maar juist het gewicht van het ambt te benadrukken. Laat er geen onduidelijkheid over bestaan: geen mens is bekwaam om Gods Woord te verklaren zonder de bediening van de Heilige Geest. Die wetenschap ontslaat ons echter niet van de verantwoordelijkheid om door middel van studie kennis te nemen van wat de Heere aan het voorgeslacht geopenbaard heeft.

Preekbevoegdheid voor ‘eerwaarde heren’
Er leven in de gemeenten hier en daar nog vragen over de bevoegdheid van ‘eerwaarde heren’. Het kan toch niet zo zijn, zo hoor je dan, dat zomaar de bevoegdheid afgepakt wordt van mensen die al jaren voorgegaan zijn in evangelisaties en ook wel gemeenten? Dat kan inderdaad niet zo zijn. Zij die bevoegd waren in de oude Nederlandse Hervormde Kerk, hebben hun bevoegdheid gewoon behouden. Zij die dat niet waren – en dus onbevoegd voorgingen, hebben echter ook niet ‘zomaar’ een bevoegdheid gekregen. Er zijn inderdaad voorgangers die jarenlang gepreekt hebben in hervormde evangelisaties en gemeenten. Het past mij niet te twijfelen aan hun roeping, noch aan hun vaardigheid in het preken. Het feit dat je iets jarenlang onbevoegd gedaan hebt, is echter geen argument om zondermeer voor een bevoegdheid in aanmerking te komen. In de kerk is gekozen voor de ordelijke weg – die van de studie en vervolgens de toelating. Als je hoort hoe de dingen in het verleden gegaan zijn, dan bekruipt je soms het gevoel dat aan bepaalde mensen onrecht gedaan is. Het valt echter niet mee om dat gevoelen hard te maken. Het valt zeker ook niet mee om dan vervolgens onderscheid te maken tussen het ene en het andere geval. Om die reden is besloten niet terug te komen op beslissingen die in het verleden genomen zijn. Er is slechts één uitzondering gemaakt op die regel. Sommige evangelisaties hebben een vaste voorganger in dienst. Als een dergelijke evangelisatie overgaat tot ‘gemeente in wording’, krijgt de voorganger preekconsent voor déze gemeente, tot hij de leeftijd van 75 jaar bereikt heeft. Daarmee wordt voorkomen dat een officiële verbinding tussen gemeente en voorganger zomaar verbroken wordt. Ook hiervan is of wordt melding gemaakt via de geëigende kanalen.

Leesdienst
Op dit moment is de praktijk dat er niet voldoende bevoegde voorgangers beschikbaar zijn voor alle diensten die in onze kerk belegd worden. Daarom moet wel eens door één van de ouderlingen een preek gelezen worden. In de meeste gemeenten is preeklezen de afgelopen tientallen jaren geen traditie meer geweest. Het is dan ook een hele stap om daartoe (weer) over te gaan. Het is raadzaam om er binnen de kerkenraden tijdig over te spreken hoe hier in voorkomende gevallen mee omgegaan moet worden. Het kan immers zomaar gebeuren dat een predikant plotseling verhinderd blijkt te zijn en er geen vervanger beschikbaar is. Dan is het goed als er afspraken liggen over de orde van dienst, over de preek die gelezen zal worden, over wie van de broeders zal lezen. En ook al is het niet verkeerd om te staan naar de levende verkondiging van het Woord, preeklezen hoeft niet beperkt te blijven tot een uitzonderingsgeval, als een predikant op het laatste moment afbelt. Het zou kunnen zijn dat het meer stichting in de gemeenten geeft als er af en toe een preek gelezen wordt, dan wanneer de predikanten zondag aan zondag van de ene plaats naar de andere gejaagd worden. Ik denk dat het goed is dat hierover bezinning in onze kerkenraden plaatsvindt. Daarbij gaat het niet alleen om kerkenraden van vacante gemeenten. Zij zullen door de omstandigheden wellicht gedwongen worden om af en toe een preek te lezen. Maar laat het ook een onderwerp van bezinning zijn in kerkenraden die wel een eigen predikant hebben. Misschien kan juist daar overwogen worden om enkele malen per jaar in de eigen gemeente te lezen, zodat de predikant in een vacante gemeente kan voorgaan.

Tenslotte
Er is veel gebeurd het afgelopen jaar. Veel gemeenten zijn na 1 mei 2004 in verwarring verder gegaan. Soms zijn er nieuwe, onervaren ambtsdragers aangetreden. Er mag dan ook dankbaarheid en verwondering zijn als we zien hoe het kerkelijk leven weer voortgang mag vinden. Laten we er met elkaar ook naar staan dat de dingen met orde en stichting mogen geschieden. En laat het onze bede zijn of de Koning der Kerk Zich over ons wil ontfermen en of Hij nog arbeiders wil uitstoten in Zijn wijngaard, zodat de preeknood verminderd mag worden. Maar bovenal: zodat er nog velen toegebracht worden tot de gemeente die zalig wordt. Hem tot eer en onze gemeenten tot zaligheid.

(lid moderamen generale synode en lid commissie toelating)

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 2005

Kerkblad | 12 Pagina's

Preeknood en preekbevoegdheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 2005

Kerkblad | 12 Pagina's