Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KORT KOMMENTAAR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KORT KOMMENTAAR

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is een spreekwoord, dat luidt: Als er één schaap over de brug is, volgen er meer. Dat is een waar woord. Immers, nauwelijks heeft de synode van de Gereformeerde Kerken vastgesteld, dat het verhaal van Genesis 1-3 niet berust op historische werkelijkheid, of dezelfde klanken beluisteren wij ook in andere kerken.

Men weet eigenlijk niet goed meer wat men met de eerste hoofdstukken van de Bijbel moet beginnen omdat wat daar staat niet in overeenstemming schijnt te zijn met wat de resultaten zijn van de natuur-wetenschap. Het is vanzelf niet mogelijk om die eerste hoofdstukken uit de Bijbel te scheuren, want waar blijft men dan met het schriftgezag en de inspiratie! Maar toch zit men met de vraag: Hebben Adam en Eva wel bestaan? Is er wel een Paradijs geweest? Is de aarde wel werkelijk in zes dagen uit niet geschapen? Volgens de moderne wetenschap is dat uitgesloten! Dus Genesis 1-3 toch maar schrappen? Neen, men heeft er wat anders op gevonden! Wij hebben de eerste hoofdstukken van de Bijbel altijd verkeerd gelezen. In die geest liet Prof. Dr. H. Jonker, kerkelijk hoogleraar bij de Gereformeerde Bond van de Nederlands Hervormde Kerk, zich uit in een toespraak tot de hervormd-gereformeerde jongeren, die in de Rotterdamse Doelen in bondsdag bijeen waren. Volgens Trouw van 24 mei zei Prof. Jonker daar: Wij konstateren, dat de moderne wetenschap een grote uitdaging betekent voor hen, die trouw willen blijven aan de Bijbel. De moderne wetenschap geeft ons thans informaties en inzichten aangaande de Kosmos, die Calvijn, Augustinus, de apostelen nooit hebben gekend en waarvan de Bijbelschrijvers nooit hebben gedroomd. Een uitdrijvend heelal met sterrenstelsels, die miljarden lichtjaren van ons afstaan! Wetenschappelijke onderzoekers tonen ons fossielen, die aangeven, dat de aarde reeds miljoenen jaren oud moet zijn. Op de middelbare school worden ons diersoorten aangewezen, die ons als bewijs moeten dienen, dat het leven in voortgaande ontwikkeling is. En de vragen komen op: Hoe is dit alles te rijmen met het scheppingsverhaal uit Genesis? Is er een konflikt tussen de wetenschap en het Woord van God? Prof. Jonker meende van niet. Wel kunnen er konflikten zijn tussen de wetenschap en onze verklaring en uitleg van het schriftgetuigenis. Dat is wel meer gebeurd. Hij dacht daarbij aan het kerkelijk konflikt met Galilei en Copernicus. Onze opvattingen aangaande het Woord zullen gekorrigeerd moeten worden. Hoe hij die korrektie zag, bracht hij niet naar voren. Daarover liet zich Prof. Dr. B. J. Oosterhoff, hoogleraar bij de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn, wel uit in een lezing, die hij hield op de predikantenkonferentie 5 juni j.l.

In verband met de resultaten van de moderne natuurwetenschap meende hij, dat het noodzakelijk was zich opnieuw te bezinnen over de betekenis van Genesis 2 en 3. Hoe wil hij dan de eerste hoofdstukken van Genesis uitgelegd zien? Op deze vraag gaf Prof. Oosterhoff het volgende antwoord: Vraagt men mij of wij in Genesis 2 en 3 hebben te doen met symbool of werkelijkheid, dan zeg ik: met beide! De werkelijkheid wordt ons op symbolische wijze meegedeeld. Het gaat, volgens Prof. Oosterhoff, in Genesis 2 en 3 om de werkelijkheid, zoals die in Rom. 5 aan de orde komt. De mens is goed en naar Gods beeld geschapen. Maar de mens heeft zichzelf en al zijn nakomelingen door het ingeven des duivels en door moedwillige ongehoorzaamheid van deze gaven beroofd. Maar deze geweldige werkelijkheid wordt ons in symbolische trekken, die ons aan profeten en dichters doen denken, weergegeven.

Prof. Oosterhoff wil dus van een letterlijke opvatting van wat ons Genesis meedeelt niet weten. En dat houdt in, dat wij een vraagteken kunnen plaatsen achter de schepping van de mens uit het stof der aarde, en de formering van Eva uit een rib van Adam. Ook zijn de paradijsrivieren, de slang en de beide bomen er niet in werkelijkheid geweest! Het is alles slechts symbolische weergave van de werkelijkheid.

Zo doet Prof. Oosterhoff, ook al ontkent hij dit, een krampachtige poging om de resultaten van de moderne natuurwetenschap in overeenstemming te brengen met wat ons Genesis meedeelt. Doch daarmee komt hij toch wel in strijd met het geheel van de Schrift. Wat Genesis óns meedeelt, staat immers niet op zichzelf! Wij vinden het op allerlei wijze in heel de Bijbel terug. Als Genesis anders gelezen moet worden, moet eigenlijk heel de Bijbel anders gelezen worden! Het is toch wel droevig als de wetenschap gaat bepalen hoe wij Genesis moeten lezen. Zeker, Prof. Oosterhoff heeft in zijn referaat nadrukkelijk gesteld, dat de natuurwetenschap nimmer over de Schrift mag heersen. Geen wetenschap, of dat nu de filosofie of de natuurwetenschap is, kan ons de bedoeling van de Schrift duidelijk maken. Maar de natuurwetenschap kan wel aanleiding zijn tot een opnieuw luisteren naar de Schrift en een ander verstaan van haar. Doch hoe Prof. Oosterhoff het ook onder woorden zoekt te brengen, het komt er toch op neer, dat de wetenschap heeft uitgemaakt, dat van een letterlijke opvatting van Genesis geen sprake kan zijn.

Maar dan heeft Paulus het bij het verkeerde eind gehad, want die was een voorstander van de letterlijke opvatting van Genesis 2 en 3, maar ja, die wist dan ook niets van de resultaten van de moderne wetenschap. Zou hij wel door de Heilige Geest van woord tot woord geïnspireerd zijn? '

In het Nederlands Dagblad van 6 april leizen wij de volgende regels: Als Paulus op de Areopagus het Evangelie predikt van God, Die de wereld gemaakt heeft en al wat daarin is, dan zegt hij van Hem: Hij heeft uit enen bloede het ganse geslacht der mensen gemaakt om op de gehele aardbodem te wonen. Vandaag zouden de geleerden hem in de rede vallen en velen, die prijs stelden op de christennaam, zouden zich onder hen scharen en zeggen: Neen, Paulus, dat weten wij nu wel beter. God heeft niet uit een bloede het gehde menselijke geslacht gemaaJct. Het is alles hed anders in zijn werk gegaan.

Prof. Oosterhoff ontkent o.a. het historisch bestaan van de bomen in het Paradijs en de slang. Het is slechts symbolisch weergave van de werkelijkheid. Dit linkt nogal paradoxaal. Hoe moeten wij dit toch opvatten? En hoe zit het dan et Adam? Was Adam nu wel echt de eerste mens of schuilt daarin ook symboliek? Prof. Oosterhoff laat zich er echter niet verder over uit. En geen wonder, want als de geschiedenis van Adam en Eva slechts symbool is van de werkelijkheid, waar blij ven wij dan met een tekst als: Gelijk door de ongehoorzaamheid van die ene mens vden tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Eén velen tot rechtvaardigen gesteld worden? Wie het historisch bestaan van de eerste Adam in het Paradijs ontkent, komt met heel de Schrift in konflikt, hoe men zich er ook zoekt uit te redden.

Amersfoort

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 1968

De Saambinder | 4 Pagina's

KORT KOMMENTAAR

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 1968

De Saambinder | 4 Pagina's