Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RELIGI - - - e u s

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RELIGI - - - e u s

De Eucharistie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat de Bijbel leert

Deze vervloeking ten spijt verwerpen wij toch de leer van Rome over de transsubstantiatie. De Bijbel immers leert er ons niets van. Het is zo nodig in deze tijd van oecumenische verdraagzaamheid (of slapheid?) om Gods Woord duidelijk en krachtig te laten spreken, en naar Gods spreken te leren luisteren.

Zovelen hebben hun levens- en heilsverwachting geankerd in menselijke beloften en kerkelijke beschouwingen, die zo onbetrouwbaar en wankel zijn als de mensen zelf.

Maar daartegenover staat Gods Woord, vast en veilig als de ankergrond van Gods hart. Op Zijn belofte mogen we ons verlaten. Zonder enige reserve mogen wij gehoor geven aan Zijn Woord.

"Wij zouden Gods Woord met veel groter eerbied betrachten, als wij er aan dachten dat het niet met inkt maar met het bloed van Christus geschreven is!" (Calvijn).

Als in de 9e eeuw de monnik Paschasius Radbertus de leer verdedigt, dat in de mis brood en wijn werkelijk veranderen in het lichaam en bloed van Christus, dan wordt hij door andere theologen fel bestreden! Zijn kloostergenoot Ratramnus verdedigde namelijk de geestelijke opvatting van het Avondmaal.

In 1047 was paus Gregorius VII zelf nog in twijfel of men de transsubstantiatie moest aannemen of niet. Hij beval een vasten aan de kardinalen om van God een openbaring der waarheid te krijgen, maar die zo begeerde openbaring bleef uit.

Hij veroordeelde Berengarius van Tours (f1088), die de realistische visie bestreed. Voor Berengarius was het Avondmaal een gedachtenismaal: "Christus eist dat gij door het lichamelijke eten en drinken - dat gebeurt door uiterlijke dingen, door brood en wijn - u bewust wordt van het geestelijk eten en drinken van het vlees en bloed van Christus - dat gebeurt in de geest - terwijl ge u in uw innerlijk verkwikt met de menswording en het lijden van het Woord, opdat gij het leven van uw innerlijk inricht volgens de nederigheid waardoor het Woord vlees is geworden en het geduld waardoor Hij Zijn bloed vergoten heeft".

In 1079 werd hij door Gregorius VII gedwongen te herroepen. Hij moest onder ede verklaren: "dat brood en wijn veranderen in het ware, eigenlijke en levendmakende vlees en bloed van Jezus Christus en na de consecratie het ware lichaam van Christus zijn dat uit de maagd geboren werd en het ware bloed van Christus dat uit zijn zijde vloeide, en dat niet alleen door het teken en de kracht van het sacrament, maar in de eigenlijke natuur en in de waarheid van het wezen (in proprietate naturae en veritate substantiae)".

Het is pas in 1215 op het 4e Lateraans concilie dat de transsubstantiatie als officiële leer van de R.-K. Kerk is erkend, door paus Innocentius III (1198-1216).

Tenslotte sprak het concilie van Trente in 1551 de banvloek uit over alwie dit betwijfelt of verwerpt:

"indien iemand beweert dat in het hoogheilig sacrament van de Eucharistie de substantie van brood en wijn tegenwoordig blijft tezamen met het lichaam en bloed van onze Heer Jezus Christus; en die wonderbare en unieke verandering loochent van de gehele substantie van het brood in het lichaam en van de gehele substantie van de wijn in het bloed, terwijl slechts de gedaanten van brood en wijn overblijven - welke verandering de kerk zeer juist "transsubstantiatie" noemt - die zij vervloekt" (canon 2).

Vooreerst het kader

waarin het Avondmaal werd ingesteld, verwerpt de transsubstantiatiegedachte. Jezus stelde het Avondmaal in het kader van het Joodse paasmaal. Gelijk elke Joodse vader deed tijdens het Paschamaal, zo brak Jezus het brood en reikte het uit met de woorden: Dit is het brood der verdrukking, dat onze vaderen gegeten hebben.

Nooit heeft een Israëliet, die de Paschaviering meemaakte, deze woorden naar de letter opgevat, maar hij zag in het brood, dat gebroken werd, het zinnebeeld van de verdrukkingen, die de voorvaderen hadden geleden.

Hierbij vermeld ik een van de begeleidende gebeden tijdens deze handeling: "Dit is het brood der ellende dat onze vaderen aten in Egypte. Wie hongert, hij kome bij ons binnen en ete met ons.

Laat de eenzame komen, en Pascha met ons vieren. Dit jaar zijn we nog hier, maar volgend jaar in het land Israëls, dit jaar zijn we slaven, maar volgend jaar vrije mensen".

Toen Jezus Zijn Avondmaal instelde, brak Hij insgelijks het brood, doch wijzigde de rituele woorden van het oude Pascha:

Neemt, eet, dit is Mijn lichaam (letterlijk: "dode lichaam"), dat voor u gegeven wordt, doet dit tot Mijn gedachtenis.

Evenzo de beker na de maaltijd gevende zeide Hij: Deze beker is het nieuwe Verbond in Mijn Bloed, dat voor u vergoten wordt (Luk.22:19,20).

Van het ene zinnebeeld ging Jezus over tot een ander zinnebeeld.

Niemand onder de aanwezigen kon Jezus' woorden anders dan zinnebeeldig opvatten. Niemand der aanwezigen die Jezus levend zagen aanzitten, kon op de gedachte komen, dat Jezus daar nu tweemaal aanwezig was; allereerst als een levend mens die met hen aanzat aan de tafel en in de tweede plaats als een dode, wiens vlees gegeten en wiens bloed gedronken werd. Jezus was op dat moment niet dood, maar levend! Jezus' bloed was nog niet vergoten. Hoe konden dan de discipelen Zijn nog-niet-dode lichaam eten, hoe konden zij Zijn nog niet-vergoten bloed drinken?

Zelfs, hoe konden zij denken aan eten van vlees, aan drinken van bloed, aangezien zij brood proefden en geen vlees, wijn proefden en geen bloed?

Rome moet echt wonder op wonder stapelen om haar bewering te kunnen handhaven.

Wij mogen aannemen dat de discipelen niet anders konden veronderstellen dan dat Jezus met het brood en de wijn een afbeelding bedoelde te geven van Zijn gebroken lichaam en Zijn vergoten bloed, dat geofferd zou worden tot vergeving van zonde.

Maar ook de tekst

"Joh.6:48-58" waarop Rome zich beroept om haar leer te gronden, geeft geen enkele aanleiding tot zo'n zelfstandigheidsverandering. Integendeel, precies op grond van dit bijbelgedeelte moeten wij deze leer afwijzen.

In deze tekst zegt Jezus herhaaldelijk dat Hij het "Brood des levens" is, dat Zijn vlees moet gegeten worden en Zijn bloed moet gedronken worden. Wanneer je het zo leest, los van het geheel van het hoofdstuk, zou men geneigd kunnen zijn broodvermenigvuldiging! Jezus wijst hen dan ook terecht. In vers 27 zegt Hij dat ze niet moeten werken om de spijs die vergaat, maar om de spijs die blijft tot in het eeuwige leven. In vers 29 omschrijft Jezus dit "werken" als "geloven in Hem". En hier raken we het centrale thema van het hele Johannes-Evangelie nl. "Geloven". Méér dan 90 keer komt dit woord "geloven" erin voor. Hoe sterk wordt ook in Joh.6 dit "geloven" beklemtoond!

Joh.6:29 Dit is het werk dat God van u vraagt: te geloven in Degene die Hij gezonden heeft.

Joh.6:35 Wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst krijgen.

Joh.6:36 gij gelooft niet.

Joh.6:37 wie tot Mij komt zal Ik niet buitenwerpen.

Joh.6:40 ieder die in Hem gelooft, heeft eeuwig leven.

Joh.6:44 niemand kan tot Mij komen.

Joh.6:45 komt tot Mij.

Joh.6:47 wie gelooft, heeft eeuwig leven.

Rusten in het geloof van Christus

Tot acht keer toe is hier sprake van "geloven" of "komen".

Jezus wil ons hier leren dat wij door het waarachtig deelhebben aan Hem (geloven in Hem, komen tot Hem) levend gemaakt worden, gevoed worden tot de eeuwige zaligheid.

Het eten is een eten des geloofs en het drinken is een drinken des geloofs. De hele Bijbel trouwens getuigt dat Christus en Zijn heil ontvangen worden "door het geloof"!

Zijn vlees eten en Zijn bloed drinken, dat is: uit onze zonde en onze dood de toevlucht nemen tot onze gekruisigde Zaligmaker, bij Hem schuilen, in Hem geloven.

Met klem leert Jezus ons in Joh.6 dat niet het lichamelijk eten en drinken ons voedt en sterkt. Niet brood en wijn zijn geloofsversterkend, maar Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed. Daardoor wordt onze ziel gevoed ten eeuwigen leven. De Heere wil, door de tekenen van brood en wijn, ons leren leven uit het ene offer van Jezus Christus.

De Heidelbergse Catechismus heeft dit, in navolging van de Bijbel, helder verwoord in z.28, vr. en antw. 76:

"Wat betekent dat: het gekruisigde lichaam van Christus eten en Zijn vergoten bloed drinken?"

"Dat wij met een gelovig hart heel het lijden en sterven van Christus aannemen en daardoor vergeving van zonden en eeuwig leven verkrijgen. Verder ook, dat wij door de Heilige Geest, Die tegelijk in Christus en in ons woont, steeds meer met Zijn heilig lichaam verenigd worden, en wel zo, dat wij, hoewel Christus in de hemel is en wij op de aarde zijn, toch vlees van Zijn vlees en been van Zijn gebeente zijn; en ook zo, dat wij door één Geest eeuwig leven en geregeerd worden, zoals de leden van het lichaam door één ziel".

Het is overduidelijk dat Christus een geestelijk eten en drinken heeft bedoeld. Dit gebeurt niet met de mond, maar met onze geest en ons hart. "De Geest is het Die levend maakt, het vlees is van geen nut. De woorden die Ik tot u gesproken heb, zijn Geest en leven".

Ziende op de Schrift moeten wij de leer van de "transsubstantiatie" afwijzen! Ziende op de Schrift mogen wij versterkt en vertroost worden door de tekenen van brood en wijn, de goddelijke waarborg van Zijn liefde en Zijn trouw!

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1994

In de Rechte Straat | 24 Pagina's

RELIGI - - - e u s

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1994

In de Rechte Straat | 24 Pagina's