Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roemenië heeft nog altijd gebrek aan alles

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roemenië heeft nog altijd gebrek aan alles

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zes jaar na de val van Ceausescu is Roemenië nog altijd een land vol armoede en gebrek. De inflatie is enorm, met name de dorpen zijn van veel voorzieningen verstoken en velen kunnen zich geen landbouwmachines, geen auto en zelfs geen paard-en-wagen veroorloven. Hulpverlening blijft bitter noodzakelijk.

Drie oude houten bedden staan er in het kleine kamertje. Op twee ervan Hgt een stille hoop dekens. Op de derde komt een man moeizaam overeind. Zijn linkerarm hangt slap neer. Sinds hij getroffen werd door een beroerte is hij niet meer in staat de kost voor zijn gezin te verdienen. Zijn vrouw onderging een borstoperatie. In hun huisje, aan een modderig slingerweggetje achter het kerkgebouw, leven ze zonder vast inkomen. De operatie van de vrouw werd betaald door een collecte in de kerk, maar regelmatige diaconale steun is onmogelijk. Het meubilair in het kamertje bestaat verder uit een verveloos tafeltje in het midden, een kastje, een oud fornuis waarop wat pannen walmen en een kronkelige waslijn waarover ruwe kleren hangen te drogen. Als de man met behulp van een kruk wegstrompelt om zijn vrouw te halen, daalt de stilte in het kamertje. Plotseling komt een van de groezelige dekenhopen echter tot leven. Er blijkt iemand onder te liggen. Een wit gezicht komt gedeeltelijk te voorschijn. Zwarte haren steken aftegen het kussen. Hoewel de Hongaarse predikant in rammelend Duits luidkeels uitleg geeft over de toestand van het gezin, slaapt de dochter des huizes onverstoorbaar door.

Gebrek aan alles
Het gezin is een van de families in het afgelegen dorp Bogdand in het Hongaarssprekende deel van Roemenië die het dringendst om hulp verlegen zijn. Van de vele levensmiddelen die we rond de jaarwisseling tijdens een hulptransport van de Stichting Lele Baratjai (Vrienden van Lelei) uit Vriezenveen/Rijssen naar het dorp brachten, kreeg daarom ook dit gezin zijn deel. Uit de bus-met-aanhanger kwamen verder zakken vol kleding te voorschijn. Tussen de bagage ging ook een orgeltje schuil voor het koor van de plaatselijke Hongaarse Gereformeerde Kerk. Roemenië heeft ruim zes jaar na de revolutie nog altijd gebrek aan alles en loopt naar westerse maatstaven meer dan een halve eeuw achter. De Roemeense munt, de leu (een verbastering van de leeuwendaalder, een vroegere Nederlandse munt), is in een jaar tijd met de helft in waarde verminderd. Een briefje van 5000 lei (meervoud van leu) is nauwelijks een Nederlandse rijksdaalder waard. Geen wonder dan ook dat men zoveel mogelijk buitenlandse valuta probeert te bemachtigen. In de winkels is meer te krijgen dan vóór de revolutie van 1989. De mensen hebben echter geen geld om veel te kopen. Ironisch is dat ze voor de omwenteling wel geld hadden, maar dat er weinig te krijgen was.

Uitputtend
Gas- en waterleidingen kent het dorp Bogdand niet. Ds. Bogdan Janos, bij wie we logeren, heeft een ligbad en toilet in zijn huis geïnstalleerd, maar voorlopig moet het bad met emmers water gevuld worden en is de toiletpot helemaal niet bruikbaar. Elk huis heeft een waterput, waar meestal met de hand emmers water geput worden. Het vocht wordt ongekookt opgedronken. Janos' collega in het naburige dorp Lelei beschikt over een pomp, maar heeft vaak te kampen met mankementen door de vorst of doordat de pompen (van Russische makelij) het nukkig laten afweten. De centrale verwarming in de Bogdandse pastorie doet het ook niet. De grote ruimten worden warmgestookt met aardewerken houtkachels. Die verwarming ontbreekt in het toilet, een houten hokje achter het huis. Bruin wc-papier hangt in brokkelige flarden aan de rol. Men neme plaats op een plank met een gat erin. Bij vriesweer is het er bitter koud, maar overigens wel even uit te houden. Als op Nieuwjaarsmorgen echter opeens de dooi invalt, ontdooit ook het toilet en begint het prompt kwalijke geuren voort te brengen. De sloot vóór het huis blijkt het riool te zijn.

Zult en augurken
's Lands wijs, 's lands spijs. De enige groenten die we deze week zien, zijn kleine beetjes kool. Verder komt er veel vet vlees op tafel, vergezeld van aardappelpuree, hompen brood, augurken en in koolbladeren gewikkelde gehakt. Ds. Bogdan heeft voor zijn eigen vleesvoorziening zes varkens in een laag schuurtje achter zijn pastorie. Tijdens diners buitenshuis (elke avond worden we bij een ander gastvrij gemeentelid uitgenodigd) verstouwen we glibberige zult en lauwe ragout. Weigeren is wel erg onbeleefd, dus ondanks een gevoel van afgrijzen wordt het spul manmoedig doorgeslikt: brokje zult, stukje ei erbij voor de smaak en dan zonder kauwen het zaakje in één keer doorslikken. De gastheer zorgt voor drinken. De gastvrouw eet zelf vaak niet mee. Ze loopt zorgzaam rond de tafel en eet in de keuken, tussen de bedrijven door. Alcohol schijnt een onmisbaar onderdeel van de levensstijl te zijn. Bij elke maaltijd komen de flessen voor de dag. „Rens, möchst du ein Schnapps?" is ook het eerste wat ds. Bogdan elke morgen vraagt. En vervolgens: „Nun eine Zigarette, ja?" Beide weiger ik, maar de pastor volhardt tot de laatste dag in het stellen van beide vragen. Ondertussen merkt hij met een ernstig gezicht op dat alcoholisme een van de grootste problemen onder zijn gemeenteleden is...

Armoede
Hoewel de Hongaren alles uit de kast halen om hun gasten het beste voor te zetten, blijven de armoedige levensomstandigheden niet verborgen. De lonen zijn laag. Het gemiddelde inkomen in Lelei bedraagt nauwelijks honderd gulden per maand. Boeren die vroeger op staatsboerderijen over machines beschikten, bewerken nu hun geprivatiseerde grond met de hak. In veel dorpen zijn geen winkels en ontbreekt openbaar vervoer. Een auto kunnen velen zich ook niet veroorloven en degenen die dat wel kunnen, moeten hun eigen mankementen kunnen oplossen, waarbij nieuwe onderdelen nauwelijks verkrijgbaar zijn. Benzine is ook schreeuwend duur, althans naar Roemeense maatstaven. Tussen de dorpjes passeren we paardekarren en voetgangers. De benenwagen is een veelgebruikt vervoermiddel. Men loopt kilometers van het ene dorp naar het andere. Een oud echtpaar glibbert over de veldweg naar huis. Een Dacia (nagenoeg het enig verkrijgbare automerk) komt voorbij met een stapel strobalen op het dak. Met de gezondheidszorg is het in Roemenië ook nog niet best gesteld. Artsen in het ziekenhuis verwachten van patiënten dat ze als bijbetaling voor een operatie geld, melk, kaas of kip meebrengen. Injectienaalden zijn allesbehalve schoon en daarom hebben we die zelfbij ons.

Verharde weg
Lelei is een van de armste dorpen in de omgeving en was ook moeilijk bereikbaar. Pas sinds kort loopt er een verharde weg naar het dorp, die werd aangelegd door een groep Zwitsers. Bij de kerk in het midden van het dorp houdt het asfalt abrupt op. Straatverlichting ontbreekt. Andere dorpjes in de streek kennen helemaal geen weg. De mensen lopen er door het veld naar de dichtstbijzijnde bushalte. Behalve de Zwitsers zijn nog vele andere hulpverleners actief in Roemenië. In Bogdand ontmoeten we een lawaaiige Belg uit Boekhout, die in zijn eentje hulptransporten op touw zet en nu te gast is bij de burgemeester. Het dorp Lelei is door de Stichting Lele Baratjai al op allerlei manieren geholpen. De zakken vol gesorteerde kleding zijn heel welkom, want kleding is duur in Roemenië. Om de werkgelegenheid te stimuleren zijn een tractor, een combine en zaaigoed geschonken en met hulp uit Nederland hebben de inwoners van Lelei zelf een oliemolen gekocht. Alle hulp loopt via de kerkeraad van de Hongaarse Gereformeerde Kerk. Ondertussen houdt de stichting nauwgezet toezicht, omdat andere hulpverleners elders soms tot hun ergernis constateerden dat geschonken machines ongebruikt stonden te verroesten.

Talen
De Hongaren stellen persoonlijk contact met hun hulpverleners op hoge prijs. „Ze balen van vrachtwagens die even goederen droppen bij de pastorie en dan weer doorrijden," zegt stichtingsvoorzitter Otten. Behalve aan Lelei wordt nu ook aan Bogdand structurele hulp verleend. Ds. Bogdan heeft aan ideeën daarover geen gebrek. De conversatie met de pastor vindt plaats in rammelend Duits, met het woordenboek onder handbereik. Tijdens ons vijfdaagse bezoek klinkt overigens een wirwar aan talen: Ook een buurjongen uit zich in moeizaam Duits, de zoon van de predikant en een andere buurjongen maken zich in het Engels verstaanbaar, onderling redekavelt men in rap Hongaars, soms valt er een Roemeens of Frans woord en de gasten bezigen Nederlands en Rijssens. Russisch zijn de volwassenen in Roemenië ook machtig, want dat was nagenoeg de enige buitenlandse taal die men op school kreeg onderwezen. Die kennis wordt echter zo min mogelijk in praktijk gebracht. Sinds de omwenteling komen ook West-Europese talen op de scholen aan bod en is het Russisch van het lesrooster verdwenen.

Muziekstandaard
Tijdens de reis zingt het kerkkoor voor ons. De "cantor", die 's zondags organist en voorzanger is, heeft een eenvoudige muziekstandaard voor zich: Een van de vrouwen op de voorste rij houdt het verfomfaaide boek open voor zijn neus. Als ze haar vingers per ongeluk op de muziek houdt, geeft de cantor er snel een tik tegen. Deze dirigent is overigens wars van elke show. Zijn bewegingen zijn eenvoudig: twee wijsvingers vooruit en dan de handen wat op en neer. Het koor zingt deze middag in het onverwarmde kerkgebouw, waar de koorleden soms stampvoeten van de kou. Stevige bassen paren zich met schelle vrouwenstemmen. Op een oud orgeltje, dat te voorschijn kwam uit een kist, wordt de toon aangegeven, maar daarna gaat het a capella. Het koor zingt nagenoeg alles uit het hoofd, zonder instrumentale begeleiding.

Kerk
Het Hongaarse Gereformeerde kerkgebouw van Bogdand is al eeuwen oud en momenteel hard aan een opknapbeurt toe. De vloer bestaat uit beton en keien. Op plafond, kansel en galerijen bevinden zich oude schilderingen. In Bogdand is ds. Bogdan Janos sinds april 1993 predikant. De 46-jarige pastor is van plan tot zijn emeritaat in de gemeente te blijven. Vanwege het tekort aan predikanten beëindigen zij hun ambtswerk doorgaans niet voor hun 70e jaar. Sinds de omwenteling is echter een behoorlijk aantal jongeren theologie gaan studeren. De 20-jarige zoon van ds. Bogdan is inmiddels derdejaarsstudent en de 17-jarige zoon hoopt deze zomer aan de studie voor predikant te beginnen. In het dorp Ardud passeren we de ruïne van de burcht waar in 1544 en 1545 de eerste twee synoden van de Hongaarse Gereformeerde Kerk werden gehouden. Bisschop van dit district is Laszlo lokes of, op z'n Hongaars, lokes Laszlo. Zijn verbanning naar een klein dorp in de omgeving van Bogdand was eind 1989 een van de aanleidingen tot de revolutie. „Een zeer goede man," zegt Bogdan.
„Hij werkt hard, slaapt maar twee of drie uur per nacht en doet heel veel voor de kerk en voor de Hongaren in dit land."

Geen catechisatie
De kerken hadden in het verleden veel te lijden van de Securitate, de geheime dienst. Ook ds. Bogdan kreeg met hen te maken: Hij moest zijn enige varken inleveren en leed honger met zijn gezin, 's Winters kreeg hij ook geen brandhout. Net als andere predikanten moest hij rapporteren op welke tijden en hoe lang hij wilde preken en catechiseren. Als hij zei 's zaterdags catechisatie te zullen houden, werden de leraren op school door de Securitate geïnstrueerd om op die tijden les te geven, zodat de leerlingen niet naar het onderricht van hun predikant konden gaan. Sinds de revolutie is er vrijheid van godsdienst, die ook in de nieuwe grondwet is vastgelegd. De Hongaarse Gereformeerde Kerk kent overigens wel de nodige variatie. Ds. Bogdan heeft vrouwelijke collega's, maar dat is zeer tot zijn droefenis. „In de Bijbel mag het niet, maar bij ons wel." De hulpverleners uit Nederland kunnen invloed uitoefenen door de lectuur die ze invoeren. Tijdens ons bezoek vroeg ds. Bogdan dringend om een goede bijbelverklaring. De Stichting Lele Baratjai betrekt lectuur van Kom Over en Help en de GBS, en wil ook zelf een boek van Bunyan in het Hongaars laten vertalen. De vrijheid van godsdienst kwam er ondanks het feit dat ook Ceausescu's opvolgers communisten zijn. De Hongaarse gereformeerden beoordelen het regime zeer negatief Groot zijn ook de tegenstellingen tussen de Roemenen en de Hongaarse minderheid, die in de jaren tachtig zwaar gediscrimineerd werd. „De onderlinge haat is groot", zegt een student.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 april 1996

Terdege | 88 Pagina's

Roemenië heeft nog altijd gebrek aan alles

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 april 1996

Terdege | 88 Pagina's