Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenrubriek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenrubriek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een jonge lezer D.B. te A. stelde achtereenvolgens een zestal vragen, waarop ik in hel kort wil ingaan.

Vr. 1. Op de preekstoel wordt in deze tijd wel eens gezegd: „Er is veel lawaai, maar weinig leven. Dat bedoel ik geestelijk". Hoe komt dit eigenlijk nu in onze dagen. Wat is de oorzaak?
Antw. Met deze uitdrukking wordt waarschijnlijk bedoeld: in onze dagen zijn er nogal wat mensen die spreken van geestelijke ervaringen en ook overtuigd zijn van de echtheid ervan, maar waar echter gegronde reden is om te twijfelen of het allemaal wel echt is.
Voorop staat dat niemand de harten kent dan de Heere alleen. Anderzijds openbaart het geestelijke leven door de H. Geest, hoe onderscheiden deze leiding ook kan zijn, zich in bepaalde kenmerken. Zonder volledig te zijn mogen we dan wijzen op: verootmoediging onder God; droefheid naar God, verbondenheid aan de inzettingen des Heeren, haat tegen de zonde, een verlaten van de wereld en haar begeerlijkheden, honger en dorst naar de gerechtigheid, die in Christus Jezus is, opwas in de genade en kennis van de Heere Jezus en nadere oefeningen en verzekeringen van het geloof met daarbij een heilige wandel in de vreze des Heeren en in ootmoed.
Wanneer nu allerlei geestelijke ervaringen verteld worden zonder dat daar bovengenoemde zaken in doorklinken en ook de levenswandel er niet van getuigt, moet terecht gevreesd worden voor zelfbedrog.
Hoe dit zou komen in onze dagen is niet zo eenvoudig te zeggen. Allereerst werkt de Heere naar Zijn welbehagen, dat ook in het geestelijk leven en haar oefeningen openbaar komt. Anderzijds wordt er veel over het werk van de H. Geest gesproken en geschreven, waarin een zekere eenzijdigheid doorklinkt. Denk aan de Evangelische kringen. Zo gauw vindt dat navolging. Het ontdekkend werk van de Heilige Geest wordt daarin gemist en dan vertoont het spreken over de verlossing gebrek aan diepte en echtheid. Dat ontdekkend werk van de H. Geest is vooral nodig. Dan wordt ook de kennis van de verlossing op de rechte wijze geleerd. Er wordt dan plaats voor gemaakt.
De Heere bekeert Zijn volk niet anders als vroeger. Daarom dienen de geestelijke ervaringen getoetst te worden aan Gods Woord, dat norm blijft voor alle bevinding. En de oprechte zal ook niet anders verlangen dan dat de Heere Zelf de waarheid van Zijn werk zal bevestigen en voor bedrog zal bewaren.
Er is juist in onze dagen nodig dat de Heere door Woord en Geest onderwijst en dat men niet lichtvaardig zich toeëigent, wat niet van de Heere ontvangen is. Na de vrijmacht des Heeren is dus de persoonlijke verantwoordelijkheid van het grootste gewicht.
Vr. 2. Hoe komt het dat er zo veel wereldgelijkvormigheid is in de kerken van vandaag, ook in onze gemeente?
Antw. De Heere bracht een scheiding aan tussen de wereld en Zijn gemeente. Dat is duidelijk te zien bij Israël. Dit geldt ook voor de N. Testamentische gemeente. Helaas openbaarde zich bij Israël het verlangen de (afgodische) wereld gelijk te willen zijn. Dat bleek bij het verlangen naar een koning zoals de andere volken hadden. Maar ook bij het dienen van de afgoden ervan. Het ware Israël vreesde de Heere en diende Hem alleen. De godvrezende koningen (denk b.v. aan Josia) herstelden Zijn dienst.
Helaas zijn deze verschijnselen van wereldgelijkvormigheid in de gemeenten ook nu aanwezig. De satan gaat nog steeds rond als een briesende leeuw, de wereld lokt en trekt, het eigen vlees probeert er gehoor aan te geven.
Onze keus, in het paradijs gedaan, vindt haar voortzetting in het heden.
We lezen uit Gods Woord hoe de Heere Zich vertoornt over dit afwijken van Zijn Woord en wet. En tevens zien we hoe Hij dit bezoekt.
Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen.
We zijn er natuurlijk niet mee de verschijnselen op te merken en eventueel te verklaren.
Zoals de profeten er eertijds tegen gewaarschuwd hebben, dient ook nu de waarschuwende stem er tegen verheven te worden.
Het is dan ook een slecht teken dat er zo weinig gevolg aan dit waarschuwen gegeven wordt. Men wil kennelijk zelf uitmaken hoe men het leven wil inrichten. Maar dan valt te vrezen dat de Heere ons overgeeft aan 't goeddunken van het eigen hart. En dat is het ergste oordeel dat te vrezen is.
De Heere is machtig door Zijn Geest te overtuigen van de zonde. En daarom mag het gebed om de H. Geest, bij de ernstige waarschuwing, wel veel beoefend worden.
Vr. 3. Wat betekent: de wenende kerk? Wat wordt daarmee bedoeld?
Antw. Ik denk niet dat men van een wenende kerk kan spreken, los van de droefheid naar God, een bewenen van de zonde en van het Godsgemis, de beleving van het van-Godgescheiden zijn, enz. Maar de Heere zal dit op Zijn tijd vervullen. Al zal telkens, in welke stand van het genadeleven ook, er weer plaats zijn voor „smeking en geween". We moeten het dus zien als te behoren bij de zieleworstelingen die Gods Kerk op aarde kent. En hierbij geldt: „Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden". „Er is ook een tijd om te wenen en een tijd om te lachen (= verblijd te zijn)".
D.V. een volgende keer: de volgende vragen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1985

De Saambinder | 8 Pagina's

Vragenrubriek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1985

De Saambinder | 8 Pagina's