Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZOVEEL HOOFDEN - ZOVEEL ZINNEN EEN VERGELIJKING VAN EEN AANTAL VERKIEZINGSPROGRAMMS’S

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZOVEEL HOOFDEN - ZOVEEL ZINNEN EEN VERGELIJKING VAN EEN AANTAL VERKIEZINGSPROGRAMMS’S

44 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verantwoording

Op de volgende bladzijden treft u een vergelijkend overzicht aan van een twaalftal onderwerpen, belicht door elf politieke groeperingen in ons goede vaderland.

Zowel ten aanzien van het aantal onderwerpen als van de politieke partijen zijn beperkingen opgelegd. Het is niet te doen om hierin alle bij de Kiesraad ingeschreven politieke partijen te betrekken. Dit blijken er rond 80 te zijn.

Het aantal onderwerpen zou naar hartelust nog verder uitgebreid kunnen worden, wanneer we letten op de problemen — groot dan wel klein — die een oplossing vragen. Zo enigszins mogelijk doen we dat dan , , bij de wet" zodat de rechten (en plichten) van iedereen gewaarborgd zijn. Terecht wel een vorm van nivellering genoemd.

Om het overzicht samen te stellen hebben wij van een aantal meer en minder bekende partijen gevraagd ons het verkiezingsprogram toe te zenden. Alle in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen (dus geen afgesplitste eenlingen) hebben we daarvoor aangeschreven + één, t.w. de R.P.F. Gelet op de gelegde banden meenden we goed te doen deze vast , , mee te nemen". Hopenlijk niet ten onrechte!

We hebben van alle partijen ook iets gekregen, behalve van de P.P.R. Deze heeft niets van zich laten horen. Een veeg teken. Je vraagt je dan af: zullen ze er een voorgevoel van hebben gehad of zijn ze al zo ver van Zicht verwijderd dat ze er toch geen heil in zien?

In het overzicht mist u ook de CPN. Wei jammer voor die jongens, want ze stuurden toch zoveel aktie-kranten. Toch voelden we niet zo erg veel voor hun , , eisen-program". Dat staat zo ver verwijderd van het begrip , , kiezen". En trouwens: in het overzicht is wel de P.S.P. opgenomen; die wijken in beginsel niet zó ver af van hun linkse broeders. Ze zeggen het wat anders!

Vertelt is nog niet wat werd ontvangen. Je denkt dan: zo'n drie maanden voor de verkiezingsdatum (de val van het kabinet was nog niet bekend) moeten de verkiezingsprogramma's toch wel gereed zijn. Nee, maar dat is een vergissing, en een grote ook. Van de meeste partijen kregen we ontwerpprogramma's, slechts enkele — en dan nog de kleinere partijen — kwamen met definitieve versies. Een uitzondering vormde het CDA, al waren ze er vrij laat mee, maar dat is natuurlijk te begrijpen; het valt niet mee van drie verschillende meningen er toch steeds weer één te maken. En 't moet gezegd: ze hebben er wat van gemaakt. Qua vormgeving staan ze met het GPV wel bovenaan. Echter ook in uitvoerigheid en dat is voor het opstellen van een beknopt overzicht wel eens lastig.

Zoals gezegd, ook een beperking naar onderwerp. Zicht heeft nu eenmaal maareen beperkte omvang. Ook de vermelding van de standpunten is hier en daar in telegram-stijl weergegeven. We hebben echter getracht steeds de belangrijkste punten naar voren te halen. In enkele gevallen zijn de gegevens uit het beginselprogramma gehaald. Met name geldt dit voor de P.v.d.A., waarvan we het nieuwe beginselprogramma ontvingen.

De toegepaste volgorde is willekeurig. Ook hier echter een uitzondering. Hij wordt ook met enig schaamrood meegedeeld, nl. dat de als laatste opgenomen partij laatste is geworden, omdat de gegevens het laatst ontvangen wreden. We konden hem echter niet missen en zoeken daarom nu troost bij het gezegde dat vele laatsten toch eersten kunnen worden. Voorlopig houden we het daarop.

Het zal inmiddels duidelijk zijn dat we niet de pretentie hebben volledig te zijn geweest of een wetenschappelijke analyse te hebben gemaakt. Het is er verre vandaan; het is niet meer dan een eenvoudig vergelijkend overzicht.

Niettemin hopen wij dat het interessante gegevens bevat en bij het einde van de volgende kabinetsperiode als naslagwerk gebruikt kan worden om te bezien wat er van alle beloften en leuzen is terecht gekomen en tevens wie dan wel en wie dan niet zijn zin heeft gekregen.

Onderwijs

B.P, Zij erkent de taak die de overheid t.a.v. onderwijs en cultuur iieeft, doch deze dient dusdanig beperkt te zijn dat de eigen rechten in deze levenskring uitdrukkelijk geëerbiedigd en de vrijheid van onderwijs onaangetast blijft. (Beg.pr.).

V.V.D. Onderwijs en vorming moeten opleiden tot mondige mensen. Deze moeten aansluiten bij de eigen aard en bekwaamheden van het individu en bijdragen dat ieder zijn talenten ten volle kan ontplooien. Wijst aantasting van de vrijheid van onderwijs af. Geen misbruik om bepaalde politieke en maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen. Opheffen achterstanden en eerlijke kansen voor iedereen. Rust brengen in onderwijs, zodat nieuwe ontwikkelingen zijn gegrond op goed fundament. Aankweken van verdraagzaamheid en respect voor anderen. Geen verlenging van de leerplicht

DS '70 DS '70 rekent tot de zo noodzakelijke zorg voor de toekomst in de eerste plaats het zo goed mogelijk voorbereiden van de jonge mens op de veranderende wereld, het bevorderen van zijn vermogen om daarin goede beslissingen te nemen en het ontwikkelen van zijn dienstbaarheid aan mens en maatschappij.

Structurele veranderingen alleen indien deze door zorgvuldig voorbereide experimenten beter blijken te zijn.

Goede studiefinanciering met terugbetaling.

D'66 Primaire taak: het in ieder mens aanwezige ontwikkelingsvermogen zoveel mogelijk activeren en hem in staat stellen zich overeenkomstig eigen aanleg te ontwikkelen. Voor ieder de mogelijkheid zijn leven lang te blijven leren. Leerplicht tot 16 jaar; leerrecht tot 18 jaar. Onderwijsvernieuwing op grond van verworven ervaringen en door ervaring getoetste inzichten.

Experimenten met middenschool moeten worden voortgezet en nauwkeurig geëvalueerd.

G.P.V. Eerste doelstelling van het onderwijs is het verschaffen van kennis, inzicht en vaardigheid, om de leerling in staat te stellen zijn taak in de samenleving — die God hem gegeven heeft— te verrichten. Zaken als mondigheid en maatschappelijke weerbaarheid mogen op zichzelf geen doelstelling zijn.

Bij aan SBD'en te stellen eisen dient rekening te worden gehouden met belangen en rechten van minderheidsgroeperingen met een eigen geestelijk karakter. Geen uitbreiding van leerplicht tot de kleuterleeftijd en 17-en 18-jarigen. Eerst aantonen dat huidig stelsel wijziging behoeft alvorens een nieuw onderwijsbestel in te voeren.

P.v.d.A. Voorrang geven aan maatregelen ten behoeve van achtergestelde en kansarme groepen. Bevorderen van het samengaan van verstandelijke en emotionele ontwikkelingen. Systeem van permanente educatie waaraan iedereen kan deelnemen ongeacht leeftijd en opleiding.

Garanties voor instandhouding scholen met verschillende levensbeschouwelijke grondslag, zolang er behoefte aan bestaat Instandhouding scholen met afwijkende leerplannen en methoden (o.a. anti-autoritair onderwijs).

Systeem van een voortdurende onderwijsvernieuwing.

Grote verscheidenheid van onderwijsvoorzieningen met keuzemogelijkheden voor iedere leerplichtige en ruimte voor politieke vorming en creativiteits-ontwikkeling.

P.S.P. Opheffing verzuiling door bevordering openbaar onderwijs en samenwerkingsscholen.

Bevordering experimenten opdat onderwijsvernieuwingen op grote schaal onderzochten ontwil< l< eld l< unnen worden.

jaarlijkse vermindering van groepsgrootte tot IS leerlingen.

Bevordering ouderparticipatie in het basisonderwijs en de kresjes.

Algemene invoering van het leervak esperanto vanaf de basisschool.

Zolang het levenslange leerrecht ontbreekt zijn nodig: ouder MAVO's, open scholen en leerplicht tot 18 jaar.

Afschaffing van alle school-en collegegelden, recht op studieloon na de leerplichtige leeftijd.

Verbod op onderwijs in handen van het leger en het bedrijfsleven.

C.D.A. Vrijheid van onderwijs (richting, inrichting en stichting) dient onverkort te worden gehandhaafd.

Stimuleren samenwerkingsscholen is geen overheidstaak. Voor primair onderwijs zijn schoolbegeleidingsdiensten nodig. Verantwoordelijkheid, behoeften en levensbeschouwelijkheid van de individuele school dienen uitgangspunt te zijn.

Bevordering integratie kleuter-en basisonderwijs. Hiervoor een nieuwe opleiding nodig voor onderwijsgevenden aan 4-tot 11 a 12 jarigen.

Geleidelijke leerlingenschaal verlagen tot 30 leerlingen,

Experimenten met 3-jarige middenschool zijn nodig voor meningsvorming.

Onderwijs en vorming werkende jongeren geleidelijk vervangen door participatie-onderwijs aan bestaande initiële beroepsopleidingen.

R.K.P.N. Optimale onderwijsvorm om jonge mensen vaktechnisch en mentaal geschikt te maken voor ambt of beroep.

Vrijheid van onderwijs dient gewaarborgd, alsmede volledige gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs.

Bij alle vormen van onderwijs dient gezagsverhouding: bestuur-leerkracht-leerling op een effectieve wijze tot zijn recht te komen.

De ouders hebben het alleenrecht, doch ook de strenge plicht hun kinderen sexuele voorlichting te geven; onder geen voorwaarde kan de school dit overnemen.

Het is dringend gewenst de efficiency van het onderwijs zoveel mogelijk te bevorderen. Er is een nauwkeurig omschreven leerplan nodig voor het vak maatschappijleer, met als doel een menswaardige ontplooiing van het individu mogelijk te maken.

R.P.F. De vrijheid van onderwijs moet gewaarborgd blijven en verankerd in de Grondwet.

Tegenover eenzijdige maatschappij-kritische vorming wordt gesteld een harmonieuze integratie van maatschappelijke, algemeen culturele, creatieve en intellectuele vorming zonder eenzijdigheid. Ouders blijven verantwoordelijk.

Christelijk onderwijs moet eigen identiteit kunnen herkennen in SBD's van eigen karakter.

Alleen adviserende stem voor oudercommissies.

Geen verlenging leerplicht.

De nivellering van schooltypen en vervlakking inhoud onderwijs is afkeurenswaardige zaak. Bekostigingsvoorwaarden en deugdelijkheidseisen mogen niet afhankelijk zijn van bepaalde onderwijsstrategie.

Geen verzwaring criteria voor subsidiëring bijzonder onderwijs. Vaststelling maximum aantal leerlingen voor scholengemeenschappen.

S.G.P. In alle geledingen van het onderwijs moet Gods Woord centraal staan. Het bijzonder onderwijs moet zijn eigen gezicht kunnen bewaren en niet door overheidsbepalingen bemoeilijkt worden. Het reformatorisch onderwijs mag op geen enkele wijze worden achtergesteld.

De stichtingsnormen dienen zo laag mogelijk te zijn.

Samenwerkingsscholen worden afgewezen. Kleine scholengemeenschappen verdienen de voorkeur boven grote.

De verantwoordelijkheid van de ouders is doorslaggevend. Oudercommissies mogen schoolbesturen niet verdringen, dus alleen adviserende stem.

Sexuele voorlichting is geen zaak voor onderwijzer, doch voor de ouders. Er dient plaats gemaakt te worden voor levensbeschouwelijke schoolbegeleidingsdiensten; bekostiging via de scholen.

Voortgezet onderwijs mag niet al te nivellerend zijn. Doorstroming verdient verbetering.

Milieu

B.P. Geen bevuiling van bodem, lucht en water, en industrie zodanig van omvang en constructie dat het leefmilieu niet wordt aangetast

V.V.D. De ontplooiing van ieder mens wordt in belangrijke mate mede bepaald door de kwaliteit van het leefmilieu.

Beperking van individuele vrijheid door milieu-eisen alleen als aangetoond is dat dit voor de bescherming van het leefmilieu noodzakelijk is.

Milieu-hygiënische eisen geleidelijk verscherpen.

Maken van milieukaderwet.

De kosten worden in beginsel gedragen door de vervuilers.

DS ’70 Wetten tegen verontreiniging en geluidshinder. Gecoördineerd beheer van het stroomgebied van Rijn en Maas. Behoud en uitbreiding van natuurgebieden. De Waddenzee behouden en onder één beheer stellen.

De overheid geeft voorbeeld in milieubewust handelen en voert actief opsporingsbeleid.

De vervuiler betaald.

D’66 Goed milieubeheer vereist vóór alles aanpassing van onze houding aan de grote maar begrensde mogelijkheden van het ons omringende milieu.

Hoofddoel: voorkomen van verdere milieu-aantasting en het terugdringen c.q. herstellen van reeds veroorzaakte schade.

Kosten ter bestrijding van maatschappelijk-schadelijke neveneffecten in prijs doorberekenen. Zuinigheid in plaats van verspilling.

G.P.V. Het gehele leven ligt onder het beslag van de opdracht de schepping te bouwen en te bewaren tot eer van de Schepper.

Een nationale, werkbare milieuwetgeving is van het grootste belang. Internationaal overleg noodzakelijk.

Milieu-eisen die bedrijven te zwaar belasten geven grond voor fiscale faciliteiten. Bij ruimtelijke ordening goede harmonie tussen agrarische bedrijvigheid en andere belangen.

P.v.d.A. Voor beter evenwicht tussen mens en natuur streven naar: hergebruik grondstoffen en ontwikkeling alternatieve energiebronnen; produktie, gericht op milieuvriendelijke en duurzame goederen; het stimuleren van een levensstijl waarbij met natuur, grondstoffen en energie zorgvuldiger en spaarzamer wordt omgesprongen.

P.S.P. Zorgvuldig behoud bestaande natuurgebieden. Geen inpoldering Markerwaard. Hergebruik van alle afvalhout en oud papier.

Geen milieubelasting voor particulieren. Bekostiging zuivering huishoudelijk afvalwater uit algemene middelen en instellen heffing op sterk vervuilende middelen.

Opslag radio-aktief afval uitsluitend bovengronds.

Verbod dieptelozingen; terugdringing bronbemalingen.

C.D.A. Vaststelling-lo mogelijk in Europees verband — van randvoorwaarden die bij bedrijfsinvesteringen onder geen beding nnogen worden overschreden.

Een sctierp-l< ritisch beleid bij uitgeven vergunningen onder bestaande wetgeving.

Verbetering voorlichting met befiulp van massamedia, doelgericlite groepsvoorlichting en diverse onderwijsvormen.

Aanpassing bestaande wetgeving en maken kaderwet.

R.K.P.N. In verband met ons leefklimaat dienen van overheidswege maatregelen getroffen te worden teneinde de verontreiniging van bodem, water of lucht tegen te gaan of te voorkomen. Goede' voorlichting is noodzakelijk om de grote waarde van een gezond en hygiënisch milieu aan te tonen.

Maatregelen zijn nodig om een verstoord evenwicht te herstellen.

R.P.F. Het behoort tot de taak van de overheid er voor te zorgen dat de mensen in ons land voortdurend frisse lucht, zuiver water en voldoende levensruimte ter beschikking hebben.

S.G.P. Een schoon milieu is een kostbaar bezit. Bestrijding van milieuverontreiniging is een scheppingsopdracht. Alles dient in het werk gesteld te worden water, bodem en lucht weer zo schoon en fris mogelijk te krijgen. Internationale afspraken zijn onontbeerlijk.

Streven naar geleidelijke vervanging van onze , , wegwerp economie" door een , , reparatieeconomie". Wettelijke maatregelen nodig inzake afvalstoffen, bescherming bodem en geluidshinder. Voorlichting krachtig aanpakken.

Ontwikkelingssamenwerking

B.P. Zolang ons land met begrotingstekorten kampt, ontwikkelingshulp alleen op vrijwillige basis en niet door middel van belastingheffing.

V.V.D. Ontwikkelingssamenwerking dient gericht op wegnemen armoede en steunen van die landen, die hun eigen ontwikkeling ter hand nemen.

Krachtig ondersteunen van investeringen van Ned. bedrijfsleven in landen derde wereld.

Directe voedselhulp aan armste landen. Hulp speciaal richten op verbetering infrastructuur in breedste zin.

Hulp concentreren op die landen, waaraan meest doeltreffende bijdrage kan worden geleverd.

Beleid richten op beperkt aantal landen om verspilling van gelden te voorkomen.

DS '70 Uitgangspunt voor beleid is de stringente eis van internationale solidariteit.

Nederiand met zijn aardgas-baten heeft de plicht minder bedeelde landen op weg te helpen naar een behooriijk bestaanspeil. Wel enige garantie nodig dat hulp bij de mensen in die landen terecht komt. Gelden moeten juist besteed worden. Geen hulp aan Cuba, Vietnam, e.d.

D’66 Doelstelling: spreiding kennis, macht en inkomen geleidelijk verwerkelijken op het mondiale vlak.

Hulp richten op wezenlijke behoeften ontwikkelingslanden.

Deze landen het proces zoveel mogelijk zelf doen bepalen, waardoor grotere garantie voor behoud eigen culturele waarden.

Eerste tijd hulp voor allerarmste landen c.q. projecten voor armste groepen.

Huidige omvang (l, 25%van het BNP) is minimum.

G.P.V. De aller-armste landen komen bij voorrang in aanmerking voor belangrijke personele-, technische-en financiële hulp, alsmede landen waar dit kan aansluiten op Evangelieverkondiging. Landen die zich afsluiten voor de prediking van het Evangelie dienen geen Ned. steun te ontvangen.

Verhoging inspanning dient gepaard te gaan met matiging binnenlandse consumptie.

Rechtstreekse projecthulp te verkiezen boven kapitaaloverdracht op regeringsniveau. Inschakelen particulieren.

P.v.d.A. Om alle mensen op de hele wereld in staat te stellen in hun eerste levensbehoefte te voorzien, zullen alle Nederlanders offers moeten brengen.

Bestaansminimum voor iedereen in de wereld; hierop gerichte ontwikkelingshulp moet aan alle vormen van kolonialisme en uitbuiten een eind maken. Ontwikkelingslanden in staat stellen tot produktie en verwerking eigen grondstoffen.

P.S.P. De aard van de hulp dient gericht te zijn op de sociaal-economische bevrijding van de volkeren in de derde wereld. Derhalve hulp aan socialistische landen en die met een mogelijke ontwikkeling in socialistische richting.

Rechtstreekse steun aan bevrijdingsbewegingen of socialistische organisaties.

Alles doen aan versterking internationale arbeidersbeweging als tegenwicht tegen internationaal kapitalisnne.

C.D.A. Zoeken naar gelijkwaardigheid van alle landen die aan economisch proces deelnemen en naar daadwerkelijke erkenning van onafhankelijkheid ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen.

Grotere aandacht voor kwaliteit der hulp, die gericht moet zijn op de allerarmsten en verzorgd door overheden en organisaties die corruptie willen uitbannen.

Erkenning waarde ontwikkelingswerk van o.a. missie en zending.

R.K.P.N. Voorstander van het bevorderen van een effectieve ontwikkelingshulp, enerzijds uit een oogpunt van christelijke rechtvaardigheid t.o.v. de minder bedeelde volken, anderzijds als waarborg voor de bevordering van de wereldvrede.

Het realiseren van ontwikkelingshulp door de persoonlijke vrijgevigheid dient met alle mogelijke middelen te worden bevorderd.

R.P.F. Het is zaak daar waar de mens in zijn elementaire levens-en bestaansbehoeften gebrek lijdt, de derde wereld, in afweging van redelijke behoeften van het eigen volk, bijstand te bieden naar vermogen. Hulp mag enkel van tijdelijke aard zijn. Waar mogelijk verdient bilaterale hulp de voorkeur omdat zo de mens de medemens op menselijk niveau het best kan benaderen.

Geen hulp met politieke oogmerken.

S.G.P. Ontwikkelingshulp is een dure plicht. De Bijbel gebiedt hongerigen te voeden, dorstigen drinken te geven, berooiden te helpen en vreemdelingen onderdak te geven. De gerechtigheid vergt een stukje welvaart af te staan aan de armen in de derde wereld.

Dit in samenhang met de verkondiging van het Evangelie.

De regering moet projecten van de zending steunen.

Hulp vooral aan allerarmsten. Primair aan landen met godsdienstvrijheid.

Defensie

B.P. De BP staat een krachtig en doelmatig defensie-apparaat voor dat niet alleen in staat is in uitzonderingsgevallen met de bondgenoten het vrije deel van Europa, desnoods met de uiterste middelen, tegen elke aanval kan verdedigen.

Aan de geestelijke weerbaarheid van land-, zee-en luchtmacht dient grote aandacht te worden besteed opdat alle dienstplichtigen er van doordrongen zijn welke geestelijke, politieke en maatschappelijke waarden zij te verdedigen hebben. (Beg.pr.)

V.V.D. Voor behoud van vrede en veiligheid in de wereld dient machtsevenwicht niet verder te worden verstoord. Eenzijdige vermindering Ned. defensie-inspanning wordt afgewezen wegens strijd met streven naar duurzame ontspanning en vrede.

Een krachtige conventionele strijdmacht doet de afhankelijkheid van nucleaire wapens verminderen.

Europese NAVO-landen dienen reëel aandeel te dragen in de westelijke verdediging. Streven naar standaardisatie.

Uitvoeringvan Defensienota-1974.

DS '70 Is een noodzaak zonder welke agressieve staten de wereld zouden beheersen. Heeft alleen zin in samenwerking met andere staten. De omvang van het defensiebudget dient in de eerste plaats te voorzien in het in NAVO-verband militair noodzakelijke, d.m.v. doeltreffende taakverdeling en standaardisatie van operationele concepten, doctrine en materieel en grotere operationele flexibiliteit.

In organisatie Ned. krijgsmacht: tijdige vervanging oudmaterieel, efficiënte bedrijfsvoering, grotere billijkheid dienstplichtlast.

D'66 Defensieinspanning nimmer richten op winnen ooriog, doch op voorkomen gewapende conflicten. Verlangt niet terug naar NAVO die door nucleaire monopolie een grotere militaire kracht had dan het Warschau-pakt.

Effectief veiligheidsbeleid slechts mogelijk als aandacht wordt gegeven aan zowel de militairstrategische realiteit als aan de ontwapeningsgedachte. Terugdringen kernwapens slechts mogelijk bij bestendigen evenwichtstoestand op conventioneel niveau. Verdergaande samenwerking Europese NAVO-landen i.v.m. kostenbesparende effecten.

G.P.V. Het 5egebod verbiedt ons naar eigen willelceur Inet bloed van onze naasten te vergieten maar de Bijbel zegt uitdrukkelijk dat de overheid wel het zwaard van God heeft ontvangen om in een door de zonde geschonden wereld het recht te handhaven.

Als bondgenoot een evenredige bijdrage aan NAVO-defensie leveren. NAVO-atoombescherming dient effectief te blijven; gelijktijdig instelling Europees kernwapen tegengaan.

Programma Defensienota-1974 is minimum. Extra middelen om gevolgen geringe voortgang ontwapeningsonderhandelingen op te vangen.

P.v.d.A. Zolang er nog geen nieuwe economische orde tot stand is gebracht, is de wereld behalve onrechtvaardig ook onveilig. Streven naar een stabiele situatie van vrede en veiligheid: het wankel evenwicht van wederzijdse militaire afschrikking vervangen door systeem van samenwerking op gelijkwaardige basis. Overgaan tot ontwapening. Uiteindelijke ontbinding van militaire machtsblokken als NAVO en Warschaupact en vervanging door een allesomvattend veiligheidsstelsel.

P.S.P. Nederland uit de NAVO en de NAVO uit Nederland. Verwijdering van alle kernwapens uit Nederland. Geen wapenleveranties aan het buitenland. Afbraak van bewapeningsuitgaven. Geen relbestrijdingseenheden en anti-terreurbrigades bij de politie.

Afschaffing van militair strafrecht en tuchtrecht.

Vrijheid van organisatie, meningsuiting en staking voor militairen.

Diensttijdverkorting tot 6 maanden door o.m. verlaging parate troepenmacht

C.D.A. Inspanning blijft in NAVO-verband gericht op voorkomen van oorlog, beheersen van crises en beschermen van democratische en maatschappelijke waarden.

Taakverdeling, standaardisatie en integratie ijinnen de NAVO worden met kracht bevorderd. Grotere onderlinge afhankelijkheid van Europese bondgenoten wordt aanvaard.

Nadruk op snelle inzetbaarheid der strijdkrachten. Een gestroomlijnde organisatie en terugdringing exploitatielasten.

Bevordering van totstandkoming van eigentijds materieel en formeel straf-en tuchtrecht. Materiële defensieinspanning moet conform de Defensienota 1974 op peil blijven.

R. K.P.N. Wij staan vrede voor doch niet middels het verwaarlozen van onze weerbaarheid. Wij moeten de beschikking hebben over een goed toegerust leger met een hoog moreel peil. Indien gevechtswaarde wordt aangetast geen verlaging van de kosten voor defensie. Eerder uitgaven onaangetast laten onder voorwaarde van versterking van de weerbaarheid.

Onderzoek instellen naarde mogelijkheid van een vrijwilligersleger.

R.P.F. De defensieve taak is allereerst preventief. Er moeten voldoende middelen beschikbaar worden gesteld strijdmacht te hebben, te houden en te verbeteren. Beleid richten op betere motivering personeel, met name de dienstplichtigen.

De defensienota 1974 is een absoluut minimum en moet volledig worden uitgevoerd.

Nakoming NAVO-verplichtingen.

Uitbreiding van de Marine.

Ver doorgevoerde standaardisatie is noodzakelijk.

Gewaakt moet worden voor eenzijdige ontwapening.

S.G.P. De defensie der westerse landen mag niet eenzijdig worden verzwakt. Om opgelopen achterstand weg te werken zullen zonodig meer offers gebracht moeten worden. Vernieuwing van materiaal moet versneld worden.

NAVO-landen dienen te streven naar standaardisatie, dan wel onderlinge uitwisselbaarheid van uitrusting.

Democratisering en vermaatschappelijking ondermijnen de morele kracht en bereidheid tot inzet. De discipline en de krijgstucht moeten strikt worden gehandhaafd.

Het vaste uur geestelijke verzorging dient weer te worden ingevoerd en het ontheiligen van Gods heilige Naam verboden.

Gezondheidszorg

B.P. Geen fluoridering van drinkwater. noemd.

V.V.D. Uitbreiding gezondheidsvoorlichting en preventieve-zorg. Invoering eigen bijdrage ziekenfondsverzekering. Wettelijke regeling beheersing kostenontwikkeling. Geen algemene volksver­ zekering tegen ziektekosten.

Versterking plaats en taak particuliere instellingen preventieve gezondheidszorg.

DS '70 Beleid dient uit te gaan van gelijkwaardige behandeling van mensen. Preventie moet groeiende betekenis krijgen en mondigheid patient dient erkend en geëerbiedigd.

Bevordering loondienstverband artsen en specialisten en werken in team-verband.

Nadruk op voorlichting over gevolgen roken, drinken alcoholische dranken en gebruik verD'66 dovende en verslavende middelen.­

Scheppen van een sluitend netwerk van voorzieningen in nauwe samenhang met maatschappelijke dienstverlening dat de positieve en preventieve gezondheidszorg versterkt.

Bevordering samenwerking door eerste lijn-werkers in wijkgezondheidscentra. Krachtige uitbreiding regionale diensten.

Centralisatie en versterking onderzoekbeleid in op te richten onderzoekinstituut.

G.P.V. Organisatie zodanig dat iedere burger in verantwoordelijkheid Lo. God en zijn medemensen voldoende zorg aan zijn gezondheid kan besteden.

Totstandkoming voorzieningen op christelijke grondslag mogelijk maken, m.n. van het kruiswerk. Duidelijke voordelen in regionalisatie en wijkgezondheidscentra, mits handhaving vrije keuze arts en andere hulpverleners.

Tegen volksverzekering doch voor wettelijk recht voor verzekering tegen ziektekosten. Strafbaarstelling gebruik verdovende middelen.

P.v.d.A. De gezondheidszorg mag in geen enkel opzicht meer dienen als winstobject.

Alle vormen van lichamelijke en geestelijke medische zorg worden ondergebracht in een nationale gezondheidsdienst.

Aan patiënten wordt meer verantwoordelijkheid toegekend, o.a. het recht om bepaalde ingrepen te weigeren.

P.S.P. Algemene volksverzekering voor alle kosten op gezondheidsgebied. Gezondheidscentra in iedere gemeente en stadswijk. Kosteloze tandheelkundige verzorging.

Vastleggen rechten patiënten.

Nationalisering geneesmiddelenindustrie.

Een goed begeleid bevolkingsonderzoek naar ziekten.

Verbod op reklame voor nikotine, alkohol en andere schadelijke middelen. Geen strafbaarstelling genotmiddelen (drugs).

C.D.A. De preventie en in het bijzonder de gezondheidsvoorlichting en - opvoeding dienen in het beleid een centrale plaats te hebben, o.a. krachtige bestrijding ernstige volksziekten.

Recht op hulpverlening dient te worden uitgewerkt. Grondbeginsel daarbij is betaalbare en bereikbare hulp voor ieder.

Betere beheersing en besturing van gezondheidszorg nodig op basis van onderlinge samenhang en samenwerking binnen en tussen diverse voorzieningen.

Kosten met kracht beheersen.

R.K.P.N. De grootste aandacht moet worden besteed aan de preventieve gezondheidszorg. Op scholen belangstelling wekken voor verzorgende beroepen.

Als schadelijk voor gezondheid dient druggebruik met kracht te worden bestreden; inrichtingen tot ontwenning worden gesteund.

Fluoridering van drinkwater wordt afgewezen, aangezien men niet gedwongen mag worden

R.P.F. het te gebruiken. Bij de toenemende bemoeiingen van de overheid met gezondheidszorg dreigen gevaren, zoals: toestaan soft drugs; anticonceptiva en abortus in ziekenfondspakket Wettelijke bepalingen voor de transplantatie van organen dienen overwogen te worden.

S.G.P. Er zijn duidelijke grenzen aan de overheidsbemoeiing met de gezondheid. Waar persoonlijke en gezinsverantwoordelijkheden in geding zijn is er geen taak voor de overheid.

Daarom geen geboortenregeling, geen anti-conceptie op kosten van het ziekenfonds, geen fluoridering van drinkwater of medicijn in voedingsmiddelen.

Besnoeiing en beheersing kosten; bevordering extra-murale activiteiten.

Streng optreden tegen gebruik en handel van drugs. Meer klinieken voor verslaafden. Grote aandacht voor ernstige volksziekten.

Inkomensverdeling

B.P. Loonsverhoging, vakantietoeslag en dergelijke niet in procenten maar voor iedereen in gelijke bedragen.

Vrije belastingvoet aan loon, inkomen en salaris tot f 10.000, - om een ieder de gelegenheid te geven eerst zijn ge/: in te onderhouden.

V.V.D. Inkomensvorming moet in beginsel worden overgelaten aan de samenleving. Beloning wordt bepaald door: prestatie, verantwoordelijkheid, inzet en betekenis van verrichte arbeid voor de samenleving. Het bestrijden van de inflatie is voorwaarde voor redelijk en rechtvaardig inkomen voor iedereen.

Geen verhoging belasting en premiedruk.

Stimulering persoonlijke bezitsvorming. Afwijzen vermogensaanwasdeling in collectief beheer.

DS '70 Het inkomens-en prijsbeleid moet gericht zijn op alle groepen in de bevolking en dient een streven in te sluiten naar een verdere vermindering van de ongelijkheid in inkomen, echter niet zodanig dat daardoor de bereidheid om te werken en het dragen van verantwoordelijkheid afnemen.

Wezenlijke voorwaarde voor een effectief inkomensbeleid is een blijvende wilskrachtige bestrijding van de inflatie.

D'66 Bepaalde inkomensverschillen kunnen gerechtvaardigd zijn, nl. indien gebaseerd op inspanning, speciale lasten of wezenlijk schaarse talenten. Verdere nivellering van inkomensverschillen kan nodig zijn wanneer deze worden bepaald door macht, gewoonte, groepsbescherming, privileges die de één krijgt en de ander niet.

Gestreefd moet worden naar openheid t, a.v. inkomens en inkomensverschillen. De verhouding tussen laagste en hoogste vrij beschikbare inkomens mag 1 : 5 zijn.

Afsluiten meerjarige sociale contracten tussen regering en sociale partners (o.a. consumentenorganisaties).

G.P.V. De regering is gerechtigd een minimuminkomen voor loontrekkenden vast te stellen en ter bescherming van de muntwaarde of de exportpositie (b.v.) in te grijpen in loon-en prijsvorming. Echter niet bevoegd in loononderhandelingen en inkomensvorming met zuiver particulier karakter in te grijpen. Verkleining inkomensverschillen dient zodanig te zijn dat zij de sociale verbondenheid van allen in de samenleving kan versterken. De inkomens dienen te worden bepaald door de waarde van het gepresteerde en op de behoefte.

P.v.d.A. De verschillen in arbeidersinkomsten dienen vergaand verminderd te worden doordat er een basisinkomen wordt vastgesteld, waarboven alleen op grond van normen (bv. onaangenaam werk, langere werktijden) extra uitkeringen tot een bepaald maximum kunnen komen. Openbaarheid van alle inkomens.

Grotere gelijkheid gebaseerd op nieuwe nationale en internationale economische orde die de mensheid een betere toekomst garandeert.

P.S.P. Als principe moet gelden: loon naar behoefte; werken naar vermogen. Het partikulier bezit van de produktiemiddelen moet worden afgeschaft en kan niet dienen als grondslag van de inkomenspolitiek.

Onverkorte welvaartsvaste indexering van minimumloon met maandelijkse bijstelling. Alle loonsverhogingen in centen in plaats van procenten. Maxima aan onkostenvergoedingen.

C.D.A. In het alle inkomensgroepen omvattende inkomensbeleid dient de positie van de laagste kostwinnersinkomens zoveel mogelijk te worden ontzien. Instelling Raad voor inkomensbeleid, welke normen ontwikkelt voor inkomensvorming en voorstellen doet voor te publiceren tarieven voor beoefenaren vrije beroepen. Algemene invoering systeem van functiewaardering en openbaarheid beloningsschalen.

Kinderbijslag en - aftrek hierin betrekken. De kinderbijslag dient de minimale kosten van levensonderhoud van het kind in normale omstandigheden te benaderen.

R.K.P.N. De loonvorming behoort in beginsel tot de verantwoordelijkheid van de werkgevers en werknemers. Wanneer belangen van de nationale economie niet op juiste wijze of onvoldoende worden behartigd, zal de overheid in het loon-en prijsbeleid regelend moeten optreden. De zgn. loon-prijsspiraal, welke de muntontwaarding bevordert, dient te worden voorkomen. Zorgdragen voor rechtvaardige beloning, afgestemd op de productiviteit.

R.P.F. Een overheidsbeleid dat gericht is op het aanbrengen van wijzigingen in de inkomens-en vermogensverhoudingen der burgers wordt verworpen, wanneer dit gegrond is op het beginsel van de fundamentele gelijkwaardigheid van alle mensen. De overheid mag alleen ingrijpen indien het ruilverkeer uitwassen veroorzaakt.

De inkomens dienen in beginsel gebaseerd te zijn op de bijdragen die deze in het ruilverkeer leveren.

S.G.P. Nivellering van inkomens, die niet te rechtvaardigen is leidt tot aantasting van de inkomens van de middengroepen.

Inkomensverschillen moeten gebaseerd zijn op ontvangen talenten, prestaties en verschillende verantwoordelijkheden.

Terwille van de werkgelegenheid is de komende jaren loonmatiging dringend geboden. Loonsverhoging mag de uitbreiding en vernieuwing niet zodanig beperken dat bedrijfsvoering onmogelijk wordt.

Ook ambtenaren moeten hun steentje aan de loonmatiging bijdragen.

Middenstand en kleine zelfstandigen

B.P. Afschaffing van P.B.O.'s en andere dwanginstellingen die het eigendomsrecht zowel van ondernemer als van werknemer aantasten, de democratie ondermijnen en onnodig zware heffingen opleggen aan bedrijfsgenoten.

Verlaging van lasten voor zelfstandige ondernemers.

V.V.D. Het beleid dient in de meest brede zin gericht te zijn op bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, o.m. te bereiken door bestrijding inflatie, belastingverlichting en lagere kosten voor sociale voorzieningen.

Beunhazerij en paracommercialisme worden bestreden.

De vestiging van winkels in de wei wordt beperkt.

Het prijsbeleid dient globaal te worden gevoerd.

Producenten, overheid en consumentenorganisaties zetten zich in goed samenspel in voor het bevorderen van de keuzevrijheid van de consument.

D.S. '70 Essentieel voor economisch beleid moet zijn het zekerstellen van bestaansmogelijkheden van zelfstandige ondernemers.

Streven naar meer rendabele bedrijven en expansie hiervan bevorderen. Ongezonde bedrijven niet subsidiëren. Geen vergunningen voor „weilandwinkels". Binnen grenzen ondernemers zelf openstelling laten regelen. Bestaansmogelijkheid arbeidsintensief midden-en kleinbedrijf verbeteren door verlaging belasting-en premiedruk.

D'66 Noodzakelijk is een stringente prijsbeheersing op basis van prijscalculatievoorschriften. De rechtspositie van de consument en de cons.-organisalies in de wet regelen. Instellen van klachten-en beroepsprocedures bij geschillen tussen consument en leverancier.

De essentie van de bedrijfsdemocratisering is dat de werknemersgroep de ondernemingsfunctie voor een groot deel overneemt en op grond daarvan medebeslissingsrecht krijgt in het bedrijfsbeleid.

G.P.V. Overheid moet de mogelijkheden scheppen om aan opdracht te werken tot eer van de Schepper, van Wie alle leven en welvaart afhankelijk is, te kunnen voldoen. Maatregelen nodig om: kredietverlening te verbeteren en de goede kleine bedrijven te beschermen tegen druk van grootbedrijven.

Minimumeisen stellen t.a.v.

— persoonlijke dienstverlening en — vakbekwaamheid en geschoold bedienend personeel, mits praktisch aanvaardbaar en uitvoerbaar.

P.v.d.A. Om te bereiken dat er allereerst geproduceerd wordt voor en ten bate van maatschappelijke behoeften, wordt gestreefd naar een samenhangend produktie-en vestigingsbeleid, gebaseerd op democratisch vastgesteld ontwikkelingsplan; naar garandering van een democratische controle op produktie en distributie; het actief betrekken van de consument bij het vaststellen van de produktiedoeleinden en het stimuleren van de consumentenorganisaties.

Het instandhouden en bevorderen van kleinere bedrijven en diensten.

P.S.P. Ter besciierming van de lagere inkomens:

Scherpere prijscontrole, waarbij prijsstijgingen van grondstoffen slechts ten dele in consumentenprijzen mogen worden doorberekend.

Bevordering van konsumentencoöperaties voor de inkoop van consumptiegoederen, zodat de prijzen laag gehouden kunnen worden.

Belastingsysteem dat een snelle nivellering van inkomens mogelijk maakt.

C.D.A. Bij het algemeen beleid wordt rekening gehouden met de van werknemers afwijkende positie van zelfstandigen.

Dit richten op sociale zekerheid en gelijkwaardige inkomensontwikkeling.

Het fiscaal beleid voor zelfstandigen afstemmen op de drie functies van het ondernemersinkomen: consumptie, investering, reservering.

Beleid midden-en kleinbedrijf omvat o.m.:

uitbouw advies-, onderzoeks-en bedrijfsontwikkelings-hulpmogelijkheden; verruiming garantiekredietmogelijkheden; systematisch structuuronderzoek per sector en regio.

R.K.P.N. Oneerlijke concurrentie en zgn. harde verkoopmethoden worden afgewezen.

Een rendabele exploitatie van bedrijven dient zoveel mogelijk veilig gesteld te worden.

R.P.F. De overheid is geroepen zo te handelen dat de samenlevingsverbanden zich harmonieus kunnen ontwikkelen zodat de burgers hun opdracht van Godswege kunnen vervullen. Overheidstaak is het ondernemersklimaat zodanig te doen zijn dat het bedrijfsleven de haar gegeven mogelijkheden in het produktieproces verantwoord en zinvol kan benutten.

De organisatie van het economisch leven zal een op de vrije beslissingen van de mensen en de particuliere eigendom gebaseerde markteconomie moeten zijn. Derhalve een systeem gebaseerd op individuele vrijheid en geen collectivistisch systeem.

S.G.P. Gestreefd moet worden naar een levenskrachtig en gezond midden-en kleinbedrijf, in belang der werkgelegenheid en ter versterking van het particulier initiatief. Nodig is: gelijkwaardige voorzieningen voor oudere zelfstandigen als er zijn voor oudere werknemers; speciale maatregelen voor arbeidsintensieve bedrijven door bijv. omslag sociale kosten over kapitaalsgoederen;

uiterste behoedzaamheid bij verhoging minimum-(jeugd)lonen deze sector mag niet dupe worden van stadsvernieuwing.

Sociale uitkeringen

B.P. Controle en strafbepaling op misbruik van sociale voorzieningen.

V.V.D. Voorlopig geen uitbreiding pakket sociale voorzieningen. Bestaande voorzieningen herzien en herwaarderen. De ontwikkeling van de sociale uitkeringen loskoppelen van die van het minimumloon.

AOW en AWW blijven waardevast.

Sociale uitkeringen worden voorlopig waardevast gemaakt; extra verhogen als economische groei daartoe ruimte biedt.

Er dient een rekenkamer voor de sociale voorzieningen te komen.

Bejaarden, zieken, arbeidsongeschikten en werklozen moeten vrij zijn van vrees voor hun bestaan.

DS '70 Samen delen, ook voor hen die niet of niet meer kunnen werken. Sociale voorzieningen niet aantasten, zo mogelijk verbeteren, voor hen die het werkelijk nodig hebben.

Zo snel mogelijk vereenvoudiging soc.verz.-wetgeving.

Betere organisatie, bestrijding van misbruik, maatregelen tegen , , oneigenlijk gebruik" en verruiming begrip , , passende arbeid".

Mogelijkheid bestuderen voor invoering gedifferentieerde waardevaste pensioenvoorziening (boven AOW) voor loontrekkenden en zelfstandigen.

D'66 Nog bestaande knelpunten opheffen, o.a. pensioenvoorzieningen, ziektekostenverzekering, arbeidsongeschiktheids-en werkloosheidsverzekeringen, kinderbijslag/-aftrek voor iedereen (dus ook zelfstandigen).

Invoering , , Pensioen/woningplan D'66", d.i. verplichte minimum pensioenbesparing, aan te wenden voor financiering woningbouw en woningverbetering.

Verbetering onderzoek en controle op misbruik; uitbreiding begrip passende arbeid. Betere werkspreiding door arbeidstijdverkorting.

G.P.V. Uitbreiding parlementaire controle op heffing verplichte premies.

Het deel der verplichte verzekeringen dat voorziet in uitkeringen die meer omvatten dan leniging van sociale nood, dient omgezet te worden in vrijwillige verzekeringen.

Invoering van eigen risico gewenst.

P.v.d.A. Bepleit wordt dat belastingen en sociale uitkeringen in plaats van op het gezin gebaseerd worden op het individu, zodat bijvoorbeeld het wed uwenpensioen door een uitkering aan alleenstaanden vervangen wordt.

P.S.P. Vereenvoudiging van de wirwar van sociale wetten tot welzijnswet met één uitkerende instelling en één inkomstenbron.

Alle sociale uitkeringen gelijk aan een welvaartsvast wettelijk minimumloon, zonodig aangevuld i.v.m. kinderen, hoge huure.d.

Een werkloosheidswet met uitkeringsduur tot de pensioengerechtigde leeftijd, gelijk aan 100% laatst ontvangen loon en tenminste gelijk aan minimumloon.

Eén algemene ouderdomsvoorziening voor bejaarden in plaats van AOW, pensioenen, ed.

C.D.A. Bij herziening stelsel moeten werkelijk zwakken in de samenleving worden ontzien. Het stelsel mag niet worden aangetast door misbruik en oneigenlijk gebruik. Intensief moet worden nagegaan of uitkeringen niet ten onrechte worden genoten of meerdere uitkeringen worden ontvangen.

De geldontwaarding dient in uitkeringen te worden gecompenseerd, zonder dat deze altijd en volledig de algemene verbeteringen in de welvaart behoeven te volgen.

R.K.P.N. De overheid dient behulpzaam te zijn bij het verkrijgen en behouden van een behoorlijk bestaan.

Bij de uitvoering van sociale wetten en voorzieningen dienen effectieve - zoveel mogelijk preventieve — controlemaatregelen toegepast te worden ter voorkoming van misbruik van bedoelde sociale wetten en voorzieningen.

R.P.F. Er bestaan grote bezwaren tegen de dreiging dat de sociale verzekeringen en de uitbouw daarvan onder beheer van de overheid zullen komen, omdat dan particulier initiatief en persoonlijke vrijheid buiten spel worden gezet en de burgers hun eigen verantwoordelijkheid verliezen, terwijl premieheffing in fiscale sfeer zou komen.

In bepaalde gevallen voorstander van verplichte voorzieningen. Overigens hulp van particulieren aanmoedigen. I.v.m. de inflatie is verlaging van de uitkeringen en wijziging van bepaalde kriteria een goede zaak.

S.G.P. Goede sociale voorzieningen zijn van groot belang. Besnoeiingen zijn onvermijdelijk omdat kosten onbetaalbaar dreigen te worden. Dit is mogelijk door aanpassing van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, uitkeringen aan niet-kostwinners en bevriezing kinderbijslag tweede kind. Overigens moeten werkelijk sociaal zwakken worden ontzien.

Misbruik en oneigenlijk gebruik moeten kractig worden tegengegaan.

Gewetensbezwaren tegen elke vorm van verzekering moeten door de overheid worden erkend.

Werkloosheidsbestrijding

B.P. Geen aantrekking van buitenlandse werknemers zolang bij ons grote werkloosheid heerst, er een groot woningtekort is, de ruimte in Nederland hoog nodig is voor eigen volk en het economisch belang niet opweegt tegen de veelvuldige problemen van allerlei aard, die buitenlandse arbeiders met zich brengen.

V.V.D. Absolute voorrang in het beleid aan een samenhangende bestrijding van werkloosheid en inflatie. Onaanvaardbare hoogte werkloosheid is gevolg van huidig beleid. Werkloos zijn is een straf. Terugdringing van werkloosheid en inflatie tot niveau dat bestond bij laatste kabinet waaraan VVD deelnam.

DS '70 Streven naar minder dan 125.000 werklozen in jaren '80. Samen werken is niet aileen een plicht, maar ook een recht voor ieder die daartoe in staat is. Krachtige maatregelen ter bestrijding van het onnodig, onaanvaardbaar hoog peil van de werkloosheid.

Bevordering bouw van o.m. spoorlijnen, tunnels en parkeergarages. Betere beloning voor zwaar en vuil werk. Vermindering aantal buitenlandse werknemers. Betere spreiding werkgelegenheid en mobiliteit bevolking, zowel naar de aard van het beroep als naar de woonplaats. Ruimere mogelijkheden voor omscholing. Minder subsidies voor opleidingen tot weinig toekomst biedende beroepen.

D'66 Probleem alleen op te lossen door maatregelen die structuur van de maatschappij veranderen. Dit vereist een herverdeling van de werkgelegenheid die zowel mannen als vrouwen en zowel „schoon" als „vuil" werk omvat. Vermindering arbeidsplaatsen in produktiesector opvangen in sociaal-culturele sector.

Overgaan tot algemene werktijdsverkorting.

Het is onaanvaardbaar het zgn. „vuile werk" blijvend af te wentelen op „gastarbeiders", ongeschoolden en vrouwen.

Hoge prioriteit aan opheffen jeugdwerkloosheid.

G.P.V. De (jeugd)werkloosheid moet worden tegengegaan door streven naar versterking exportpositie bij zo gering mogelijke aantasting binnenlands bestedingsniveau. Bevordering meer arbeidsplaatsen door vakgericht onderwijs, door bij-en omscholing en door nationale matiging van ionen en inkomens.

Legaal aanwezige buitenlandse arbeiders, o.a. door betere huisvesting, een zo goed mogelijke verblijftijd verschaffen. Werving nieuwe buitenlandse arbeiders tegengaan. Betere beloning zwaar en vuil werk en begrip passende arbeid verruimen.

P.v.d.A. Voor betere verdeling van de arbeid wordt bepleit een verdeling van de beschikbare arbeid over allen die willen werken; geleidelijke verkorting van de arbeidsdag en pas daarna van de arbeidsweek.

In beleid t.a.v. ruimtelijke ordening is het wenselijk tot onderling gelijkwaardige gewesten te komen, waarin bevolkingsdichtheid, werkgelegenheid en voorzieningen op elkaar zijn afgestemd.

P.S.P. Werktijdverkorting met behoud gemiddelde koopkracht. Verlaging pensioengerechtigde leef­ tijd tot 60 jaar op basis van vrijwilligheid.

Overname door de overheid van ieder bedrijf dat gesloten dreigt te worden als gevolg van wanbeleid, maar dat bij gewijzigd beleid nog levenskansen heeft.

Afroming particuliere kapitaalmarkt tbv. produktieve investeringen door de overheid.

Werklozen inzetten voor experimenten samenlevingsopbouw, demokratisering, e.d.

C.D.A. leder mens, jong en oud, man en vrouw, moet in staat worden gesteld in zijn onderhoud te voorzien door arbeid afgestemd op persoonlijke en maatschappelijke behoeften en mogelijkheden.

Bij nog uit te voeren openbare werken - programma's voorrang geven aan openbare werken op het vlak van milieuzuivering, energiebesparing, het opnieuw gebruiken van grondstoffen en de stadsvernieuwing.

Een nationaal arbeidsmarktbeleid met passende scholings-, herscholings en bijscholingsmogelijkheden.

Stimulering fondsvorming voor scheppen aanvullende werkgelegenheid in het bedrijfsleven.

R.K.P.N. Daar waar een snellere groei der werkgelegenheid noodzakelijk is, dienen gunstige vestigingsfactoren geëffectueerd te worden. Hierbij dient o.a. zorggedragen te worden voorgoede aanen afvoerwegen, een goede infrastructuur, doch tevens de werklust te worden bevorderd.

Door overheidsmaatregelen dient te worden voorkomen dat bedrijven wegtrekken, zeker als dit gevaren met zich brengt voor de werkgelegenheid ter plaatse.

R.P.F. De overheid is geroepen ter voorkoming of bestrijding van chaotische ontwikicelingen in het economische leven, wetten uit te vaardigen en ervoor te zorgen dat deze worden nageleefd. Deze ontwikkelingen leiden er toe dat de mensen niet meer in staat zijn de van God gekreger gaven en talenten in het proces van produktie en consumptie verantwoord en zinvol, d.i. tot Gods eer, te ontplooien.

S.G.P. Versterking weerstandsvermogen der ondernemingen en herstel bedrijfsinkomsten is eerste eis in werkloosheidsbestrijding. Regering dient helpende hand te bieden door verlichting lasten - belastingen en sociale premies-. Aardgasbaten gebruiken voor vernieuwing en uitbreiding produktie-apparaat.

Voor noodleidende ondernemingen mag alleen in noodgevallen tijdelijke direkte overheidshulp worden gegeven om ontslagen te voorkomen. Dit baseren op algemeen werkende maatregelen die niet concurrentievervalsend werken. Greep van overheid mag niet versterkt worden.

Huwelijk en gezin

B.P. Beëindiging van radio-, pers-en televisieactiviteiten die Godslastedijk, gezagsondermijnend of in strijd zijn met eerbaarheid en goede zeden.

Geen wetswijziging tot verruiming van abortus provocatus.

V.V.D. De overheid moet de vrijheid en gelijkheid in waardigheid en rechten van de individu waarborgen. Zij heeft de zorg voor de handhaving van de rechtsorde.

DS '70 De huidige bevolkingsgroei in de wereld is de ernstigste bedreiging van de mensheid. Verantwoorde gezinsvorming dient bevorderd, o.m. door voorlichting op ruime schaal, ook in het onderwijs.

Er dient een medisch, sociaal en juridisch verantwo.orde regeling te komen voor vraagstukken als abortus en euthanasie.

Man en vrouw dienen gelijke rechten te hebben. Beperking van alimentatieplicht van gescheiden mensen jegens elkaar.

Naast velen die in het huwelijk het traditionele rollenpatroon willen handhaven, zijn er echtparen die dit op maatschappelijk en economisch terrein willen doorbreken. De overheid dient daartoe mogelijkheden te openen.

D'66 De centrale overheid heeft een taak op het gebied van voorlichting over en het bevorderen van vrijwillige afremming van de bevolkingsgroei.

Ieders gelijk recht op een behoorlijk leef/woonmilieu dient beter te worden gewaarborgd.

G.P.V. Het niet meer handhaven van wettelijke bepalingen op zedelijk gebied en het van overheidswege propageren van afremming van de bevolkingsgroei heeft een verwoestende uitwerking op huwelijk en gezin.

De gehuwde vrouw heeft in de eerste plaats een taak in het gezin. De emancipatiepropaganda dient afgewezen.

Het toelaten van abortus provocatus, de legalisering van euthanasie, het niet ambtshalve door de overheid optreden tegen godslastering slaan de pijlers onder de samenleving weg en leiden tot toenemende maatschappelijke en morele ontwrichting.

Eerste voorwaarde voor behoud van een in wetteloosheid wegzinkende natie is de openbare christelijke zede te handhaven.

P.v.d.A. Voor een rechtvaardiger verdeling van het produktiestelsel dient een actieve bevolkingspolitiek te worden gevoerd.

Stimuleren levensstijl, waarbij met natuur, grondstoffen en energie zorgvuldiger en spaarzamer wordt omgegaan.

Tegengaan van iedere vorm van discriminatie naar levensovertuiging, sekse, ras, leeftijd en beroep.

Ter bescherming van de burger dient de overheid het recht van ieder te erkennen over zijn of haar eigen lijf en leven te beslissen, hetgeen betekent schrappen van strafbepalingen op gebied van abortus en mogelijk maken van euthanasie op verzoek.

P.S.P. Uitkering voor de uitsluitend in het eigen gezin werkende vrouw of man bij ongeschiktheid voor deze arbeid, ter bekostiging van vervangende hulp.

Verlof voor een der ouders/verzorgers bij ziekte der kinderen. Uitbreiding 6 weken zwangerschapsverlof tot een verzorgingsverlof van een jaar.

Ruime subsidies voor vrouwenhuizen, vrouwentelefoons, opvangcentra voor mishandelde vrouwen en stichting ombudsvrouw(en).

Dezelfde rechten voor andere samenlevingsvormen dan het hetero-huwelijk.

Abortus onder medisch tuchtrecht brengen en toetsingscommissie afschaffen. Abortus en sterilisatie in het ziekenfondspakket.

Verplichte seksuele opvoeding vanaf de kleuterschool.

C.D.A. Het gezin is een onmisbare pijler voor de samenleving.

Noodzakelijke basis voor wettelijke regelingen en opvoedingsklimaat voor kinderen. Gelijke kansen voor man en vrouw. Doelmatige uitwerking van emancipatiebeleid is gewenst. Bijzondere aandacht voor velerlei groepen, o.a. ongehuwden, weduwen, gescheidenen en samenwonenden in andere samenlevingsverbanden.

Abortus regelen volgens initiatief-voorstel van ARP en KVP, i.e. een verbod, behoudens indien voortzetting de lichamelijke of geestelijke gezondheid van de vrouw ernstig bedreigt. Betere voorlichting ter voorkoming van zwangerschap.

Nadere wettelijke regeling voor mogelijkheden passieve euthanasie kan nodig zijn.

R.K.P.N. Op grond van de authentieke leer van de H. Roomse Kerk is het huwelijk onontbindbaar. Het gezin is de meest natuurlijke en daardoor de meest effectieve organisatie in ons maatschappelijk bestel. Het gezin dient zo goed mogelijk moreel en materieel beschermd en beveiligd te worden tegen activiteiten die het gezin als eenheid van opvoeding en vorming ondermijnen. Optimale opvang en begeleiding voor ongehuwde moeder; adoptiemogelijkheden verruimen. Legalisering abortus provocatus is onaanvaardbaar.

Bestaand menselijk leven moet zo goed mogelijk worden verzorgd en gerespecteerd. Sterilisatie is zedelijk niet geoorloofd.

R.P.F. Het monogame huwelijk en het gezin moeten de grondstructuur van de samenleving blijven bepalen en niet gelijk geschakeld worden met andere vormen. Prostitutie en promiscuïteit dient voorzover mogelijk te worden tegengegaan.

Homosexueel gedrag moet worden afgekeurd en zeker niet aangemoedigd.

Het begrip publieke eerbaarheid is zinvol en van blijvende waarde; art. 240 W.v.S. moet gehandhaafd blijven.

Legalisering van abortus wordt afgewezen. Een ingreep is alleen toelaatbaar op strengmedische indicatie. Artsen en verpleegsters mogen niet verplicht worden ingrepen uit te voeren.

Actieve euthanasie dient strafbaar te blijven.

S.G.P. Op grond van hiervoor onder, , gezondheidszorg" genoemde motieven is er geen overheidstaak ten aanzien van de euthanasie en de abortus, tenzij het leven van de vrouw ernstig gevaar loopt.

Voor een rechtstaat is eerbied en bescherming van het menselijk leven — hoe pril of hoe oud — van wezenlijk belang. Het besef dat het leven een gave van God Is dient voorop te staan.

Bij elke medische behandeling en elk experiment moet domineren dat de levende mens een beelddrager van de Heere God is.

Gezin Is pijler van de samenleving. Het onvolledig gezin moet meer aandacht krijgen, met name de positie van de weduwen en weduwnaren met kinderen.

Landbouw

B.P. Wijziging van de Ruilverl< aveiingswet zodat thuisblijvers niet meer als vóórstemmers mogen worden gerekend en alleen belanghebbenden mogen stemmen.

Vrije recreatie zodat uitneembare zomerhuisjes, caravans, tenten, enz. geplaatst mogen worden op elk terrein dat eigendom is, of waarvan de eigenaar schriftelijk toestemming heeft verleend.

V.V.D. Prijsbeleid moet zodanig zijn dat continuïteit bedrijf en een redelijke levensstandaard gewaarborgd zijn. Mogelijkheid openen voor bedrijfsbeëindiging op termijn. Integratie landbouwbeleid in dat van natuur en landschap.

Instituut van de pacht versterken.

Onteigening op basis van de marktwaarde.

Stimulering cultuur-technische werken.

DS '70 Huidig EEG-landbouwbeleid ombuigen, zodanig dat de thans geldende beschermende maatregelen, geleidelijk worden afgeschaft, onder waarborging van een redelijk inkomen. Beperking ruilverkavelingsprogramma tot ten hoogste 30.000 ha per jaar.

Ernstige bestudering van geen of minder gebruik van chemische middelen bij veeteelt en akkerbouw. Beperkende bepalingen voor bio-industrie.

Belangrijke taak voor overheid bij instandhouding bossen en natuurgebieden.

D'66 Met afwijzing van een eenzijdig produktiegerichte benadering van het grondgebruik, dienen landschapsschoon en natuureigen als aparte waarden te worden ingecalculeerd bij het al dan niet tot een produktiefunctie bestemmen van de grond. In de landbouw dient „produktievergroting ten koste van alles" te worden vermeden. Beperking gebruik chemische middelen. Beloning boer mede op basis van zijn functie als landschapsverzorger.

G.P.V. In landbouw streven naar verantwoorde, optimale bedrijfsvoering, gebaseerd op een nationaal beleid.

In streken van overgang van landbouw-naar natuurgebieden dient een wettelijk vastgelegd overleg harmonieuze samenwerking te bevorderen in belang van totale Nederlandse bevolking. Vergoeding voor boer met taak binnen landschapspark, die overeenstemt met de kostenverhogende werking van de maatregelen en voorschriften.

Stimuleren mammoetbedrijven tegengaan; goed geleide kleine en middelgrote bedrijven bevorderen.

P.v.d.A. Het landbouwbeleid dient het boerenbedrijf goede bestaansmogelijkheden te bieden, waarin de bio-industrie wordt tegengegaan.

Er moet meer voedsel worden geproduceerd en het beschikbare voedsel (mondiaal) beter worden verdeeld.

P.S.P. Bevordering coöperatieve grootbedrijven door subsidies, voorlichting en onderwijs. Een gecoördineerd prijs-en marktbeleid dat een redelijk inkomen garandeert bij normale arbeidstijd. Opvang werkloosheid in deze sector door subsidies voor inschakeling meer arbeidskrachten.

Opheffing landbouwschap en diverse produktschappen.

De grond in gemeenschapsbanden in beheer bij grondbanken. Geen bio-industrie.

Subsidiëring boeren voor behoud van oude kultuurlandschappen.

Financiering waterschapslasten uit de algemene middelen.

„Ik wil doorgaan en hoop daartoe de gelegenheid te krijgen."

„Mensen, ook in de progressieve partijen die willen kappen met de chiisten-democraten, gaan eraan voorbij dat de afgelopen jaren veel tot stand is gekomen. Bovendien blijft ook nog de vraag op welke wijze de vier omstreden wetsontwerpen in zo'n geval in het Staatsblad gebracht moeten worden", aldus Den UyL

C.D.A. EG-landbouwbeleid dient basis te blijven voor nationaal landbouwbeleid, waar mogelijk ver­ sterkt en verbeterd, en gericht op: behoud concurrentiekracht Ned. agrarische bedrijven;

actief herinrichtingsbeleid landelijke gebieden met zorvuldige afweging belangen van landbouw, natuur, milieu en landschap;

toereikende beheersregelingen in landschappelijke gebieden.

Agrarische grondpolitlek: mogelijkheid overname eigendom onder redelijke voorwaarden door grondbank en voorkeursrecht voor opvolger eigenaar-exploitant.

R.K.P.N. Indien enig bedrijf van landbouw of visserij faciliteiten behoeft mag dit niet leiden tot een aan banden leggen.

Een rendabele onderneming dient met steun van de overheid behouden te blijven.

De overheid dient een actieve grondpolitiek te voeren met als doelstelling de gehele bevolking te dienen met de ruimtelijke mogelijkheden welke onze gemeenschap ten dienste staan.

R.P.F. Geen specifieke landbouwparagraaf aangetroffen. Zie overigens onder „middenstand en kleine zelfstandigen".

S.G.P. Het goed geleide familiebedrijf moet hoeksteen zijn voor een gezonde ontwikkeling in landbouw, veeteelt, tuinbouw en visserij. Kleinere bedrijven moet de hand boven het hoofd worden gehouden.

Overheidsbemoeiing mag niet leiden tot onnodige inperking van vrijheid van de ondernemer.

Door goede - ook worden. internationale — prijsafspraken moet redelijk inkomen gewaarborgd

Grondverwerving door overheid alleen tegen rechtvaardige prijs. De gebruikswaarde is onbillijke schadevergoeding.

Rekening houden met eisen van goed landschaps-en natuurbeheer.

Overheidsuitgaven/belastingen

B.P. Sluitende begroting door besparing op overheidsuitgaven en geen belastingverhoging.

Afschaffing extra belasting en ongelijk schenkings-en successierecht voor ongehuwden. Afschaffing B.T.W., grondbelasting, loonbelasting op overuren en personele belasting tot 200 m' per gezinslid.

V.V.D. Harde maatregelen om te komen tot bezuiniging op overheidsuitgaven. Groei overheidspersoneel dient gelijke tred te houden met groei Nederlandse bevolking. Beleid toetsen aan normen van doelmatigheid.

Kritische doorlichting van alle departementen.

De totale belasting-en premiedruk mag niet worden verhoogd.

Het belastingstelsel dient het leveren van prestaties en het nemen van initiatieven aan te moedigen.

DS '70 Een voortdurende kritische toetsing der overheidsuitgaven nodig. Zorgvuldige afweging tussen wenselijkheid uitgaven en de offers (belastingen). Belastingen en sociale premies beperken tot huidig percentage nationaal inkomen. Blijvende toepassing inflatiecorrectie op loon-en inkomstenbelasting.

Opgestuwde overheidsuitgaven door onjuist beleid en inflatie zo snel mogelijk saneren en beleid richten op vermindering zware belastingdruk, t.w. door verhoging belastingvrije voet.

D'66 D'66 beschouwt met volle overtuiging het overgrote deel van de bestaande collectieve sector als rechtvaardig en noodzakelijk.

Hoog op de prioriteitenlijst: werkgelegenheid, goede sociaal-culturele voorzieningen, geringe milieubelasting, betere inkomensverdeling en internationale arbeidsverdeling. Belastingen als stuurmiddel gebruiken. Aan verhoging indirecte belasting niet te ontkomen. Verlichting druk voor middengroepen.

G.P.V. De regering moet geldcirculatie in de hand houden en hierdoor, alsmede door controle van het krediet, de geldontwaarding tegengaan. Als conjuncturele maatregel komt in eerste plaats in aanmerking belastingverlaging. Als conjuncturele maatregel matiging van lonen en andere inkomens. Inflatiecorrectie handhaven en optrekken belastingvrije voet vermogensbelasting.

Geen verdere progressie in tarieven sociale premies.

Geen staatsbankbedrijf als concurrent van particuliere banken.

P.v.d.A. Een radicale verandering brengen in huidige situatie door zich in te zetten voor een nieuwe economische orde, waarin allereerst geproduceerd wordt ten bate van maatschappelijke behoeften. Dit is o.m. te bereiken door het in gemeenschapsbezit brengen in eigen land van basis-industrieën, banken, levensverzekeringsmaatschappijen, de farmaceutische industrie en andere industrieën.

Belastingen gebruiken ter verkrijging van meer inkomensgelijkheid.

P.S.P. Radicale hervorming van de maatschappij zodat o.m. particulier eigendom van produktiemiddelen, winst en rendement hierin geen rol meer spelen. Eerlijke verdeling van de welvaart houdt in: nationalisatie van o.m. banken, verzekerings-en beleggingsmaatschappijen, pensioenfondsen, transportbedrijven, basisindustrieën, e.d.

Exploitatie aardgas en - olie onder volledige staatscontrole.

Beperking beschikbaarheid van kapitaal op de particuliere markt, bij een lage rentevoet.

Versnelde toename collectieve sector van nationaal inkomen. Afschaffing indirekte belastingen. Invoering sterk progressief belastingstelsel.

C.D.A. Het herstructureringsbeleid voor de Ned. economie heeft ten doel een verbeterde structuur

van het bedrijfsleven. Voor opzet en nadere vormgeving in overleg met sociale partners.

Overheid stelt regels voor verdeling beschikbare financiële ruimte voor particuliere bestedingen, overheidsuitgaven en sociale zekerheidslasten.

Vereenvoudiging belastingstelsel noodzakelijk. Aanpassing stelsel aan gevolgen inflatie. Eigen woning bezit fiscaal bevorderen.

Diepgaand onderzoek naar ontstaan zwart geld.

R.K.P.N. De overheid moet over voldoende middelen beschikken opdat zij de haar opgedragen taak kan vervullen. Op de overheidsuitgaven dient een streng toezicht te worden uitgeoefend zowel preventief als repressief. Efficiency dient, waar mogelijk, te worden bevorderd. Door preventieve controle op de bewaking van kredieten verkwisting voorkomen.

Verzwaring belastingdruk dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Mogelijkheid voor verlichting van belastingen moet worden onderzocht

R.P.F. Subsidiëring door de overheid schept een abnormale situatie. Hulpverlening alleen gerechtvaardigd, indien het welzijn van de staat dit vraagt.

De overheid heeft La.v. het economisch leven slechts een aanvullende, stimulerende en corrigerende taak. Indien de mens alleen of in groepsverband deze taak niet kan of wil voldoen, zal de overheid dit moeten doen. Hiervoor kan zij langs wettelijke weg belastingen e.d. opleggen volgens zgn. profijtbeginsel, rekening houdend met draagkracht.

S.G.P. Bezuinigingsmaatregelen zijn onvermijdelijk, vooral op terreinen waar overheid niet direkt een taak heeft, bv. cultuur en recreatie.

Paal en perk stellen aan grote tekorten op rijksbegroting. In de pas laten lopen met besparingen. Een eind dient te worden gemaakt aan de monetaire financiering („bankbiljettenpers"). Meevallers bij belastingen of sociale premies gebruiken voor verlaging van belastingen en sociale lasten.

Overheid mag geen „schrokop" worden. Gemeenschapsvoorzieningen in redelijke relatie tot „private sector”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1977

Zicht | 52 Pagina's

ZOVEEL HOOFDEN - ZOVEEL ZINNEN EEN VERGELIJKING VAN EEN AANTAL VERKIEZINGSPROGRAMMS’S

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1977

Zicht | 52 Pagina's