Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LITURGISCHE JAARORDE EN KERKELIJKE KALENDER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITURGISCHE JAARORDE EN KERKELIJKE KALENDER

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

G. N. Lammens, LITURGISCHE JAARORDE EN KERKELIJKE KALENDER, inaugurele rede aaa de Vrije Universiteit te Amsterdam op vrijdag 8 mei 1970, 41 blz., f 2.75, Kok, Kampen, 1970.

Tegen de achtergrond van een veranderende wereld vraagt de „liturgia condenda" (Karl Rahner) om flexibiliteit en diversiteit waardoor aanpassing als permanente noodzaak, mogelyk is. Omdat de Nederlandse kerken van het gereformeerd protestantisme zich wat een liturgische jaarorde en een kerkelijke kalender betreft in een uitzonderingspositie bevinden, stelt Lammens de wenselijkheid van deze zaak in zijn rede aan de orde.

In de gereformeerde traditie golden bezwaren van dogmatische aard, werd een vaste rooster als belemmering ervaren, terwijl in latere tijd met name de vrees werd uitgesproken dat de actualiteit door een kerkelijk rooster voor de prediking in gedrang zou komen. Interessante opmerkingen worden hier gemaakt rondom Luthers stelling: „De ware schat van de kerk is het hoogheilig evangelie der glorie en genade Gods".

Lammens poneert de stelling, dat er meer voor dan tegen een liturgfische jaarorde pleit en motiveert dit met een theologisch, liturgisch, kerygmatisch, sociaal-agogisch, oecumenisch en kerkordelijk motief. Naar welk criteria dient een liturgische jaarorde vastgesteld te worden? Deze dienen ontleend te worden aan de traditie, die kritisch beoordeeld dient te worden. Bekenen met de geschiedenis dient vaak om met haar 6f te reke-

nen. Het kerkelijk jaar kan een kader vormen.

De betekenis van de anamnese, als „recollection" van Gods heilswerk komt hier ter sprake, waarbij verwezen wordt naar belangrijke passages uit Lammens' dissertatie. Belangrijk schenen mij deze opmerkingen als stimulans van de ook in gereformeerde kringen noodzakelijke bezinning op het wezen en doel van het gedenken. „Gedenken is nóch sacramentele tegenwoordigstelling van het historisch heilsgebeuren, nóch een louter intentioneel zich herinneren" (noot 52). In het gedenken gaat het om de Christus totus pro nobis.

Niet geheel doorzichtig sehgnt mij de inpassing van de seizoenen van het astronomisch jaar in de vernieuwing van de kerkel^ke kalender waarvoor de auteur een pleit voert (blz. 31). Nadere toelichting op de theologische relevantie van déze ritmiek zou niet hebben mogen ontbreken.

Belangrijk is deze rede voor ieder die zich verdiept in de problematiek die iedere zondag in de gemeente aan de orde is en ook wel zal blijven. In een kort bestek wordt hier veel geboden. Daarvoor z^n w^ dankbaar.

U.

W.van't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Theologia Reformata | 364 Pagina's

LITURGISCHE JAARORDE EN KERKELIJKE KALENDER

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Theologia Reformata | 364 Pagina's