Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaarvergadering Landelijk Verband VAN JONGELINGSVERENIGINGEN DER GEREFORMEERDE GEMEENTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarvergadering Landelijk Verband VAN JONGELINGSVERENIGINGEN DER GEREFORMEERDE GEMEENTEN

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met grote voldoening mogen onze jonge mensen en allen, die ook ditmaal weer blijk hebben gegeven van hun medeleven, met de arbeid der J.V.'s, terugzien op de Jaarvergadering van het Landelijk Verband, gehouden op Woensdag 21 Februari in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Utrecht.

Telkenmale gaat er een aangename bekoring uit van de aanblik, die het biedt, een kerkgebouw geheel gevuld te zien met zoveel jonge mensen onzer Gemeenten, die uit alle oorden des lands zijn samengekomen, om niet alleen zich met huishoudelijke verenigingsaangelegenheden bezig te houden, zoals des avonds tevoren met de stemgerechtigde afgevaardigden, maar speciaal op zulk een dag leerzame referaten te beluisteren en de antwoorden te horen op de zeer vele vragen.

De Huishoudelijke Vergadering

werd, zoals reeds is opgemerkt des avonds tevoren, dus Dinsdag 20 Februari om 7 uur gehouden.

Deze vergadering werd precies op tijd door de voorzitter van het Landelijk Verband, de Weleerw. Heer Ds A. Verhagen, geopend.

Na het zingen vspi Ps. 122 : 2 en 3, leest de voorz. Ps. 4 en gaat voor in gebed.

In een kort openingswoord heet de voorzitter allen hartelijk welkom.

Het stemt — aldus de voorz. — ons tot grote vreugde weer zulk een grote belangstelling te mogen waarnemen en temeer wel, waar in deze tijd de behoefte aan het gevoelen van een band, die nauw samenbindt, groter is dan ooit.

Er gaat over ons volk een storm van verbreking en verwijdering, en dat vervult ons hart met grote zorg over ons opkomend geslacht. God is uit Zijn plaats uitgegaan.

Het rode paard van de krijg wordt waargenomen en voor welke ontzaglijke omstandigheden staat ons jonge volk? Welke toekomst gaat zij tegemoet?

Daarom hoop ik van harte, dat het ons tot steun moge zijn te gevoelen, dat wij bij elkander behoren en dat de Heere, ook vanavond ons mocht gedenken en dit samenzijn in het teken van Zijn gunst moge staan.

De arbeid onzer verenigingen mocht zijn als een zuurdesem en de alles doortrekkende werking daarvan mocht naar buiten openbaar komen. Hoe groot zou het zijn, als de ware vreze Gods in onze harten mocht Wezen en wij de toekomst, al is die ook onheilspellend donker, met Gods hulp mochten tegemoet gaan.

En nu wij hier samenzijn, de een uit het Noorden en de ander uit het Zuiden, mocht in ons allen de bede leven uit de Psalm, die we met elkander lazen , .Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o Heere!", ook over ons jonge geslacht.

Wij hopen een rustig samenzijn te mogen hebben en straks met vrede van hier te gaan.

Na dit kort openingswoord wordt overgegaan tot afwerking van de overige agendapunten.

Allereerst lezen van de notulen der vorige Huish. Verg. die onveranderd worden goedgekeurd.

Van de ingekomen stukken werden o.a. berichten voorgelezen dat 3 J.V.'s hebben opgehouden te bestaan wegens gebrek aan belangstelling.

Een zeer betreurenswaardig verschijnsel in een tijd, waarin de jonge mens door alles wordt in beslag genomen, doch geen lust meer heeft en dus ook geen tijd weet te vinden om met elkaar bezig te zijn in het onderzoek van Gods Woord, onze geschiedenis en onze belijdenis.

Bij de bestuursverkiezing, waarbij als candidaten waren gesteld dhr J. Baayens (aftr.), Ds A. Verhagen (aftr.), dhr W. de Voogd en Ds W. de Wit, werden 104 stemmen uitgebracht en Ds A. Verhagen werd met 100 stemmen herkozen en dhr J. Baayens met 85 stemmen.

Dat Ds Verhagen, wie de kroon der grijsheid siert en die juist op de dag, dat we dit schrijven (3 Maart) 64 jaar is geworden, met bijna alle stemmen als voorzitter is herkozen, bewijst de grote liefde die onze jonge mensen hun L.V. voorzitter toedragen.

Ds de Blois feliciteert onze voorz. dan ook van harte met zijn herbenoeming.

Het rapport over „Daniël" geeft veel stof tot bespreking.

Hoewel het rapport alle reden tot tevredenheid geeft, zijn er toch grote zorgen aan verbonden om in deze dure tijd een blad uit te geven. Vooral nu in het afgelopen jaar enkele nieuwe plaatselijke kerkelijke bladen verschenen en zoiets altijd een verlies van abonnees betekent en niet te vergeten in het grote rayon Veenen-

daal vrijwel aile abonnees bedankten, is het nodig om door een krachtige werfactie van nieuwe abonnees en het aanwenden van enkele andere middelen met een finantieel-voordelig karakter, te voorkomen de gekweekte reserves aan te spreken.

Er worden veel goede wenken gegeven, maar anderzijds is het toch zo, dat deze tijd voor velen ongetwijfeld grote zorgen met zich brengt. Daarom moet de abonnementsprijs zeker niet omhoog, maar wel de activiteit van de meeste verenigingen ten opzichte van het werven van lezers voor ons blad.

Enkele verenigingen zouden de inhoud van ons blad meer aangepast willen zien aan hetgeen de jeugd zich van een blad als het onze voorstelt.

Hoewel de afgevaardigden een en ander nog toelichten zijn anderen en ook het bestuur van mening, de oorspronkelijke bedoeling van ons blad te handhaven, namelijk studieblad voor onze verenigingen met daarnaast andere, leerzame artikelen. Wel zal aan een der medewerkers worden gevraagd de aandacht van onze jonge mensen te vestigen op dingen, die de lust tot onderzoek zullen prikkelen.

Een voorstel om in het vervolg de vragen op de referaten schriftelijk in te dienen wordt aangenomen.

Vervolgens passeren enkele zaken de bespreking, o.a. de regeling van het nachtlogies, dat intussen al belangrijk is verbeterd, het zenden van meer dan één exemplaar van de notulen, e.a.

Een grote moeilijkheid is het punt: Boekbespreking in „Daniël". De kwestie „boeken" is in het algemeen zo uiterst moeilijk. Wat de ene nog goedkeurt, verwerpt weer een ander.

De heer Molenaar is bij het samenstellen van een lijst van betrouwbaar studiemateriaal op zulke moeilijkheden gestuit, dat hij het heeft opgegeven. Vele boeken zijn over het geheel genomen goed, maar kunnen dikwijls terwille van een enkele bladzijde, waar dingen te lezen staan waarmede wij het onmogelijk eens kunnen zijn, toch niet worden aanbevolen.

Het is in de volle zin van het woord een Lectuurprobleem.

Nadat verschillende meningen zijn gehoord wordt het zo gezegd, dat de verenigingen bij het aankopen van studie-lectuur hierover met dhr Molenaar in overleg kunnen treden of diens mening kunnen vragen over een boek, dat men wil aanschaffen voor de J.V.

Ook komt nog even aan de orde het nieuwe Reglement.

De voorz. spreekt namens het Hoofdbestuur zijn grote waardering uit voor de arbeid die in deze is verricht door de betreffende Commissie.

Het gedane werk getuigt van kennis van zaken. Twee leden van de Commissie, de heren D. de Bruin en C. F. Daudey zijn aanwezig en delen over hun werk nog iets mee.

In verband met het reeds vergevorderde uur wordt besloten dat aan de hand van het aangeboden concept, de daarop gemaakte opmerkingen en aanvullingen van het Hoofdbestuur, zomede de opmerkingen van de verenigingen, alles opnieuw tot een laatste concept zal worden verenigd en ter goedkeuring aan de verenigingen gezonden.

Na het zingen van Ps. 100 : 4 en dankgebed door Ds A. de Blois wordt de huishoudelijke vergadering gesloten.

De Jaarvergadering Openingswoord

Deze wordt klokslag 10 uur door de voorz. Ds A. Verhagen geopend.

Na het zingen van Ps. 89 : 6 en 7 leest de voorz.

1 Kor. 1 : 1.—16, de Geloofsbelijdenis en gaat voor in gebed.

In een kort openingswoord richt de voorz volgt tot de aanwezigen: zich als

Geachte vergadering.

Het is de 16e Bondsdag die wij op deze dag mogen houden en wij roepen daarom allen een zeer hartelijk welkom toe. Wij zijn zeer verheugd als wij mogen letten op de grote belangstelling die wij op deze dag wederom mogen aanschouwen.

Ook de tegenwoordigheid van de plaatselijke predikant, Ds v. d. Berg, stemt ons tot vreugde en wij mogen U wel hartelijk dank zeggen voor de gulle gastvrijheid die wij mogen ervaren, en ik geloof dat ik de tolk van allen ben als ik U verzoek om onze dank aan uw kerkeraad over te brengen.

Wanneer ik zie de tegenwoordigheid van andere predikanten, dan stemt ook dat tot verheuging, vooral als ik denk aan de tijd dat wij alleen als predikant in uw midden waren. Wij menen dat het één van de taken is van de Dienaren des Woords om met grote zorg de belangen van het opkomend geslacht te behartigen. Als wij letten op de grote gevaren, waaraan ons opkomend geslacht blootstaat, dan meen ik dat wij hier een taak hebben. Laten wij bedenken hoe zij staan temidden van een wereld die in het boze ligt en dat de zuigkracht daarvan zo groot is».

Wij zijn er van overtuigd dat onze arbeid zeer gering is, maar dat mogen wij toch getuigen, dat wij met U meeleven en dat wij uw belangen wensen voor te staan. Dat er gebreken zijn, die aan deze arbeid kleven, dat willen wij openlijk bekennen, maar dat mogen wij toch ook zeggen, dat wij niet bezig zijn onszelf te zoeken.

Ook gevoelen wij ons geroepen om de erkentelijkheid aan de verenigingen uit te spreken, dat zo velen op de uitnodiging van het hoofdbestuur de verre reis hebben gemaakt ondanks de vele kosten. Waar de dagen van de verbreking en de verbrokkeling zo groot zijn, mogen wij hier nog zo'n grote saamhorigheid opmerken.

Dat wij toch niet kwamen te verachteren, maar was het mogelijk, dat het opkomend geslacht onder het gezag van 's Heeren Woord mocht buigen.

Wij zijn aan de middelen gebonden, die God ons gegeven heeft en daarom ook spreken wij de wens uit dat deze dag moge staan in het teken van Gods gunst en dat de banden die ons binden steeds nauwer mogen worden.

Ik zal kort zijn met het oog op de vele dingen die deze dag nog staan te gebeuren. Alleen zou ik U nog in het kort willen wijzen op het gedeelte dat wij hebben voorgelezen nl. 1 Korinthe 1 : 1—16.

Het is waar, dat God Zijn knecht gebruikt had als een nietig instrument om Zijn gemeente te vestigen. Want als U leest het eerste gedeelte van dit hoofdstuk, dan dankt de apostel voor de genade die in de gemeente van Korinthe was verheerlijkt geworden. Wat een getuigenis van het werk des Apostels, niet in zichzelf, maar in Hem, namelijk in Christus, in alle rede en in alle kennis.

Maar na zijn vertrek van die gemeente was daar een droevig zaad uitgestrooid, het was het zaad der verdeeldheid, wat in de gemeente van Korinthe helaas rijke vruchten droeg. Christus was naar beneden gehaald en de mens werd verhoogd.

Paulus gaat nu vragen: Is Christus dan gedeeld, is Paulus voor U gestön-en? Is het niet ontzettend, mijne vrienden, als gij daar leest wat de vruchtgevolgen zijn van dat zaad der verdeeldheid? De apostel vermaant ze, zij zijn niet geroepen tot verdeeldheid, maar tot de gemeenschap van Jezus Christus.

Daar is tweeërlei roeping. Daar is een uitwendige roeping die komt tot allen die leven onder de bediening van het Verbond. Wat een voorrecht, denk eens aan de kinderen die dat voorrecht moeten missen. Als wij week aan week mogen komen onder de bediening van dat getuigenis, waar de Heere ons roept in de weg van Zijn ordonnantiën om ons tot Hem te wenden. Want dat is toch eindelijk de inhoud van de prediking, of het God behagen mocht de bediening te stellen tot een eeuwige zegen. Om niet alleen uitwendig geroepen te

worden, maar bovenal inwendig. Mijne vrienden, waardeer toch het grote voorrecht van de uitwendige roeping, maar zie ook wat er in gemist wordt. Want alleen in de uitwendige roeping leren wij onszelf niet kennen als verloren mensen. Wij mochten beseffen de grote noodzakelijkheid om die inwendige kracht van Gods Geest te leren kennen, om vanuit de staat der ellende geroepen en gesteld te worden in de staat der genade. Mijne vrienden, denk er aan, er zal een staatsverwisseling in ons leven moeten plaats hebben; om geroepen te worden tot de gemeenschap van Christus, om door wederbarende genade en zaligmakend geloof met Christus verenigd te worden. Niet omdat wij het aan kunnen nemen, maar door de waarachtige bewerking van Gods Geest, om daardoor gebracht te worden tot de gemeenschap van Jezus Christus. Om deelgenoot te worden van de weldaden die Hij verdiend en verworven heeft en om de verzoenende kracht daarvan in ons leven te mogen ervaren. Maar ook om het stuk van de dankbaarheid te beleven in de kracht Gods.

Als wij letten op de tekenen der tijden, dan zijn wij bevreesd om wat er boven ons hoofd hangt; als wij zien dat het rode paard van stal gekomen is en er een oorlog dreigt, nog vreselijker dan de oorlog die wij nooit vergeten zullen. Wij mochten maar zoeken om een God voor ons hart en een Borg voor onze ziel te kennen en om geborgen te worden in de Arke des behouds.

De Heere mocht het werk van de plaatselijke verenigingen zegenen, niet alleen tot vermeerdering van kennis, maar bovenal mocht de genade van Christus onder onze jongeren gezien worden.

En wat ik U toebid, is dat gij bewaard wordt om bij de verbrekers en bij de twisters te zijn, maar dat er zij een bidden om de vrede van Jeruzalem. Dat er mocht zijn een buigen onder het zachte juk van Gods Woord en dat wij een band, hoe langer hoe nauwer aan elkander mochten krijgen. De Heere doe ons deze dag iets van Zijn gunst ervaren, opdat nog vrucht gezien worde, Gode tot eer en onze zielen tot zaligheid.

Aan H.M. Koningin Juliana wordt een telegram gezonden van de volgende inhoud:

AAN HARE MAJESTEIT. KONINGIN DER NEDERLANDEN.

Het Lan delijk Verb and Dan fongelingsverenigingen uitgaande van de Geref. Gem., heden in jaarvergadering te Utrecht bijeen, betuigt Uwer Majesteit Zijn aanhanhe lijkheid aan Uw doorluchtig Huis, begeert pal te staan in deze bange, crisis volle en veelbewogen dagen rondom Uw troon, en bidt U des Heeren zegen toe, opdat Uwe Majesteit ons volk moge leiden in die wegen, die zijn naar Gods Woord.

Ds VERHAGEN. Voorzitter

Vloeddijk 30 - Kampen

Hierop kwam 's daags na onze vergadering het volgende antwoord van H.M. de Koningin:

Hare Majesteit de Koningin heeft mij verzocht U hare vriendelijke dank over te wi Hen brengen voor het zeer gewaardeerd telegram. Hare Maje steit toegezonden ter gelegenheid van de te Utrecht gehouden jaarvergadering.

De Particuliere Secretaris van H.M. de Koningin.

w.g. W. J. BARON VAN HEECKEREN VAN MOLECATEN

De jaarverslagen van secretaris en penningmeester worden goedgekeurd. Deze verslagen geven reden tot dankbaarheid en tevredenheid. Ook de mededelingen van de penningmeester over de kas van het Gratis Lezers Fonds zijn bevredigend, doch slechts tot heden. Wil deze prachtige actie blijven doorgaan, dan moeten er ook regelmatig bijdragen voor zijn, waartoe de penningmeester nadrukkelijk opwekt. (Lezer! Lezeres! J.V. of M.V.! het gironummer van deze penningmeester E. Blom, Paktuinen 49 te Enkhuizen is 511152).

De Weledele Heer M. Nysse behandelt nu zijn referaat:

„Het lijdensprobleem in het boek Job"

In dit referaat, schoon van vorm, inhoud en voordracht schetst spreker allereerst het lijden in het algemeen, het „waarom" van het lijden. In ontelbare vormen en alle mogelijke toonaarden hoort men door de ganse geschiedenis der mensheid: Waarom dit? Waarom dat? Waarom zo? teveel om op te noemen.

Maar ook de noodzaak van het lijden bespreekt de referent en staat bijzonder stil bij het lijden als een opvoeding Gods.

Meer in het bijzonder bepaalt spreker zijn gehoor bij het lijden van Job.

Er wordt op het terrein van het leven van Job een strijd gestreden, die in feite tussen God en Satan gaat.

De drie vrienden van Job overstromen hem met bestraffingen, verwijten en verdachtmaking.

Duidelijk toont spreker aan het verschil tussen de redevoeringen van Job's drie vrienden en de rede van Elihu, die als jongere het laatst spreekt.

Maar eindelijk spreekt God tot Job.

De vrienden hebben kwalijk van Job gesproken en hij moet voor hen bidden. En in het laatst van alles wordt Job zo gezegend, dat zijn welvaart, voortvloeiende uit de zegeningen Gods, nog groter is dan voor zijn beproeving.

De beantwoording van het groot aantal schriftelijk gestelde vragen wordt uitgesteld tot na de pauze. Ten besluite van de morgenvergadering wordt Ps. 43 : 4 gezongen, waarna gebed van Ds de Blois.

Na de pauze worden van Psalm 138 de verzen 2 en 4 gezongen en na gebed door Ds v. d. Berg de middagvergadering geopend.

Op duidelijke en vlotte manier beantwoordt de heer Nijsse de stroom van vragen. Het blijft beperkt tot de beantwoording alleen, een bespreking kan uiteraard niet worden gegeven.

Alvorens de 2e spreker, de Weleerw. Heer Ds A. Vergunst het woord krijgt om ons iets te doen horen over:

„Het Rooms Katholicisme"

wordt Ps. 119 : 32 gezongen.

Ds Vergunst begint te zeggen, dat het gevaar zo groot is de ogen wijd open te hebben voor een bepaald gevaar, dat dreigt, maar tevens geen erg te hebben in andere, niet minder ernstige gevaren.

In deze tijd van on-en bijgeloof en de strijd die wij tegen beide hebben, wordt zoveel het Communisme genoemd en soms te weinig gelet op het geestelijke en ook niet minder nationale gevaar van het Katholicisme.

Rome wint veld op alle terreinen van het leven. En nu weten wij en onze jonge mensen van Rome meestal niet meer, dan als over de uitwendige en zichtbare vorm van die kerk.

Maar dat is geen kennis van de Roomse beginselen. En juist die hebben we zo hard nodig, om ons doeltreffend te kunnen stellen tegen deze valse kerk.

En nu heeft deze kerk een grondgedachte, maar ook een gronddwaling.

De grondgedachte van Rome's kerk is: Wij zijn de enige kerk van Jezus Christus op aarde. De gronddwaling is de miskenning van Gods vrije, souvereine genade.

En deze gronddwaling staat weer in het nauwere verband met het verschijnsel, dat de R.K. kerk het gezag van de kerk stelt boven het gezag van Gods Woord (absoluut gezag.)

Ook vereenzelvigt Rome de kerk „met" Christus.

Christus en de kerk is één. In de kerk wordt het lichaam van Christus voortgezet.

Hier staat tegenover, dat wij spreken van een gemeenschap van Christus met Zijn kerk.

Op dit zeer belangrijke en leerzame referaat, waarvan wij slechts iets kunnen weergeven, kwam ook weer een stroom van vragen.

Deze werden op een even handige als duidelijke wijze beantwoord.

In de rondvraag brengt de heer Scholten van Krabbendijke in het midden, dat hij het wenselijk acht dat onze J.V.'s eens een spreker laten optreden, waarvan de collecte ten bate komt van de kweekschool te Krabbendijke.

Het te behandelen onderwerp kan ook betrekking hebben op een der facetten van het onderwijs. Ook een collecte zonder meer op de vergadering van de J.V.'s kan als zeer gewaardeerd worden aangemerkt.

De voorz. antwoordt, dat wij hierin de verenigingen geheel vrij moeten laten en dat van de zijde van het Hoofdbestuur daarop geen drang kan worden uitgeoefend, hoewel er niets op de zaak zelf tegen is.

De voorz. spreekt enkele woorden van dank tot allen, die het hunne hebben bijgedragen om deze vergadering weer zo goed mogelijk te doen verlopen. Bijzonder wel de regelingcommissie, de meisjesvereniging van Utrecht en ook de kosters de fam. de Graaf. Deze allen hebben het zeker niet gemakkelijk gehad, maar alles was keurig geregeld. ,

Ook de twee sprekers worden hartelijk bedankt voor hun leerzame referaten.

Ds H. Ligtenberg spreekt een slotwoord. Een kort slotwoord, maar van hart tot hart.

Hij maant de jonge mensen aan, te blijven in de dingen die hen zijn voorgehouden en steeds bezig te zijn in het onderzoeken daarvan en bidt alle aanwezigen des Heeren onmisbare zegen toe.

Na het zingen van Ps. 119 : 5 eindigt Ds Ligtenberg deze onvergetelijke bondsdag met dankgebed.

Het heeft ook ditmaal weer aangenaam aangedaan, dat verscheidene ouderlingen en niet minder dan 6 onzer predikanten (Ds v. d. Berg, Ds de Blois, Ds Heer-' schap, Ds Ligtenberg, Ds Vergunst en Ds Verhagen) in ons midden waren.

Gaarne bevelen wq onze arbeid in de belangstelling van al onze predikanten en ambtsdragers aan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1951

Daniel | 12 Pagina's

Jaarvergadering Landelijk Verband VAN JONGELINGSVERENIGINGEN DER GEREFORMEERDE GEMEENTEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1951

Daniel | 12 Pagina's