Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Matthew Henry, Een huis voor de Heere, Huisgodsdienst in de praktijk, gebonden, 709 blz., €16,90, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 97890-336-06656.

De auteur, bekend van zijn Bijbelverklaring leefde van 1662–1714. Wat hij schrijft heeft betekenis voor onze tijd. Deze stem uit het verleden heeft ons veel te zeggen. Na een woord vooraf volgen er drie hoofdstukken: 1.Een gemeente in ons huis. 2.Het onderwijs aan de jeugd. 3. Christus’ gunst betoond aan kleine kinderen. Kort samengevat zouden we kunnen zeggen dat het bij de huisgodsdienst gaat over het lezen en onderzoeken van de Bijbel, het gezamenlijk gebed en het samen zingen. Ouders dienen te bedenken dat zij met hun kinderen op doorreis zijn door dit leven naar de eeuwigheid. We lezen op blz. 17 “Bedenk vooral waarvoor ze bestemd zijn in de andere wereld: ze zijn voor de eeuwigheid geschapen. Ieder van uw kinderen heeft een kostelijke en onsterfelijke ziel, die voor altijd in de hemel of in de hel zal zijn, de plaats waarop ze in dit leven worden voorbereid.

Misschien moet de ziel al heel spoedig sterven. Zou het niet heel erg zijn als door uw zorgeloosheid en nalatigheid, uw kinderen de wegen van de zonde leren en daarop voor eeuwig omkomen? Waarschuw hen dan om, zo mogelijk, hun zielen te redden. Verlos zo ten minste uw eigen ziel, zodat niet hun vloek en Gods vloek, en hun bloed en uw bloed over uw hoofd komen. Ik weet dat u uw kinderen geen genade kunt schenken. Evenmin leidt een godvruchtige opvoeding altijd tot een godvruchtige wandel. ‘De loop is niet der snellen, noch de strijd der helden’(Pred. 9:11). Kwijt u zich echter nauwgezet van uw plicht? Onderwijst u uw gezin? Leert u hun de goede en de rechte weg en waarschuwt u hen voor zijpaden? Bestraft en vermaant u hen en spoort u hen aan, als er gelegenheid toe is?

Bidt u met en voor hen? Geeft u hun een goed voorbeeld? En ten slotte, denkt u daarbij aan het welzijn van hun ziel? Dan hebt u uw deel gedaan en mag u gerust de uitkomst en de vrucht aan God overlaten.”

Ouders dienen in de opvoeding te bestraffen en te vermanen. We lezen daarover op blz. 24 “Moedig alles aan wat goed en prijzenswaardig is in uw kinderen en knechten. Het is evenzeer uw plicht om uw gezinsleden die goed doen te prijzen en te bemoedigen, als om hen die zich misdragen te bestraffen en te vermanen. Henry schrijft dat de dienst van God het krachtigste middel is om de zonde buiten de deur te houden. We lezen op blz. 29 “Om de zonde buiten de deurte houden, moet de dienst van God in ons huis onderhouden worden. Dit zal het krachtigste tegengif zijn tegen het gif van satan.” Op blz. 34 schrijft Henry dat gezinshoofden die tot nu toe de huisgodsdienst achterwege hebben gelaten, die in moeten stellen en er ernst mee moeten maken. Ook de tijdsbesteding op zondag krijgt aandacht. Op blz. 56 schrijft Henry “Zoveel jonge mensen verkwisten die tijd met onbelangrijke, dwaze gesprekken, op de akker of voor de deur van hun huis. Die gesprekken hebben een verderfelijke invloed op de geest en de zeden. Ze nemen de vrucht van de dag weg, als er al enige vrucht is geweest. Deze jongeren besteden de kostelijke minuten echter aan datgene wat tot hun voordeel dient. Hierdoor komt de nagel die geslagen is, beter vast te zitten.

Het wordt een nagel in een vaste plaats. Ik weet niet wat jonge mensen beter kunnen beheren dan hun tijd, vooral op zondag.” Wie als kind dingen leert die dan nog niet begrepen worden, kan daar later veel profijt van hebben. We lezen op de blz. 63 en 64 “Wat u misschien wel als een uit het hoofd geleerd lesje tegen uw ouders zei toen u kind was en waarvan u de bedoeling en de reikwijdte niet kon verstaan, moet u nu tegen uzelf zeggen met begrip, inzicht en genegenheid. De verstandigste en voortreffelijkste mensen moeten zich niet schamen om de woorden van hun catechismus te herhalen, als ze gelegenheid hebben om ze te citeren. Schaamte past hun die hiertoe niet in staat zijn, maar zich wel hun hele leven de zinloze, dwaze verhaaltjes en liedjes kunnen herinneren die ze in hun jeugd geleerd hebben. Ze vergeten echter de voorbeelden van deze woorden waardoor ze zalig moeten worden en waarnaar ze geoordeeld zullen worden.” We besluiten met een citaat van blz. 73 “Laat ze hun catechismus leren.

Draag hun op om delen van de Schrift in hun geheugen te prenten, voor zover u hen daartoe bekwaam oordeelt. Ga na wat ze zich nog herinneren van de preken die ze horen. U zult hierbij enige moeite ondervinden van hun verdorven natuur, die u zoveel mogelijk met zachte hand moet proberen te overwinnen. Geef hun onderwijs met alle mogelijke vrijheid en vertrouwelijkheid, met mededogen en aanpassing aan hun vermogens.

Niet de meest autoritaire en meest luidruchtige ouders scherpen deze woorden het beste in bij hun kinderen, maar zij die daar vaak over spreken als ze in hun huis zitten, als ze op de weg gaan, als ze neerliggen en als ze opstaan (Deut. 6:7), en regelmatig goede aanwijzingen geven aan hun kinderen. Wat zullen ze na verloop van tijd goed thuis zijn in de Schrift, als slechts één van de tien aanwijzingen hen onmerkbaar raakt en bijblijft.

Probeer dit werk zoveel mogelijk tot een genoegen en een vermaak voor uw kinderen en knechten te maken, zodat het geen opgave, verschrikking of slaafse bezigheid is. Onderwijs hun zoals Christus, Die zachtmoedig en nederig van hart is.”

Ds. A.A.F. van de Weg, ds. M. Klaassen en ds. J. Edwards, Venster op de eeuwigheid, Hel en hemel bij de puriteinen, paperback, 132 blz., € 9,95, Uitgave van Stichting De Tabernakel, ISBN 9789076-107080.

In dit boekje wordt het spreken van Edwards en andere puriteinen over de hel en de hemel uiteengezet en zijn twee preken van Edwards opgenomen. Het boekje is een uitwerking van de themadag over dit onderwerp, die vorig jaar ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de stichting werd gehouden. Hemel en hel waren voor de puriteinen geen dode begrippen, maar levende werkelijkheid. Met name Jonathan Edwards heeft indringend over deze zaken gesproken. Het was zijn verlangen zijn hoorders de toekomende toorn te doen ontvlieden en de eeuwige gelukzaligheid te doen beërven. Duidelijk heeft hij over de hel gesproken. We willen enkele passages citeren uit de preek van Edwards over Mattheüs 25:46a ‘En dezen zullen

gaan in de eeuwige pijn…’ In de toepassing op blz. 62 lezen we “Uit wat gezegd is kunnen we leren hoe dwaas het merendeel van de mensheid is. Omwille van tijdelijke voldoening lopen zij het risico om al deze eeuwige pijnigingen te zullen doorstaan. Zij verkiezen een klein plezier, weinig weelde, weinig aardse eer - die maar even kan duren - boven een ontsnapping aan deze straf. Stel, dat het waar is dat de pijnigingen van de hel eeuwig zijn. Wat baat het een mens, als hij de hele wereld wint, maar schade lijdt aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven tot lossing van zijn ziel? Wat is er in deze wereld, dat niet een kleinigheid en lichter dan ijdelheid is, in vergelijking met deze eeuwige dingen?” Op blz. 65 schrijft Edwards concreet over de helse smarten. “Bedenk slechts hoe vreselijk de wanhoop zal zijn in zulke pijn. Als u deze vernietigende pijn zult lijden, hoe vreselijk zal het dan zijn om er zeker van te zijn dat u er nooit - maar dan ook nooit! - van verlost zult worden. Hoe vreselijk, om dan geen hoop te hebben. U zult wensen dat u vernietigd zou worden maar u zult daar geen hoop op kunnen vestigen. U zult wensen dat u in een pad of slang zou worden veranderd, maar u zult er geen hoop op kunnen vestigen. U zou blij zijn, als u ook maar enige verlichting zou hebben.

Echter, als u deze pijnigingen miljoenen eeuwen zult hebben verdragen, zult u daar nog steeds geen hoop op hebben. U zult zon, maan en sterren overleven. In uw pijnlijk kreunen en klagen, zonder rust, dag en nacht, zonder een minuut verlichting. Nog zult u geen hoop hebben om er ooit van verlost te worden. Al hebt u duizenden eeuwen die pijn al verdragen,u zult geen hoop hebben. Integendeel, u zult weten dat u nog geen millimeter dichter bij het eind van uw pijnigingen bent! Dan zult u nog steeds dezelfde kreungeluiden maken, dezelfde pijnigingen ondervinden, dezelfde noodkreten slaken, onophoudelijk. De rook van uw pijniging zal altijd blijven opstijgen. Uw ziel, die al die tijd aangeraakt is door Gods toorn, zal nog altijd bestaan om meer toorn te verdragen. Uw lichaam, dat al die tijd gebrand heeft in deze gloeiende vlammen, zal niet verteerd zijn, maar zal in alle eeuwigheid verbrand worden. De eeuwigheid zal helemaal niet verkort zijn door wat dan al voorbij zal zijn.” In een preek over 2 Korinthe 5 schrijft Edwards ook concreet over de hemel. “Dus zullen zij (de gelovigen) overvloedig eten en drinken, en zwemmen in de oceaan van liefde, en eeuwig verzwolgen zijn in de oneindig heldere en oneindig zachte en zoete stralen van de goddelijke liefde: (ze zullen) eeuwig dat licht ontvangen, er eeuwig vol van zijn, en er eeuwig door omringd zijn, en eeuwig (dat licht) terugreflecteren, weerkaatsen naar zijn bron (God Zelf).” In de preek ‘De hemel een volheid van liefde’ over 1 Korinthe 13:8–10 zegt Edwards: “De heerlijke aanwezigheid van God vervult de hemel met liefde, zoals de zon op heldere dagen de wereld vervult met haar licht vanuit de zichtbare hemelen. ‘God is liefde’ wordt door de apostel verkondigd. En omdat Hij een God is zonder begin en zonder einde, volgt daaruit dat Hij dat ook is als de Bron van liefde. Hij is volmaakt genoeg in Zichzelf, waaruit volgt dat Hij een onuitputtelijke Bron is van overlopende liefde. En omdat Hij de onveranderlijke en eeuwige God is, is Hij dat ook als de Bron van liefde.” De hemelse vreugde zal onuitsprekelijk zijn. Gods kinderen zullen daar als de Bruid van Christus altijd in gemeenschap staan met de levende God.

Christus zal eeuwig als Verlosser geëerd worden. In de toepassing klinken de volgende ernstige woorden: “U, onboetvaardige, moet ook inzien dat u gevaar loopt in de hel te eindigen. Dit is een plaats vol van haat en nijd. Er zijn drie werelden. De eerste is onze wereld, een soort tussenwereld.

Het is een plaats waar goed en kwaad zo sterk door elkaar lopen, dat deze wereld niet voor eeuwig kan bestaan. De andere is de hemel, een wereld vol liefde, zonder enige haat. De derde wereld is de hel, een plaats waar geen liefde bestaat, maar alleen haat en nijd. Dit is de plaats waar allen thuishoren die zonder Christus leven. “Verderop in de toepassing lezen we het volgende over de hemel: “Laat datgene wat we over de hemel gehoord hebben, ons allen opwekken ons gezicht daarheen te wenden en onze voeten te richten op het pad dat naar de hemel leidt. Is hetgeen we gehoord hebben over de welgelukzalige staat van dat land met vele verrukkingen, niet genoeg om naar te verlangen? Is het niet genoeg om ernaar te gaan jagen, met grote ernst en standvastige volharding?

Zouden we ons hele leven niet gaan besteden aan het reizen op de weg die daarheen leidt?Wat een verheugend nieuws voor ons als we horen van een wereld vol van volmaakte vrede en heilige liefde. Wat een blijdschap als we vernemen dat het voor ons mogelijk is, ja dat er volle ruimte is om daar deel aan te krijgen en de eeuwigheid door te brengen in die heerlijkheid!” De toepassing eindigt met deze woorden: “Zalig, driemaal zalig zijn degenen die getrouw bevonden zullen worden tot het einde om daarna in te gaan in de vreugde van hun Heere!

Daar ‘zullen zij niet meer hongeren, en niet meer dorsten, en de zon zal op hen niet vallen, noch enige hitte. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen’ (Openb. 7:16, 17)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's