Een verrassing

Hoe gaat het met Kees, die een ongeluk gehad heeft....? Zijn rug doet vreselijk zeer. Ook zijn arm kan hij niet bewegen.

Papa, dc dokter, vindt het nodig, dat hij naar het ziekenhuis gebracht wordt. Misschien heeft hij wat gebroken. Als papa het ziekenhuis belt, duurt het niet lang. of de ziekenauto komt aanrijden.

Papa en mama gaan allebei mee. Opa cn oma blijven oppassen op Bart en de tweeling.

In het ziekenhuis wordt Kees meteen onderzocht. Zijn arm is gebroken. Van zijn rug moet ook een foto gemaakt. O. wat heeft Kees een pijn!

..Ja jongen", zegt papa, „het had nog veel erger kunnen zijn. Je weet het Kees, hoeveel kinderen verongelukken en moeten sterven. De Heere heeft jou nog bewaard, lieve jongen". Kees begrijpt het.

Hij was dc weg overgestoken. zonder goed tc kijken. De chauffeur heeft geen schuld. En zijn fiets. zijn mooie nieuwe fiets is helemaal krom.

Als papa en mama weer naar huis gaan, blijft Kees alleen achter. O. hij had zich zo verheugd, dat opa en oma zouden komen. En nu...., nu ligt hij hier.

En zondag..... zondag worden Annemarie en Marianne. zijn zusjes gedoopt. Hij kan er dan niet bij zijn! Tranen springen in z'n ogen.

Zuster Mia komt binnen met brood. „Kees. Kees, waarom zie ik tranen? " „Ik.... ik...." „Ga eerst maar lekker eten. Alles valt nog mee. Kees!"

„Maar....", begint Kees, „zuster, zondag worden mijn zusjes gedoopt. En dan ben ik er niet".

„Jc zusjes....? Hoeveel zusjes....? " „Twee zuster. Het is een tweeling. En opa cn oma zijn bij ons. En nu kan ik niet...."

„Hebben jullie een tweeling? Dat is leuk. Kees. Ik zal zondag heel goed kijken. Ik ga vooraan zitten in de kerk.

En nu.... eerst eten. Kees!" Als Kees gebeden heeft, lacht Karei, die naast hem ligt-

„Wat doe jij", vraagt Karei.

„Bidden", zegt Kees een beetje verlegen.

„Och joh. doe niet zo raar. Je kunt toch gewoon gaan eten!"

Kees zegt maar niets meer. Wat een vervelende jongen, is die Karei.

Karei heeft zijn been gebroken. Er hangt een zwaar gewicht aan. Hij heeft veel pijn. Kees zijn rug doet ook erg zeer. Hij kan er haast niet op liggen. Als papa en mama 's avonds op bezoek komen, is hij dolblij. Ze hebben leesboeken meegenomen cn een puzzel. Maar puzzelen kan Kees nog niet. O nee! Hij moet plat blijven liggen.

Mama zegt: „Dan mag je buurjongen de puzzel wel gebruiken".

„Bah die vervelende jongen", denkt Kees.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen