Theo van der Sluijs: „Voorkomen is beter dan genezen

„In de vijftien jaar die ik in de verslavingszorg werkzaam was, kreeg ik wel eens het gevoel dat het dweilen met de kraan open was. Het leek wel of er steeds meer verslaafden bij kwamen", vertelt directeur Theo van der Sluijs van stichting Voorkom. „Mensen die in de goot terechtkomen de helpende hand bieden, is heel belangrijk werk en moet altijd doorgaan. Ik zag het echter als de tweede opdracht in mijn leven om preventief aan het werk te gaan. Zo rond 1985 was er op het gebied van preventie nog niets structureels georganiseerd, zeker niet vanuit de christelijke hoek. Daarom is toen de stichting Voorkom (de naam is afgeleid van het gezegde 'Voorkomen is beter dan genezen') opgericht."

Uitdaging
De stichting begon met drugspreventie. Al gauw bleek dat ook op andere terreinen preventiewerk nodig was. Van der Sluijs: Steeds meer scholen belden ons met de vraag of wij ook informatie over alcohol konden verstrekken. Jongeren bleken in het weekend zo erg te drinken, dat ze 's maandags niet meer op school kwamen. Later kwam daar ook voorlichting geven over gokken en roken bij." De meeste scholen die een bezoekje krijgen van de preventiemedewerkers zijn voortgezet-onderwijsscholen. Sinds kort komen de basisscholen ook steeds duidelijker in beeld. Van der Sluijs: „Als uitdaging voor de komende tien jaar zien wij vooral de basisscholen. Voor ons gevoel zijn we in het voortgezet onderwijs soms al te laat. Uit de proefprojecten op de basisscholen die we in groep 7 en 8 gedaan hebben, bleek dat groep 8 het best te benaderen is." De preventiemedewerkers van stichting Voorkom bezoeken zowel protestants- christelijke, reformatorische en rooms-katholieke als openbare scholen. Van der Sluijs: „De eerste drie soorten scholen vragen ons vooral vanwege onze identiteit, de laatste categorie vaak vanwege de kwaliteit van ons werk. Wij stuiten eigenlijk nooit op weerstand bij de jongeren. Het is natuurlijk voor hen een onderbreking van het normale lespatroon, maar ze staan er ook open voor. Als je alles maar realistisch benadert: wat doet verslaving met je lichaam."

Bijzonder voorrecht
De voorlichtingslessen over gokken, alcohol of drugs krijgen leerlingen in drie lesuren. De lessen over roken zijn in twee uren te behandelen. Van der Sluijs: „Het eerste uur krijgen de leerlingen een stukje theorie over bijvoorbeeld drugs. Aan bod komen dan vragen als: Wat zijn er voor soorten drugs? en: Hoe kom je ermee in aanraking? De tweede les denken ze na over de oorzaken van de verslaving. Hoe is het gebeurd? Was het bijvoorbeeld het groepsgevoel waardoor de jongere ging gebruiken of was het vluchtgedrag omdat de jongere geen fijne jeugd gehad heeft. Hoe een verslaving kan ontstaan, wordt aan de hand van een diapresentatie of video getoond. Tijdens de laatste les is er altijd een ex-verslaafde aanwezig om te vertellen wat de gevolgen van verslaving in je leven zijn en hoe je ervan af kan komen." Dat de stichting Voorkom dat doet vanuit een christelijke levensvisie, is volgens Van der Sluijs geen probleem voor openbare scholen. „Jongeren willen weten hoe het komt dat verslaafden uiteindelijk clean worden. Ik zie het als een bijzonder voorrecht dat wij op alle soorten scholen mogen komen. De ex-verslaafden die hun verhaal doen, zijn allemaal christelijk. Zo kunnen we zonder te evangeliseren, toch overal zaaien en Gods liefde tonen."

Vertrouwenspersonen
De verhalen die medewerkers van de stichting horen van leerlingen zijn soms heel schrijnend. „Vooral alcohol is een heel groot probleem", vertelt Van der Sluijs. „Tachtig procent van alle Nederlanders gebruikt alcohol. De een in meerdere, de ander in mindere mate. Maar van die tachtig procent krijgt 1 op de 10 er problemen mee. Dus 1 a 2 leerlingen per klas hebben in hun directe omgeving te maken met alcoholverslaving. Soms durven ze daar in de klas opeens over te praten. Daarom moet er altijd een leerkracht bij de lessen aanwezig zijn. Hij of zij kan (achterin de klas) zien wat voor signalen de leerlingen geven en daar later op inspelen. Onze medewerkers wijzen op de vertrouwenspersonen binnen de school. Ook laten ze telefoonnummers van christelijke hulpverleningsinstanties achter. Zo kunnen jongeren altijd de weg vinden." Als grootste probleem onder de jongeren ziet Van der Sluijs het drinkgedrag. „Dat neemt enorm toe, dat merken wij aan de hulpvragen van scholen. Jongeren hebben meer geld te besteden en dat merk je ook daaraan. Als je in een klas vraagt wie er niet drinkt, zijn dat er vaak maar een of twee. Daartegenover staat echter wel datje aan sigaretten en drugs veel sneller verslaafd raakt. Bovendien overlijden er in Nederland per jaar 3000 mensen door alcoholgebruik, terwijl roken 24.000 levens per jaar eist." De ervaring leert dat er op reformatorische scholen minder drugs gebruikt wordt dan op andere scholen. Van der Sluijs: „Ook daar is het echter zo dat de leerlingen ermee in aanraking komen. Blowen is aantrekkelijk en heeft een zuigende werking. De drempel is wel hoger, maar ook op die scholen is preventie heel belangrijk."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen