Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

3. 's-Hertogenboseh.

Frederik Hendrik achtte nu de tijd gekomen om ook de zuidgrens af te sluiten en daartoe een aanval op 's-Hertogenboseh te doen. Tevens had men clan bij vermeestering een uitvalspoort naar het Zuiden.

De stad was een zeer belangrijk strategisch punt. Reeds Parma wist clat. Toen hij Antwerpen indertijd belegerde en Hohenlo (een van Maurits' veldheren) een aanval op de stad deed, had hij gezegd Antwerpen te zullen moeten opgeven als 's-Hertogenbosch viel.

Reeds na inname van Grol had cle Prins over een aanval gedacht, maar cle Staten wilden geen geld voor de onderneming voteren. In 1628 hadden we echter het fortuintje van cle Zilvervloot binnengehaald en nu zou het spel dan beginnen. De omstandigheden leken voor ons zeer gunstig. Landvoogdes Isabella zal met een schatkist, waarvan men cle bodem kon zien en die haar belette voldoende troepen op cle been te brengen. Spinola was van het toneel verdwenen, gelijk we in ons vorig artikel schreven.

De Spanjaarden maakten zich echter niet erg bezorgd over cle stad. Ze was volgens hen — onneembaar! En zo scheen het wel.

De stad lag aan de samenvloeiing van Dommel en A en het land er omheen was zeer moerassig.

Bevelhebber (gouverneur) was de bekwame Anthonie Schetz, heer van Grobbendonck. Het garnizoen bestond uit Duitsers en Walen. Voor cle inwoners behoefde hij niet bevreesd te zijn, want zij waren allen katholiek.

Zo verscheen clan de Prins onverwachts voor de stad. Zijn maatregelen, die hij nam: waren strategisch af. Alles verliep hier „volgens de plannen."

Allereerst liet hij door enige duizenden grondwerkers de Dommel en de A af-

dammen. Die deden dus geen kwaad meer door de boel onder water te zetten.

Verder liet hij door zijn bekwame waterbouwkundige Leeghwater (wie kent hem niet? !) 40 windmolens plaatsen. Zo raakten de opgemelde moerassen droog.

Dan liet hij 2 linies om de stad aanleggen beide met de nodige kanonnen. Op de buitenlinie stonden de stukken naar de vijand gekeerd, die allicht tot ontzet zou opdagen; op de binnenlinie waren ze naar de stad gericht. Tussen beide, door wallen verbonden, lag water. Verder werden er loopgraven aangelegd, om de stad meer en meer te naderen. De Prins had zijn hoofdkwartier op het kasteel Maurits.

Dat een ontzetpoging zou volgen, was te voorzien. De meergenoemde Hendrik van den Berg, de opvolger van Spinola in deze landen, bracht met grote opofferingen van het Zuiden een leger op cle been. De poging tot doorbraak mislukte echter.

Toen ging hij het anders beproeven. Zoals bekend, was het de tijd van de 30jarige oorlog, waarin cle Keizer en Spanje samenwerkten.

Van den Berg viel nu met 's keizers veldheer, Montecuculi, ons land binnen; zij trokken de Veluwe over en namen Amersfoort in. De opzet was duidelijk: doorstoten naar het hart des lands en Frederik Hendrik dwingen de belegering van 's-Hertogenbosch op te geven. Om de vijandelijke legers van het nodige te voorzien hadden cleze te Wezel hun opslagplaatsen van voedsel (op de Veluwe was niets te vinden) en wapenen. Tevens was cleze plaats cle verbindingsschakel met Duitsland.

De toestand werd voor ons land bepaald gevaarlijk en de Staten vonden het beter, dat de Prins 's-Hertogenbosch maar opgaf.

Maar daarin had cle Prins helemaal geen zin. Hij adviseerde de Utrechtse waterlinie in werking te zetten. Het moet gezegd worden clat Holland en vooral Amsterdam prijselijk meewerkten.

De sluizen van Muiden en Vreeswijk werden opengezet; het zeewater kwam tot bij Utrecht. Achter cle waterlinie werden enige duizenden soldaten geplaatst voor cle afweer.

Maar dit alles zou niet gebaat hebben, als niet de Prins door een meesterlijke zet cle vijand tot de-terugtocht had gedwongen.

Die zet was de inname van Wezel, het tuighuis van de vijand.

Aan Otto van Gent, heer van Dieden, cle gouverneur van Emmerik gaf hij opdracht het steunpunt Wezel bij verrassing te nemen. Terwijl hij zelf door een schijnbeweging in cle richting Zuid H. v. cl. Berg misleidde, alsof het hem helemaal niet om Wezel te doen was, verscheen heer Otto plotseling voor cleze stad en nam ze in.

Het wonderlijke daarbij was, dat cle vijand ongewild cle weg baande voor cle „intocht." Een kogel uit hun eigen geschut op cle wallen raakte precies cle ketting van de ophaalbrug. De ketting vloog in tweeën, de brug stortte neer en cle ruiterij, stormde naar binnen!

Wel mocht onze Prins, toen hij bericht van deze wonderlijke gebeurtenis kreeg tot cle boodschapper zeggen: „O, mijn zoon, mijn kind, mijn zoon! is het zo geschied, is het zo? dan is het een louter werk van God en niet van mensen." De terugtocht van cle vijand in cle richting van cle IJsel werd, nu Wezel gevallen was, onvermijdelijk.

Ook het lot van 's-Hertogenbosch was nu bezegeld. De oude Grobbendonck gaf de stad na heldhaftige verdediging over. Op 24 september had de uittocht plaats. Het garnizoen had vrije aftocht gekregen, zo ook de bisschop met zijn geestelijken. Ook vele roomse burgers trokken mee. Verder zag men tal van wagens geladen met goederen en — kerksieraden in cle stoet.

De vredesvoorwaarden waren volgens cle Roomsen — hard. Zij kregen wel gewetensvrijheid, maar mochten hun godsdienst niet uitoefenen. Hun kerken kwamen aan cle protestanten. De mannelijke geestelijken moesten cle stad verlaten; alleen de vrouwelijke religieusen konden blijven; maar er mochten geen nieuwe ordeleden bijkomen.

Dat er echter clandestien roomse godsdienstoefeningen werden gehouden, laat zich wel begrijpen.

— Er was grote blijdschap in het land orer deze gunstige gang van zaken. Een resolutie van de Raad van State eindigde aldus: „En zo eindigt het gelukkig jaar van 1629, daarvoor niet ons maar God almachtig zij de lof, prijs, eer en dankbaarheid in eeuwigheid! Zo was het.

4. Verdere krijgsbedrijven.

Men was niet van plan op zijn lauweren te gaan rusten. Neen, men wilde nu het deel der spaanse Nederlanden, waar nederlands gesproken werd, gaan onderwerpen.

Gelijk bekend, was ginds ook een waals gedeelte, waar frans werd gesproken. Dit kon dan bij Frankrijk gevoegd worden. Verder werd het bezet gebied niet in de Unie opgenomen, maar kwam onder rechtstreeks bestuur van de Staten-Generaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1957

Daniel | 8 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1957

Daniel | 8 Pagina's