Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mainz, stad van de boekdrukkunst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mainz, stad van de boekdrukkunst

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mainz ligt, een beetje vergeten, opzij van de grote Duitse doorgangswegen. Toch was het eens, na Rome, de machtigste stad van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie. Hier werd zeshonderd jaar geleden Johannes Gutenberg geboren, de uitvinder van de boekdrukkunst. De stad aan de Rijn is zijn beroemde zoon niet vergeten!

Een bekende Engelse reisgids wijdt lovende woorden aan de stad: „Mainz draagt zijn kathedraal als een kroon en wordt door de Rijn bekleed met een koninklijk gewaad. Een rake dichterlijke omschrijving. Het leven van deze bedrijvige universiteitsstad speelt zich inderdaad grotendeels af rond haar indrukwekkende kathedraal. En haar ligging aan de samenvloeiing van Main en Rijn verleent de stad een bijzondere bekoring.
Toch doet zon beknopte typering de stad geen recht. In Mainz valt, zelfs voor een verwende toerist, veel meer te zien en te bewonderen. Zorgvuldig gerestaureerde historische gebouwen en opvallende producten van moderne architectuur wisselen elkaar af. Een voorbeeld hiervan is het vermaarde Gutenbergmuseum in het centrum van Mainz. Het administratieve gedeelte is ondergebracht in een van de mooiste gebouwen van de stad, het zogenaamde Haus zum römischen Kaiser. Het werd in de tweede helft van de 17e eeuw gebouwd als particulier woonhuis voor een rijke koopman. Achter dit historische pand bevindt zich, in een hypermodern tentoonstellingsgebouw, het Wereldmuseum van de Boekdrukkunst. Daarin wordt de boeiende geschiedenis van schrijf- en boekdrukkunst in beeld gebracht, vanaf de kleitabletten van de Babyloniërs tot aan de computers van onze tijd.

Schatkamer
Op de tweede verdieping bevindt zich de schatkamer van het museum. De ruimte is aan alle kanten beveiligd. Zelfs het daglicht kan er niet in doordringen. Als de deur opengaat, werpen speciale lampen een spaarzaam licht op de vitrines in het midden. De bezoekers scharen zich, bijna eerbiedig, eromheen. Onder het dikke glas liggen vier lijvige, opengeslagen folianten op een rij. Het eerste is een prachtige, met de hand geschreven Bijbel uit de periode vóór 1450; de andere drie zijn gedrukt door Johannes Gutenberg tussen 1552 en 1555. Onze begeleidster blijkt tot in de kleinste details de geschiedenis van Gutenberg en van zijn werk te kennen. En ze weet er onderhoudend van te vertellen.
De Gutenbergbijbel werd uitgegeven in twee banden, het Oude en het Nieuwe Testament. Er zijn vermoedelijk 180 à 200 exemplaren van gedrukt, ongeveer dertig op perkament, de rest op papier. Dat lijkt weinig. Maar er moest ongelooflijk veel werk voor worden verzet.
Van de bijna 200 oorspronkelijke exemplaren zijn er nog 48 geheel of gedeeltelijk bewaard gebleven, verspreid over de hele wereld. De prijs? Schrik niet! In 1925 kon het Mainzer museum van een particulier een halve Gutenbergbijbel kopen, een Nieuwe Testament, voor 5000 Duitse marken. Omgerekend naar de koopkracht in onze tijd zou dat meer dan een half miljoen Nederlandse guldens zijn. In het voorjaar van 1978 slaagde de stad Mainz erin bij een antiquair in New York een bijna compleet exemplaar (er ontbreken enkele bladzijden) te kopen voor vier miljoen gulden. Het bleek een voordelige aankoop te zijn, want kort daarop werd in Londen een exemplaar voor vijfeneenhalf miljoen gulden geveild.

Een hoofd vol dromen
Na ons bezoek aan het museum probeerden we ons in gedachten te verplaatsen naar de tijd van Gutenberg, zes eeuwen terug. In onze fantasie zagen we een pienter jongetje door de nauwe middeleeuwse straatjes en steegjes zwerven, terwijl hij af en toe stilstond om te kijken naar de ambachtslieden, die in hun open werkplaatsen hun vak uitoefenden. Vooral de metaalbewerkers trokken zijn aandacht. Hij zag hoe ze erin slaagden de moeilijkste figuren, zelfs in de hardste metalen, uit te snijden, te zagen, te vijlen. Hij merkte op welke gereedschappen ze hadden en hoe ze die gebruikten. En hij vergat het niet. Hij ging naar huis met een hoofd vol dromen, fantasieën en plannen. Later, als hij groot was, dan...
Soms vroeg iemand aan het weetgierige kereltje hoe hij heette. En dan antwoordde hij: „Henne. Henne Gensfleisch. „En waar woon je? „In de Hof zum Gutenberg. „Aha, in de Hof zum Gutenberg! Dat kende iedereen in de stad. En weldra noemde men hem die jongen van Gutenberg, of ook wel Henne Gutenberg. Dat klonk veel beter dan Henne Gensfleisch (Gänsefleisch = ganzenvlees). Dat vond de jongen zelf ook. Zo is het misschien gegaan.

Hofman
Misschien! Want er is maar heel weinig met zekerheid bekend over deze schimmige figuur uit de eerste helft van de 15e eeuw. We weten niet precies wanneer hij geboren werd. Het moet ergens rond 1400 geweest zijn. Zijn vader was in Mainz een vooraanstaand burger. Zijn moeder was een koopmansdochter. Het was een roerige tijd. Soms moest de hele familie de stad verlaten wegens de burgertwisten tussen de opkomende gilden en de bevoorrechte patriciërs.
Omstreeks 1448 dook Gutenberg weer op in zijn vaderstad Mainz. Waarschijnlijk begon hij daar toen zijn eerste drukkerij in te richten. Aanvankelijk drukte hij alleen maar kleine werkjes, zoals aflaatbrieven, vlugschriften en pamfletten. Daarvoor hoefde hij niet zoveel te investeren en ze brachten meteen geld op. En dat was wat hij nodig had voor zijn ambitieuze plannen: geld, veel geld. Want zijn grootste droom was het drukken van Bijbels, móóie Bijbels, minstens zo mooi als de bestaande exemplaren, die met de hand geschreven waren.
Hij legde zijn plannen voor aan een Mainzer koopman, Johann Fust. Bij hem wist hij een lening van 800 gulden te sluiten tegen een rente van 6 procent. Dat was een formidabel bedrag. Je zou er in die tijd twee huizen voor hebben kunnen kopen. Toch was het niet genoeg. Halverwege het project was het geld op. En er was nog geen Bijbel gedrukt! Opnieuw klopte Gutenberg bij zijn geldschieter aan. Met veel moeite wist hij nogmaals 800 goudguldens los te peuteren, op voorwaarde dat de hele drukkerij met Bijbels en al aan Fust zou vervallen, als Gutenberg niet op tijd zijn leningen zou aflossen.
Deze voorwaarde pakte verkeerd uit voor Gutenberg. Na drie jaar ingespannen arbeid eindigde het bijbelproject met een proces van Fust tegen Gutenberg, waarbij de laatste aan het kortste eind trok. De Bijbels waren klaar, maar Gutenberg was niet in staat aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. De ongelukkige uitvinder moest het hele bedrijf overdragen aan Fust.
Pas tegen het eind van zijn leven kreeg Gutenberg, als erkenning voor zijn verdiensten, enige genoegdoening. In 1465 benoemde de nieuwe keurvorst van Mainz, Adolf van Nassau, hem tot hofman. Dit hield in dat hem passende hofkleding werd aangemeten, dat hij jaarlijks twintig mud koren en twee vaten wijn kreeg en dat hij vrijgesteld werd van diensten en belastingen.
Drie jaar later stierf hij in Mainz. Hij werd begraven in de Franciscaner kloosterkerk.

Reformatie
De boekdrukkunst heeft een belangrijke invloed gehad op allerlei gebeurtenissen en ontwikkelingen, niet het minst op godsdienstig en kerkelijk terrein. Als vóór 1517 de boekdrukkunst niet was uitgevonden, zou de Reformatie in de 16e eeuw ondenkbaar zijn geweest. Daarover zijn de historici het wel eens. Ze wijzen erop dat voorafgaande ketterbewegingen altijd met geweld zijn neergeslagen en vrijwel zonder gevolgen zijn gebleven. Denk maar aan de Katharen en de Albigenzen, de Waldenzen, de Lollarden, de Hussieten. Zonder de nieuwe drukmogelijkheden was de Reformatie ongetwijfeld een zelfde lot beschoren. De drukpers bleek evenwel doeltreffender dan het zwaard.

Mainz Gutenbergstad
Het is niet alleen het museum van de boekdrukkunst dat in Mainz aan Gutenberg herinnert. Men vindt er een Gutenbergplein, een Gutenbergstraat, een Gutenberguniversiteit, een Gutenbergapotheek, een Gutenbergboekhandel, enzovoort. Op het Gutenbergplein, dat in opdracht van Napoleon werd aangelegd, staat sinds 1837 het uit brons gegoten standbeeld van de beroemde boekdrukker.
Er is nog een tweede Gutenbergstandbeeld. Het staat in de hal van het oude deel van het Gutenbergmuseum. Het is uit zandsteen gehouwen en het dateert uit 1827. Veel recenter (1962) is de bronsbuste aan de zijkant van hetzelfde gebouw. Een tweede borstbeeld van de uitvinder bevindt zich in de Alte Universitätsstrasse. Op nummer 19 staat nog het portaal van de vroegere Mainzer universiteit. Daartegenover heeft de kloosterkerk gestaan, waarin Johannes Gutenberg in 1468 begraven werd. Van kerk en graf zijn nu geen sporen meer terug te vinden.
Op de plek waar vroeger de Hof zum Gutenberg heeft gestaan, Christofstrasse 2, is een herdenkingsplaat aangebracht aan de voorgevel van de apotheek die daar nu gevestigd is.
Wie voor langere tijd in Mainz wil bivakkeren, zal geen moeite hebben zijn dagen op een prettige manier door te brengen. In de eerste plaats is er de indrukwekkende domkerk, de waardige opvolger van het allereerste kerkje dat de evangelieprediker Bonifatius in de achtste eeuw op deze plek bouwde. In de 700 jaar oude St. Stephanskerk kan men de nog maar net voltooide glasramen van de beroemde joodse kunstenaar Marc Chagall bezichtigen: wonderlijk mooie bijbelse motieven en symbolen. Bij het VVV-kantoor in het centrum van Mainz is een handig boekje verkrijgbaar met beschrijvingen van zeven verschillende stadswandelingen. Achterin staan nog wat tips voor uitstapjes, per boot, bus of auto, in de omgeving.

Adressen
- Duits Verkeersbureau, Hoogoorddreef 76, 1101 BG Amsterdam Z-O, tel. 020-6912995; fax: 020-6912972; e-mail: duitsland@d-z-t.com
- Touristik Centrale, Brückenturm am Rathaus, Mainz


Laurens Janszoon Coster
Wie herinnert zich uit zijn jeugd niet het verhaal van de opa in Haarlem die, met zijn kleinkinderen op een bankje zittend, letters uitsneed in beukenschors? Toen de letters op de grond vielen en een indruk achterlieten in het losse zand, kwam hij op het idee dat je met losse, uitgesneden letters hele teksten zou kunnen drukken. En dat deed hij naderhand dan ook. De man heette Laurens Janszoon Coster. Het mooie verhaal eindigt met de diefstal van alle drukkersmaterialen in de kerstnacht van 1440 door een knecht, Faustus geheten, die ermee naar Mainz vluchtte en daar een drukkerij oprichtte. De naam Faustus zou dan overeenkomen met de geldschieter van Gutenberg, Johannes Fust.
Dit verhaal wordt door ene Cornelis de boekbinder verteld in Batavia, van een zekere Hadrianus Junius, geschreven een eeuw na de dood van Gutenberg. Hierin wordt voor het eerst de naam van Coster genoemd. Enkele andere vage verwijzingen naar Holland en naar Haarlem als plaatsen van de eerste gedrukte teksten met losse letters kunnen niet met bewijzen worden gestaafd. Hetzelfde geldt voor andere drukkers in verschillende delen van Europa. Gutenberg heeft letterlijk de oudste (gedrukte) papieren, ook als andere landen volhouden dat zij hun eigen uitvinder van de boekdrukkunst hebben.


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 maart 2002

Terdege | 108 Pagina's

Mainz, stad van de boekdrukkunst

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 maart 2002

Terdege | 108 Pagina's