Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOPENDE EN UITZIENDE.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hopende: De vorige keer hebben we dus •met elkander mogen bespreken, hoe er in de hemel ook koningen zullen zijn.

Neen, die zullen daar natuurlijk geen koning imeer zijn, maar volgens het 24e vers van Openbaring 21 ziullen er ook koningen zalig worden. En de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in haar, zo wordt er gezegd. We moeten dat natuurlijk goed verstaan.

Die komngen kunnen geen meerdere heerlij^kheid aan die stad geven door er hun aardse heerlijkheid en luister in te brengen. Zo gauw als ze sterven houdt hun aardse heerlijkheid op. Ze mogen heel wat eeorvoUer begrafenis hebben dan een arm mens, maar verder staat de koning bij het sterven met de bedelaar gelijk. Hij kam ook niet met al meenemen bij het sterven en zijn eer zal hem niet nadalen in het graf. En toch staat er hier in de tekst, dat de koningen die zalig worden, hun heerlijkheid en eer in dat hemelse Jeruzalem brengen.

Hier op aarde komt in de bekering van die koningen al duidelijk uit, dat Christus een Koning der koningen en Heere der heren is. Deze koiningen leren aan Hem eer en hulde bewijzen. De oude berijming zegt er van:

Alle koningen zullen 't zame Hem aanbidden meteen.

Het zal dus tot meerdere verbeerlijking van 'die dierbare Hemelkoming dienen, dat de koningen der aarde, die hier met grote eer en heerlijkheid zijn bekleed geweest, Hem eeuwig eer en hidde zullen bewijzen. Dat wil het dus zeiggen, als er staat, dat de koningen der aarde hun heerlijikheid en eer in die stad brengen.

Uitziende: In de hemel zal er dus maar één Koning zijn. Die hier op aarde uitwendig ook nog waarlijk koning zijn geweest, zullen daar geen koning meer zijn. En zo zullen ze hun heerlijkheid en eer in die stad brengen. Dat zal toch ook een lief werk voor die koningen zijn. Daar zullen ze hier al wat van geleerd

hebben. En zo zijn ze hier op aarde al ontkroonde koningen geworden.

En straks zijn ze eeuwig korüng af. En dat zal nu net de zaliigiheid zijn, om eeuwig koning af te zijn. Ik dacht zoeven toen ik (het zelf zei, dat het toch wat zijn zal hiernamaals, als er maar één Koning meer zal zijn. Daaromi zal er in dat 'hemelse Jeruzalem ook een eeuwige storeloze vrede worden gevonden. Dat koningsöhap van Oins heeft hier op aarde al wat ellende gebracht, ook in de Kerk. We zijn allemaal koningen geworden in onze diepe val. En nu is een mens zo ellendig, dat hij op grond van de ontvangene genade ook nog graag koning wil izijn. Dan wil hij zo graag boven een ander staan en boven een ander uitkomen. Och, ge moet maar denken, dat we meer in de hoogte dan in de laagte zitten. Ze hebben van mij ook nogal eens gezegd, dat ik doorgaans veel te hooig zit. Nu, ze hebben nog gelijk ook. Daar kom ik het beste achter, ais ik weer eens met een gebroken arm of been in het ziekenhuis moet terecht komen. Dan voel ik toch zo goed, dat ik niet vernederd kan en wü worden. Alles wat in me is, komt daar tegen in opstand. Ik kan het onmogelijk met God eens zijn, als mijn eer eraan moet. En ooh, dan worden we wel gewaar, dat de ogenblikjes waarin we waarlijk ikoning af zijn, er zoveel nog niet zijn in ons leven. Maar het zal toch wat weeën, vriend, als we eens eeuwig koning af zullen wezen.

Hopende: Het is de waarheid, wat < ge zoeven hebt opgemerkt, dat daar de oorzaak ligt van de onvrede in de Kerk, dat we zo graag koning zijn. De discipelen twistten er over met elkander, wie van hen tooh wel de meeste ware. En Die de meeste was, wilde de minste worden.

Hij wilde de voeten van Zijn discipelen wassen. Als Hij zo niet de minste was igeworden, zouden wij ook nooit de minste kunnen worden. Dan waren we allemaal koning gebleven. Maar dan had er ook igeen mens zalig geworden.

En nu zal in de weg van het zalig worden, de kroon er onherroepelijk af moeten. Maar daarom zal het in die weg ook goed blijken, welke vijanden we van onze eigen zaliglheid zijn. Door 'zo'n weg willen we niet zalig worden.

We willen koning blijven. Iedere keer kruipen we weer op de troon. Dan met ihet één en dan met 'het ander.

Als de kracht der zonde eens even niet zo gevoeld wordt, begin je al dadelijk een Godzalig mens te worden.

O vriend, dat is todh ook zo'n gevaarlijike klip! Daar or^staat nu odk juist zoveel verwarring door in de Kertk. We zullen daar maar niet te ver op ingaan, want och, we zitten todh als het er op aankomt maar het meeste met onszelf. Oah vriend, ik wilde dat iik verlost kon raken van dat ellendige schik hebben met mezelf. Heus vriend, ik gevoel het wel, dat als de Heere me even door liet gaan, dan was de Domtoren echt niet hoog genoeg voor me. Maar ja, ik heb me voor die pijnlijke doden ook zo maar niet over. Het valt echt niet mee, als je vooruit wilt en de wind is je tegen.

Uitziende: Maar dit zal toch de weg tot de zaligheid wel zijn. Ik zeg dat nu maar eng voorzichtig, want ik kan dat beter bekijken voor jou dan voor mezelf. Als ik de wind tegen krijg en met gebroken armen en benen in het ziekenhuis terecht kom, zoals je zoeven uitdrukte, dan zie ilk niet anders dan mijn totale reddeloze onderigang voor oigen. O vriend, wat wordt het dan toöh een duisternis van alle zijden. Dan heb ik geen moed meer om te leven en geen hoon om te sterven. En ik zal maar niet zeggen, wat er dan allemaal in mijn hart opkomt. Alle dingen zijn wel oorbaar, maar alle dingen stichten niet.

Maar och, wat is dan, toch het bedenken des vleses enkel vijandschap tegen God. Vriend, het praten wordt me toch hoe langer hoe moeilijker! Als ik nu nog wat over een ander praten kon, dan zou het nog wel gaan. Die vuile tong, met heet adderveirgif er onder, is daar geslepen genoeg' voor. Ik denk dat we in onze samenspraak ons daarin ook nog weleens bezondigd hebben. En toch mogen we ook weer niet laten oim die bere • denerende godsdienst aan de kaak te stellen. Maar verder kom ik overal maar met schuld uit, als ik mezelf een beetje leer kennen. Dus over een ander durf ik steeds minder te praten, en over mezelf durf ik ook steeds minder te zeggen.

Hopende: Dan zullen we op de duur toch nog uitgepraat raken met elkaar. Maar ja, we moeten toch proberen om de Openbaring aan Johannes nog af te krijgen. Maar het is echt waar vriend, wat je zegt ( en ik voel daar op het ogenblik toch iets van) dat als er m.et het bloed des Lams geen verzoening over onze samenspraken zal worden gedaan, dat de Heere ons alleen om die samenspraken al rechtvaardig vo'or eeuwig kan verdoemen. Dus we hebben met onze samenspraken ook al heel wat schuld gemaakt. En daarom had ik vandaag ook echt geen behoefte om over een ander te praten. Het zal toch wat wezen, als de koningen der aarde eens al hun heerlijkheid en eer in die stad zullen brengen. Daar zullen ze het goed in met elkaar eens zijn. Dan zijn ze allemaal eeuwig koning af.

Nu vriend, tot de volgende keer, zullen we hopen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's