Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet opendoen, het zijn Jehovah’s Getuigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet opendoen, het zijn Jehovah’s Getuigen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het laatste der dagen zullen vele valse profeten en valse Christussen komen, die zoveel mogelijk mensen zullen proberen te verzoeken. Dat heeft de Heere Jezus gezegd tegen Zijn discipelen in zijn afscheidsredevoeringen. Die kun je onder andere nalezen in Mattheüs 24. Vooral bij het naderen van een eeuwwisseling, zeker als het gaat om het afsluiten van een duizendtal, het jaar 2000, zal dit merkbaar zijn.

De afval en het verval zullen hand-overhand toenemen. De vraag: oe zal ik rechtvaardig verschijnen voor God? zal steeds minder gehoord worden. In al die verwarring zal ook de mens der zonde, de antichrist zich opwerpen. De antichrist, die tegenover Christus staat en het liefst in de plaats van Christus wil komen, zal alles naar zijn hand trachten te zetten (2 Thess. 12 : 1-12).

De wereld en de kerk zullen aan zijn diktatoriaal gezag onderworpen zijn. En alles zal zich moeten richten naar hem en hem goddelijke eer toebrengen. En als we dat niet willen doen, zullen we geboycot worden. Smaad en laster zal ons deel zijn. Wat nu al in het klein gebeurt bijvoorbeeld in de gezondheidszorg en in andere sektoren in het maatschappelijk en kerkelijk leven, zal dan grote en grove vormen aannemen (Op. 13 : 11-18).

Ze laten niet zomaar los

Eén van de sekten, waar we in verschillende delen van ons land regelmatig mee in kontakt komen, is die van de Jehovah's Getuigen.

De vertegenwoordigers van die sekte, kenmerken zich door een grote mate van vasthoudendheid. Ze komen regelmatig terug, al of niet in gewijzigde groepssamenstelling. Ze „stropen" een dorp of een stadswijk af en gaan dan weer terug naar hun basis. Als er een gesprek geweest is, zijn ze de week erop, tenminste binnen veertien dagen, weer aan de deur om het gesprek, dat op gang gekomen is, te vervolgen. Want elk kontakt wordt nauwlettend geregistreerd en nodigt uit tot een vervolggesprek. Als het gesprek wat tegenstand van onze kant opgeroepen heeft, dan komt er de tweede keer een beter geschoolde vertegenwoordiger mee. Mocht het ook deze keer wat teleurstellend verlopen, dan sturen ze in het vervolg nog meer geoefenden „langs".

De hemelse en de aardse klasse

Eén van de kenmerken van deze sekte is dat ze deel uitmaken van een goed georganiseerde groep. Alles wordt genoteerd en degenen die niet voldoen aan de voorgeschreven opdrachten, worden geroyeerd. Het is een wettische godsdienst. Door eigen inspanning moet het mogelijk zijn om straks deel uit te maken van de grote schare, die niemand tellen kan én van „de andere schapen" die nog toegebracht moeten worden. De hemel is „vol". Daar zijn sinds 1918 de 144.000 die in Openb. 7:1-8 genoemd worden. Het getal is „vol". Nu kunnen er alleen nog aanhangers komen op de nieuwe aarde. Bij die 144.000 zijn de kinderen van God uit het Oude Testament niet inbegrepen, die komen niet in de hemel.

De aardse klasse zal straks na de ontknoping bij Armageddon (Openb. 16 : 16) de streek waar de eindstrijd moet plaats vinden en waar de Jehova's Getuigen de overwinning zullen behalen, de aardse, lichamelijke opstanding verkrijgen.

Gegoochel met teksten

De sekte van Jehovah's Getuigen is ontstaan in de vorige eeuw in Amerika. De stichter Russell was teleurgesteld in de leer van de kerk, vooral ten aanzien van de predestinatie, de Drieëenheid en de eeuwige straf. Hij kreeg een groep mensen rond zich en voorspelde op grond van een aantal teksten uit Daniël en Ezechiël het einde van de wereld. Na het passeren van een bepaald jaartal 1874-1878. 1914-1918, 1925, 1975 en 1985, worden de berekeningen altijd weer bijgesteld en voorzien van een gekorrigeerd jaartal.

Dit „gegoochel met teksten" is in strijd met datgene, dat de Heere Jezus gezegd heeft: at de dag en de ure alleen bij de Vader bekend is. Alleen de tekenen der tijden zijn de signalen waar we goed acht op moeten slaan, want die zijn een bevestiging van hetgeen gezegd is: oals Hij opgevaren is zo zal Hij ook weerkomen (Hand. 1 : 11). Een bemoediging voor Gods Kerk: e vervulling komt, al lijkt het dat de satan alle macht aan zich gaat trekken. En voor de onbekeerden zijn het oproepen: aast je want zo kun je niet sterven. Sterven zoals we geboren zijn, dat betekent dat we straks een vertoornd Rechter zullen ontmoeten, Die nu nog als het Lam Gods en als de Leeuw uit de Stam van Juda betuigt: ekeer je toch en leef.

Buikspreken

Het bijbelgebruik van de Jehovah's Getuigen, geciteerd uit hun eigen nieuwe wereldvertaling is zeer willekeurig. De leiding van de sekte in Washington, legt de Bijbel uit naar hun mening. Ze doet dat zo dat de opvattingen die ze huldigen, bevestigd worden. De houding is niet: „Spreek Heere uw knecht hoort", maar: „Doe wat uw knecht zegt". Je mag niet spreken, volgens deze sekte, van het Oude en Nieuwe Testament. De Bijbel is een groot reservoir van teksten waaruit geput wordt.

In Lukas 23 : 43 staat dat de Heere Jezus zei tegen de moordenaar aan het kruis: Voorwaar zeg Ik u: eden zult gij met Mij in het Paradijs zijn." In de eigen vertaling van de JG staat: Voorwaar zeg ik u heden, gij zult met Mij in het paradijs zijn." Zie je hoe met een kleine ingreep: e plaats van de komma, de tekst radikaal veranderd wordt.

In Joh. 1 : 1 staat: In de beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God". In de eigen vertaling van de JG staat: Oorspronkelijk was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was een god". De JG zeggen: Hier staat helemaal niet dat Jezus Christus God is. Er staat „een god" en dat betekent: en verhevene....”

Waarachtig God en waarachtig mens

De Heere Jezus is volgens de JG „niet geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader...." (Geloofsbelijdenis van Nicea). De dwaalleer van Arius (300 n. Chr.) wordt door de JG weer op de markt gebracht. Jezus is niet Gods Zoon Die mens geworden. Het is een engel die een menselijke natuur aangenomen heeft. De lichamelijke opstanding wordt geloochend. De geest heeft tijdelijk, veertig dagen, een schijnlichaam aangenomen en bij de hemelvaart is de geest naar de hemel gegaan en daar hoofd van de engelen geworden.

De Heilige Geest overtuigt

Dat er ook geen plaats is voor de persoon van de Heilige Geest, is in deze gedachtengang duidelijk. De Heilige Geest is een kracht die van God uitgaat. Zodat God kracht kan werken. Het hart van het

Evangelie, dat de Heere Jezus waarachtig God en waarachtig mens is; en dat door Zijn menswording, door lijden en sterven, de verzoening door voldoening aangebracht heeft, wordt geloochend. En dat de Heilige Geest , , die Heere is en levend maakt, die uitgaat van de Vader en de Zoon, die samen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten". (Geloofsbelijdenis van Nicea), wordt geloochend.

Het hart uit het Evangelie wordt er uitgesneden: de Vader Die verkiest, de Zoon Die verlost en de Heilige Geest Die toepast.

Een valse godsdienst

Tegenover het volgende verbijsterende citaat: „Jezus Christus de vermeende Middelaar van de christenheid, zal niet bij God pleiten om haar barmhartigheid te betonen. Ze zal op pijnlijke wijze moeten weten dat Hij Jehovah is", belijden wij dat er alleen verzoening en herstel van gemeenschap met God mogelijk is, op grond van Jezus Christus en Dien gekruisigd. Op grond van deze opvattingen schromen we niet om de sekte van de JG te noemen: een valse godsdienst.

De mensen worden bedrogen op weg en reis naar de eeuwigheid. Ze noemen zich wel getuigen van Jehovah, van die God,

Die betuigd heeft: k zal zijn die Ik zijn zal, maar ze zijn het niet. De Heere Jezus zegt: ie Mij gezien heeft, heeft Mijn Vader gezien, en: k ben de Weg, de Waarheid en het Leven (Joh. 14 : 6 en 9). Dat is het eeuwige leven dat we U kennen de Enige en Waarachtige God en Jezus Christus Dien Gij gezonden hebt (Joh. 17:3). Dat is geen wettische godsdienst, waarvan zij ons beschuldigen, maar we mogen leven onder de prediking waarin getuigd wordt: Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn" (Joh. 8 : 36).

Ze luisteren niet

Deze mensen komen niet aan de deur om door ons gewezen te worden op de noodzaak van waarachtige wedergeboorte. Ze willen ons door het noemen van een serie gebreken van de kerk overtuigen dat we ons bij hen aan moeten sluiten.

Mogen we dan wel een gesprek aangaan? De Schrift zegt dat we de ketterse mens na de eerste en de tweede vermaning moeten verwerpen (Titus 3:10). En dat we de ketterse mens ook niet in ons huis moeten ontvangen en zeggen: ijt gegroet, want dan hebben we gemeenschap aan hun boze werken (2 Joh. 10-11).

Laten we deze waarschuwingen wel serieus nemen, want de duivel gaat rond als een engel des lichts en als een briesende leeuw zoekende wie hij nog vaster in zijn klauwen kan houden en/of in slaap kan sussen, via allerlei leugens dat de zaligheid voor ons niet meer te verkrijgen is. Matth. 24 : 24 zegt: ls het mogelijk zou zijn zou de satan zelfs Gods kinderen willen verleiden, maar de Heere heeft gezegd: k heb ze in Mijn beide handpalmen gegraveerd; Niemand zal ze eruit rukken (Jes. 49 : 14-16).

Aan de andere kant hebben we ook de opdracht om onze naaste, en dat zijn ook de sekteleden van de JG, te winnen voor de dienst van de Heere. Overtuigen gaat niet, maar wel getuigen van de boodschap van zonde en genade, van dood en leven, van straf en vergeving, én van gerechtigheid, heiligheid en heerlijkheid, op grond van het offer van de Heere Jezus, zodat Gods kind mag getuigen door genade: „Hij heeft tot mijn ziel gesproken: Ik voor U daar gij anders de eeuwige dood zou moeten sterven".

Zijn wij de getuigen van de Heere Jezus? Getuigen dat wil zeggen: azeggen door genade wat God in Zijn Woord geschreven heeft. Maar getuigen kan ook betekenen: ijden om Christus' wil. Paulus schrijft in Filipp. 3:10: Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap Zijn lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende".

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1986

Daniel | 32 Pagina's

Niet opendoen, het zijn Jehovah’s Getuigen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1986

Daniel | 32 Pagina's