Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDICIJN SLIKKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDICIJN SLIKKEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(verslag van de discussie)

‘Nu komt het maar op aan, dat we het voorgeschreven medicijn doorslikken’, zo zei één van de vraagstellers in het middaggedeelte van de conferentiedag. Behalve de twee inleiders zaten de brs. M. Baan (Middelharnis), prof. dr. J.W. Maris en ds. J.W. Schoonder-woerd (voorzitter resp. secretaris van de deputaten voor de eenheid van de gereformeerde belijders) gereed om daarop toe te zien.

Om te beginnen werd gevraagd naar een definitie van ‘eenheid’. In het antwoord werd duidelijk dat deze niet in de liturgische vormgeving in onze kerken gezocht hoeft te worden. Deze is heel verschillend—en mag dat ook zijn. Het dient ons om overeenstemming te gaan in de visie op Schrift en belijdenis. De prediking is daarbij het hart van de zaak; en juist daar zijn veel zorgen over. Men zou ‘De Levensbron’ (het blad waar elke maand een viertal preken van predikanten uit onze kerken in verschijnen, bestemd om in lees-diensten te gebruiken) een soort ijkpunt kunnen noemen. Is in de daar opgeschreven preken altijd duidelijk dat het gaat om ‘een rijke Christus voor een arme zondaar’? Worden de Schriften er echt geopend en wordt het hart van de zaak, de verzoening de mensen aangeprezen? Wordt dat alles dicht bij het hart gebracht? Daar zal het gesprek, waarover de tweede inleider het had aan het eind van zijn referaat, dan ook over dienen te gaan. Dat zal—onder Gods zegen—dan ongetwijfeld tot effect hebben dat we elkaar landelijk, dwars door allerlei verschillen heen, toch (weer) gaan herkennen.

Zoals de laatste jaren wel meer gebeurt op de conferentie, werd deze lijn door het geheel van de kerken doorgetrokken. In de beleving van het forum en de zaal is de in de vorige alinea gestelde vraag er één die men zich zowel in de kringen van ‘Bewaar het Pand’ als daarbuiten aan kan trekken: het ontbreekt de prediking vaak aan verwondering, er wordt te vlak gepreekt (met wat voor woorden en wat voor taalveld dan ook). Kerken-raden hebben de taak met name op dit punt toezicht op de prediking te houden. Het gaat hier overigens om zaken waarin -begrijpelijk- naar ‘Apeldoorn’ wordt gekeken. Daar krijgen onze predikanten immers hun opleiding? Daar, zo werd duidelijk, kan men de studenten weliswaar veel meegeven—en dat gebeurt ook -, maar men kan het er niet ‘in stoppen’. Het moet tevens van huis uit ‘meegedragen’ worden. En… wanneer de studenten de kerken ingaan om ‘s zondags een stichtend woord te spreken, zullen de kerken-raden hun eigen taak verstaan om te helpen in dat ‘meegeven’, vanuit een bewogen hart.

Vanuit de zaal werd de aandacht erop gevestigd, dat we deze middag over kerkelijke eenheid spraken, toegespitst op de interne moeiten rond de prediking, maar dat we daarbij niet moeten vergeten dat de door Christus afgebeden eenheid (in Joh. 17) een missionaire spits heeft: …opdat de wereld gelove! Deze opmerking viel wat buiten het kader dat voor de conferentie was vastgesteld en dat rechtstreeks gevolg was van de aangesneden thematiek op de generale synode, maar hij werd wel onderstreept om bij de verwerking van al het gebodene in het oog te houden: we zullen geen naar binnen gekeerde gemeenten zijn!

Er werd vervolgens aandacht gevraagd voor de plaats van de kerk in déze tijd. Hebben de beide inleiders wel aandacht gehad voor het feit dat die tijd zo enorm anders is dan enkele decennia geleden? Dit is de tijd waarin wij—en onze kinderen—leven. We worden erdoor beïnvloed en daarom nemen de kerken ook iets van de moeite die dat veroorzaakt mee: er is een teruggang in autoriteit, er is een toename van de afstand tussen een ‘gezaghebbend orgaan’ en het individu. Dat merken wij bijvoorbeeld in de wijze waarop een plaatselijke gemeente of een enkel lid van de gemeente het werk van een meerdere vergadering (de generale synode bijvoorbeeld) taxeert. Kunnen we de gegeven therapie vasthouden (het medicijn slikken) of moeten we nieuwe wegen inslaan? Vanuit het panel was als antwoord te horen dat uiteraard de prediking middenin de tijd en de samenleving dient te staan. De kerk is immers in de wereld? Dat is nog iets anders dan dat er een ander evangélie zou gaan klinken. Een stukje verder in de discussie daagde de voorzitter de aanwezige predikanten uit de vraag te beantwoorden of zij in de voorbereiding op hun zondagse prediking de ‘postmoderne’ mens in zijn eigentijdse vragen, stellingen en ook twijfels aan geloofswaarheden voor ogen hebben. Eén van hen, naar het spreekgestoelte gekomen, onderstreepte dat noodzakelijke gegeven met enkele voorbeelden uit zijn eigen preekwerk. De prediking bevat een boodschap voor alle tijden, maar is daarmee niet tijdloos; zij staat met de tijd in interactie.

Er werd in dat kader aandacht gevraagd voor de gedachte dat weliswaar de prediking van ‘de rijke Christus voor de arme zondaar’ het hart van het evangelie vormt, maar dat vanuit dit centrum er een veelheid van lijnen uit de Schriften naar voren komt. Men kan zeggen dat dit centrum tot in alle hoeken van het leven uitwaaiert. Het komt er voor de prediking (en voor het luisteren daarnaar!) altijd weer op aan om de Schriften zorgvuldig ‘uit te luisteren’. Dan komt er vanuit het schriftuurlijk fundament vaak een verrassende boodschap tot ons van de Geest. Vanuit de zaal werd daaraan toegevoegd dat de hoorder dan ook zelf de tijd moet nemen om de verkondigde boodschap tot zich te nemen. We worden zo gemakkelijk door het leven met al z’n ingewikkelde problemen in beslag genomen… er werd opgeroepen tot zelfonderzoek en het stellen van prioriteiten. Laat ieder er op toezien dat hij/zij aan eigen ziel toekomt (zowel op als onder de kansel), en zó een eigen plaats inneemt in de gemeente, in de kerken en in de samenleving.

En met deze gedachte kwam de conferentie ongemerkt bij het hart van het slotwoord terecht, dat erop volgde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2002

Ambtelijk Contact | 28 Pagina's

MEDICIJN SLIKKEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2002

Ambtelijk Contact | 28 Pagina's