Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Wet Gods (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wet Gods (7)

Als de enige regel der dankbaarheid (c)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de leerschool der genade van Christus wordt ook een geestelijke kennis van de wet Gods geleerd aangaande haar uitgebreidheid. In beginsel begint dit reeds bij de kennis van het stuk der ellende. Wanneer de eis van de wet daar de mens wordt voorgehouden, wordt ook door het licht van de Heilige Geest gezien dat de wet Gods meer vraagt dan alleen uiterlijke daden. Christus' onderwijs en toepassing van de wet wordt dan in beginsel geleerd, daar Hij ook de grote Uitlegger is. Nu gaat het in het stuk der ellende in de allereerste plaats niet om een uitgebreide kennis van de afzonderlijke geboden, maar meer om de hoofdsom van de wet, om door deze kennis van de zonde de zondige aard en de verloren toestand van de mens te leren. Juist in het stuk der ellende worden de Tien Geboden samengebundeld om als een spiegel krachtiger te weerkaatsen wat God de mens door Zijn wet voorhoudt. De Heidelberger Catechismus behandelt de wet in het stuk der ellende in zondag 3 dan ook in de Hoofdsom (Matth. 22 : 37-40), om dan in het stuk der dankbaarheid de wet in de afzonderlijke geboden voor te houden in de zondagen 34-44.

Toch begint in het stuk der ellende ook Christus door Zijn Geest reeds in de wet voor te houden wat zij eist, nl. dat de Wet der Tien Geboden, Gods wet is, van de Heere u-w God. God is de Formeerder, de Schepper van hemel en aarde tot Wiens eer de mens moet leven. Aan Wiens wil men onderdanig moet zijn en Die in alles de hoogachting van ons hart moet hebben. Uit Wie men alles ontvangt en in Wie men met alles moet eindigen. De Heilige Geest leert de rechte kennis van God en Zijn deugden, waarin nu men zich moet verheugen en verblijden met een innerlijk vermaak van het hart. Dan ziet de zondaar dat het niet genoeg is om zijn godsdiienstplichten waar te nemen zonder het bovengenoemde. Zijn bidden, zijn kerkgaan, zijn bijbellezen alleen is niet genoeg als het niet gepaard gaat met de volkomen liefde die als eigenschap heeft om te verlangen en te jagen naar de gemeenschap en vereniging met God. Dit wordt dan schuld voor God en de breuk tussen God en de zondige mens wordt meer ingeleefd.

Hetzelfde leert Christus ook door Zijn Geest wat betreft de verhouding tot de naaste. Ook hier wordt door Christus de uitgebreidheid van de wet Gods voorgehouden. Christus Zelf heeft het de Joden voorgehouden dat het niet genoeg is als men geen dief is, geen moordenaar is, geen vloeker en spotter is, dat men zijn naaste helpt in nood. Neen, juist dat de wet ook eist een nieuwe gezindheid in het hart. Wie op zijn broeder ten onrechte vertoornd is, voor God als een moord begaan heeft. Dat wie een vrouw aanziet om haar te begeren, alrede overspel in zijn hart met haar gedaan heeft. Dat het nodig is om uw vijanden lief te hebben, hen te zegenen die u vervloeken, dat men wel moet doen die u haten en dat men bidden moet voor degenen die u geweld doen en die u vervolgen (Matth. 5). Dat van de wet Gods in deze uitgebreidheid niet één jota noch één tittel (2 hebreeuwse kleine lettertekens) zal wegvallen. En in het stuk der ellende doet ook deze overtreding van Gods wet de schuld voor God groter worden.

Zoals we in de vorige artikelen reeds schreven gaan in de zaligmakende bekering in de hand van Christus wet en evangelie samen. De wet toont wat God eist, maar het evangelie verootmoedigt en vernedert en geeft de droefheid naar God, geeft het ware smeekgebed om Zijn Rechter om genade te bidden. Toch is er wel dit verschil dat de één meer door „de honger" moet sterven, en dit kan lang duren, de ander meer dooi „het zwaard" zodat de rijkdom der genade van Christus door Zijn verzoenend bloed eerder de blijdschap en de vreugde van zijn hart wordt. Dit is Gods soeverein en vrijmachtig welbehagen.

Wat echter in het stuk der ellende in beginsel geleerd wordt aangaande de uitgebreidheid van de wet Gods, wordt in het stuk der dankbaarheid meer en gedurig uitvoeriger geleerd, om deze nu in liefde voor de Heere en Christus te beoefenen, in de weg van de evangelische heiliging (heiligmaking). Deze wel te onderscheiden van de wettische heiliging, waarin men in eigen kracht en tot eigen eer de wet zoekt te volbrengen. De evangelische heiligmaking zoekt juist door het geloof kracht bij Christus, om van Hem liefde en kracht te ontvangen om de geboden Gods tot Zijn eer te volbrengen. „Gun door 't geloof in Christus krachten, om die te doen uit dankbaarheid."

Ook in het stuk der dankbaarheid kan dan de prediking der wet niet gemist worden. Ook al is het dat Gods kinderen Gods geboden niet volkomen houden kunnen, zoals de Heidelbergen dan ook zegt: De allerheiligsten zolang als zij in dit leven zijn, hebben maar een klein beginsel van deze gehoorzaamheid; doch alzo, dat zij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven (vr. 114). Ja, dan kan de wet Gods nooit te scherp gepreekt worden, omdat: a. Wij ons leven lang onze zondige aard hoe langer hoe meer leren kennen; b. en des te begeriger zijn, om de vergeving der zonden en de gerechtigheid in Christus te zoeken; c. daarna, opdat wij zonder ophouden ons benaarstigen, en God bidden om de genade van de Heilige Geest, opdat wij hoe langer hoe meer naar het evenbeeld Gods vernieuwd worden, totdat wij tot deze voorgestelde volkomenheid na dit leven geraken (vr. 115). Zo gaan in het stuk der dankbaarheid gebod en gebed hand aan hand.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 1973

De Saambinder | 4 Pagina's

De Wet Gods (7)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 1973

De Saambinder | 4 Pagina's