Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Flevopolder boeit door fraai lijnenspel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Flevopolder boeit door fraai lijnenspel

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Flevoland bestaat nog maar enkele tientallen jaren, maar is rijk aan natuurschoon. De bekendste natuurgebieden zijn de Oostvaardersplassen (dit gebied was ooit voor industrie bedoeld) en de Lepelaarsplassen, waar vele watervogels zich ophouden. De kiekendief is zelfs het symbool van de Flevopolder geworden. Verder kent Nederlands jongste provincie diverse aangeplante en natuurbossen, waaronder het Wilgenbos.

In 1932 was de Afsluitdijk gereed en kreeg de Zuiderzee de naam IJsselmeer. Tien jaar later kwam de Noordoostpolder droog te liggen en in 1957 volgde Oostelijk Flevoland. "Flevo" is een oud woord voor "meer". De naam Flevoland geeft dus aan dat deze provincie op de bodem van een voormalig meer ligt. Bij de inpoldering van Flevoland zijn herhaaldelijk sporen gevonden van oude bewoning. Tussen Swifterbant en Lelystad zijn complete skeletten van mensen gevonden die er jaren geleden hebben gewoond. Deze mensen moeten in de drassige gebieden hebben gejaagd en gevist. Doordat het veengebied telkens hoger kwam te liggen door aanslibbing konden er mensen gaan wonen. De steeds terugkomende zee dreef hen echter telkens weer terug naar de oude rivierduinen. De drooglegging van Oostelijk Flevoland begon met het aanleggen van een 90 km lange ringdijk. Dit karwei duurde zeven jaar. In 1957 werd Oostelijk Flevoland drooggelegd. De Markerwaard zou daarna volgen maar door geldgebrek werd alleen Flevoland ingepolderd.

Moerasandijvie
Na de inpoldering van Flevoland kwamen op de drogende en scheurende grond al gauw planten te voorschijn. Wind en water hadden de zaden ernaartoe gebracht. Planten als de grote lisdodde, de boterbloem, de zeebies en riet kwamen te voorschijn. Opvallend was de uitbundige, geel bloeiende moerasandijvie. Riet heeft de gunstige eigenschap dat het veel water aan de bodem onttrekt. Door verdamping wordt het water weer opgenomen in de lucht. Door de ondergrondse wortelstokken van het riet wordt de grond beter begaanbaar. Vanuit vliegtuigjes werd het riet dan ook massaal over Flevoland uitgezaaid. Op de akkers werd als pioniersgewas koolzaad gezaaid, dat goed tegen het aanwezige zout in de bodem kon. Het in mei bloeiende koolzaad kleurde delen van de polder mooi geel. Langs de gele velden waren vele bijenkasten te vinden. Nu zijn er nog wel velden met koolzaad, maar niet meer in die mate als jaren geleden. In het vroege voorjaar kleuren ook de paardebloemen de polder uitbundig geel. Vooral langs de wegen vormen ze dan een zee van geel. Voordat de paardebloem echter tot bloeien komt, laat het klein hoefblad zich langs de wegen zien.

Populieren
Behalve voor landbouw moest er bij de indeling van de polder ook grond beschikbaar komen voor stedenbouw, natuur en recreatie. Voor recreatie konden de randmeren dienen. Deze waren oorspronkelijk bedoeld om dienst te doen als buffer, zodat het "vaste" land geen problemen kreeg met de grondwaterstand. De eerste bossen in het nieuwe land bestonden uit aangeplante populieren. Deze bomen werklei met di- den geplant omdat ze snel verse planten. groeien en goed tegen polderwind kunnen. Toen de bomen groot genoeg waren, werd een deel ervan gekapt, zodat er wat meer natuurlijker bos kon ontstaan. De overgebleven populieren dienden als windvangers. Het natuurlijke bos lag zo in de luwte van de populieren. De Kluut tus- Elzen kregen bij de bosontwiksende keling ook een belangrijke moeras- functie omdat ze de grond rijandijvie. ker aan stikstof maken. Dit gebeurt met behulp van knolletjes op de wortels en bacteriën, die de stikstof uit de lucht binden en in de grond brengen. Een voorbeeld van een natuurlijk bos is het Wilgenbos, in de buurt van de Lepelaarsplassen. Het Wilgenbos heeft een oppervlakte van 100 ha en bestaat -de naam zegt het al- voornamelijk uit diverse soorten wilgen. In het Wilgenbos ligt een grote waterplas, waarlangs observatieplaatsen gemaakt zijn. Naast de complete bossen zijn er ook bomen aangeplant langs de kilometers lange, rechte wegen die de Flevopolder in vakDe Flevopol- ken verdelen. De rechte lijnen der is op de in de polder worden door deze fiets goed te bomen beter zichtbaar. De verkennen. landbouwers versterken deze rechtlijnigheid soms wanneer ze met hun machines rechte lijnen in hun akkers trekken. Vanaf de Knardijk is dit typische Flevo-landschap goed te bekijken en te fotograferen.

Slikgronden
De bomen in Flevoland trokken natuurlijk insecten en vogels. De nieuwe provincie werd ook ontdekt door zoogdieren vanuit het vaste land, zoals muizen, hermelijnen, vossen en reeën. De vogels waren de eersten toen het land droog kwam te liggen. De slikkige vlakten trokken kluten, visdiefjes, dwergsterns, grote sterns en noordse sterns. Deze vogels zagen in de nog niet in gebruik zijnde slikgronden een goed leef- en broedgebied. Menige vogelaar werd verrast door de grote aantallen waadvogels, zwemvogels en strQ&opers. Toen Flevoland verder werd ingepolderd, moesten de vogels verhuizen naar gebieden als de Oostvaardersplassen, de Lepelaarsplassen en het Harderbroek. De grote aantallen watervogels die ieder najaar naar open water trekken, vormen een bezienswaardigheid. Het gaat daarbij om waterhoentjes, meerkoeten en duizenden eenden, waaronder wintertalingen en kuifeendjes.

Oostvaardersplassen
Het bekendste natuurgebied van Flevoland zijn wel de Oostvaardersplassen. Het natuurgebied is te vinden tussen Almere en Lelystad en heeft een oppervlakte van zo'n 6000 ha. Het plassengebied wordt begrensd door de Knardijk en de Oostvaardersdijk. Vanaf de dijken heb je een goed uitzicht op het open water, de rietvelden en de moerasbosjes. Het is een uitzicht dat je elders in Nederland niet zult tegenkomen. Het plassengebied was een van de laagste stukken van de polder en was eigenlijk bedoeld voor de industrie. Maar omdat de "vergeten hoek" zich ontwikkelde tot een prachtig natuurgebied kreeg hij de bestemming beschermd natuurgebied. Vergelijkbaar met de Oostvaardersplassen zijn de Lepelaarsplassen. Dit gebied heeft een oppervlakte van 400 ha en dankt zijn naam aan het feit dat de eerste lepelaars van Zuidelijk Flevoland zich hier vestigden. Bij de Lepelaarsplassen ligt het natuurinformatiecentrum "De Trekvogel".

Kiekendief
Een zeer bekende trekvogel in de Flevopolder is de kiekendief Een sticker waarop de vogel wordt afgebeeld, is op vele auto's te zien: de vogel is het symbool van de Flevopolder. Van de kiekendief komen er drie soorten voor: de bekende blauwe en bruine kiekendief en de zeldzame grauwe kiekendief Bij het jagen vhegt de kiekendief in een langzaam tempo, laag over de dijken en oevers. De vleugels nemen dan een ondiepe V-houding aan. Op het menu van de kiekendief staan kikkers, insecten, kleine zoogdieren en ook nestjongen van vogels. Flevoland heeft bij elkaar een oppervlakte van 75000 ha. Hiervan wordt 46000 ha gebruikt voor akkerbouw en bestaat 8000 ha uit weiland. De tuinbouw gebruikt zo'n 5500 ha. Zowel de natuurgebieden als de landbouwgronden zijn het bekijken waard. Kilometers lange fietspaden, die soms door gebieden lopen waar je met de auto niet kunt komen, staan de Flevolandbezoeker ter beschikking.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juni 1996

Terdege | 71 Pagina's

Flevopolder boeit door fraai lijnenspel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juni 1996

Terdege | 71 Pagina's