Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theologische hoofdlijnen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theologische hoofdlijnen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben de zending te zien ais de eerste roeping van de t< erl< . Zeifis zij vrucht van Gods zendingsactiviteit. Daarom is zij er ool< zendingswerl< voortgang te doen vinden. Zij is zeif geroepen om te roepen. Zij is zelf gered om te redden. Zij is door God verkoren om Hem te verheerlijken, f^/laar God verheerlijkt zich in Zijn liefde tot Zijn Zijn zending van de Zoon, in het schenken van verlossing en in de toevergadering van Zijn volk, dat Zijn lof op aarde vertelt. Dit staat te lezen aan het begin van het laatste hoofdstuk uit de bijdrage van prof dr. C. Graafland, waarin slechts kort op een aa belangrijke vragen kan worden ingegaan.

De grenzen van de zending

Belijden en apostolaat.

Dat de zending de eerste roeping van de kerl< is, moet ons er evenwel niet toe verleiden om de zendingsroeping als het een en het al te zien.

Dat gebeurt wanneer de zending (apostolaat) beschouwd wordt als het wezen van de kerk, zo dat de kerk zelfs niet meer is dan een functie van het apostolaat.

In deze visie is de kerk nauwelijks van belang. Het gaat immers om de wereld.

De weerslag van dit denken is terug te vinden in de Nieuwe Kerkorde van 1951, waarin het apostolaat aan het belijden voorafgaat.

Is het gevolg niet dat de kerk zich in grote verlegenheid en onderlinge tegenspraak bevindt, onmachtig om iets in te brengen in het verwarrend en uitzichtloos bestaan van deze wereld?

Waar de kerk niet meer krachtig en overtuigend weet te belijden, raakt zij steeds verder verwijderd van haar roeping om een apostolaire kerk te zijn.

Omgekeerd zal een kerk, naarmate het loflied van het belijden zuiverder klinkt, des te krachtiger met haar getuigenis naar buiten treden.

De kerk is er allereerst voor God, tot Zijn eer. Zij is geroepen om de deugden Gods te verkondigen. God zoekt te wonen „op de lofzangen Israëls”.

Daarom is het de zorg van de kerk om haar belijden zuiver te houden, opdat zij juist zo haar zending in de wereld kan vervullen.

Wederzijdse assistentie in belijden

Temidden van de uitdagingen van de eigen omgeving zullen de (jonge) kerken overzee bezorgd dienen te zijn om in hun eigen contekst bijbelse vormen van belijden te vinden.

Evenals hier zal de kerk ook daar alleen stand kunnen houden, wanneer zij niet star en defensief, maar klaar en positief naar buiten treedt met haar getuigenis.

Daarbij zijn de westerse kerken geroepen om, vanuit haar geoefendheid in de eeuwenlange strijd der geesten, niet opdringerig maar bescheiden, de jonge kerken liefdevol de helpende hand te bieden.

Met de nieuwere theologieën zijn de kerken overzee niet geholpen.

De kracht van het authentiek gereformeerd belijden zou de jonge en ... oude kerken (!) méér tot heil strekken.

Van onschatbare betekenis is het te leren luisteren naar wat de jonge kerken ons te zeggen hebben. Zowel theologie als ge-8 meente moeten worden afgestemd op de zending, zendingsbewust gemaakt worden.

Bereid om niet alleen te geven, maar ook om te ontvangen. Wezenlijke vragen zouden voorrang krijgen en onbelangrijke vragen en geschillen zouden op de achtergrond raken.

Breuk of aanpassing

Niet denkbeeldig is het gevaar dat de (jonge) kerken te zeer ingepast en aangepast zijn in de oude cultuunwereld, waarin zij leven.

Het is in zekere zin legitiem om te pleiten voor een inheems maken van het christelijke geloof.

In plaats van een negatief isolement dient er uitstraling naar de omgeving te zijn.

Maar dit kan alleen, wanneer het eerst tot een radicale breuk gekomen is met het oude bestaan.

Wie toetreedt tot de nieuwe gemeenschap in Christus kan niet in het verlengde van de oude patronen voortleven: Van een Ander geworden is hij nu anders.

Het door de Geest gevulde anders-zijn van de gemeente blijkt intussen niet afstotend, maar juist wervend te werken.

Indien er sprake is van (soms vergaande) aanpassing, dan kan deze slechts van apostolaire aard zijn.

Een veelheid van theologieën?

Het is in om vele soorten van theologieën te willen zien in de wereldkerk. Men spreekt van zwarte theologie, Afrikaanse en westerse theologie, bevrijdingstheologie. Daar zit een waarheidselement in.

Theologie wordt altijd beoefend in de contekst van de situatie. Dat is te merken.

Het is zelfs het kenmerk van een levend bezig zijn met de Schrift, dat men niet blijft hangen in een abstracte luchtledigheid en boventijdelijkheid.

Gods openbaring gaat immers in in de concrete werkelijkheid. Ook in de Schrift zelf is een duidelijk verschil in accenten in toespitsing en wijze van uitdrukken.

Dat heeft ongetwijfeld te maken met de verschillende situaties, waarin b.v. de diverse evangeliën en brieven geschreven zijn evenals met de persoon van de schrijver.

Maar er is meer reden om bij het lezen van de verschillende evangeliën en de vele getuigenissen van de Schrift zich te verwonderen over de eenheid van de Schrift dan over haar verscheidenheid.

Dit betel< ent dat niet de contel< st, maar de tel< st bepalend dient te zijn in de theologische bezinning.

Het is dan ook onbijbels om een marxistisch of ander „Vorverstandnis" als uitgangspunt te nemen, zoals men dat steeds meer wil b.v. in de bevrijdingstheologie.

Men komt zo nooit verder dan een schijnbevrijding.

Uitdaging voor een reformatorische kerk

Al te veel leven ook de reformatorische kerken in een liberale houding voorbij aan de vaak onmenselijke en verschrikkelijke situaties in vele Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse landen.

Biedt de zendingsarbeid geen mogelijkheden om temidden van ongerechtigheid en onderdrukking een uitnemender weg te wijzen, vanuit de kennis van de waarachtige bevrijding in Christus, zoals die in de Reformatie zo geweldig diep en rijk is verstaan? Daarbij zullen we tenslotte moeten terugvallen op de Schrift zelf. Niet de belijdenisgeschriften zijn laatste bron, norm of uitgangspunt, maar de Schrift. Gelijkstelling van Schrift en belijdenis werkt onnodig beperkend en verstarrend.

Zo bezig te zijn is geheel in de geest van onze reformatorische belijdenis. Deze belijdenis heeft immers niet anders gewild dan hel door laten klinken van de Schrift in de concrete situatie. Hier ligt voor kerk en zending in onze tijd een grote roeping.

Getuigenis en dialoog

De discussie over de dialoog is verwarrend. Men kan van alles onder dit begrip verstaan.

Onbetwist dient in elk geval te zijn het volstrekt unieke en exclusieve van het Evangelie van Jezus Christus.

Daarbij behoort de verkondiging, de proclamatie, de prediking van het Evangelie des kruises in al zijn dwaasheid.

Waar dit wordt vastgehouden 1$ er plaats voor de dialoog als wijze van verkondiging.

Solidariteit en meevoelen met de medemens, zoeken naar toegangswegen, het is alles zeer belangrijk in de overdracht van het Evangelie.

Zendeling Van de Loosdrecht reeds heeft op deze wijze zegenrijk gewerkt, ook al moest hij dit met zijn bloed bezegelen.

De wereldgodsdiensten

Opvallend zijn de relativerende tendenzen in de waardering van de wereldgodsdiensten.

Vanuit een optimistische kijk op de mens en zijn natuur ontdekt men overal waarheid en heil. Rome gaat daarin als vanouds voorop.

Ongelovigen heten anders-gelovenden. Grenzeloos is de verdraagzaamheid. Men spreekt zelfs van gelijkwaardigheid.

Zo worden zij die in de duisternis leven niet naar Christus geleid, maar tot hun eigen onheil misleid. Men onderkent niet de kracht van de zonde, ook en juist in haar religieuze gestalte.

Juist de religieuze mens immers is een vijand van genade, die door Gods Geest moet worden ovenwonnen en vernieuwd.

Zending en ideologie

Ten opzichte van de veldwinnende ideologieën in deze wereld merken we een zelfde positieve waardering op als ten opzichte van de wereldgodsdiensten.

Ook hier is de dialoog in.

De onverzoenlijke tegenstelling tussen christelijk geloof en ideologie bestaat voor velen niet meer.

Men gaat evenwel voorbij aan de atheïstische vooronderstelling van de marxistische ideologie, die een doodsgevaar is voor de kerk.

Een synthese is onmogelijk.

Evenals bij de wereldgodsdiensten gaat het om het dilemma: Komt de verlossing vanuit God in Christus, of komt zij op uit de mens, die zichzelf omhoog werkt.

In wezen is de ideologie van het liberalisme gelijk aan die van het marxisme.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1979

Alle Volken | 16 Pagina's

Theologische hoofdlijnen

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1979

Alle Volken | 16 Pagina's