Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De prediking van het Evangelie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De prediking van het Evangelie

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de prediking van het Evangelie en de daarin plaatshebbende aanbieding van Christus mag geen enkele onduidelijkheid onder ons zijn. Een bij mij bestaand voornemen om hierover enkele artikelen te schrijven is nog niet uitgevoerd. Vooralsnog zal dit ook niet noodzakelijk zijn, nu ds. C. Harinck hierover zeer duidelijk enige artikelen schreef, die we met grote instemming lazen en die in enkele achtereenvolgende afleveringen zullen worden opgenomen.

Als inleiding op deze artikelen leggen we de lezers een citaat voor uit een predikatie van G. F. Gezelle Meerburg, de bekende predikant uit Almkerk, die in 1835 wegens zijn weigering om de Evangelische gezangen te zingen door de Ned. Herv. kerk als ongeschikt voor het le­raarsambt werd afgezet. Hij was één van de voormannen, die God bij de volvoering van „het wonder van de 19e eeuw", het gezegend werk van Reformatie in een zeer vervallen kerk heeft willen gebruiken. Het citaat, dat een uitnemende inleiding op de artikelen van ds. C. Harinck biedt, luidt aldus:

„Gezelle Meerburg in een preek:

„Er is misschien iemand in deze vergadering, die bij zichzelf zegt, dat ik al te ruim ben in de prediking van Christus, dat ik spreek als een voorstander van de algemene genade (lees: algemene verzoening), als zulkeen, die gelooft, dat Christus voor alle mensen gestorven is. Zich voor alle mensen heeft overgegeven. Wij antwoorden:

„Zeg mij voor wie in deze vergadering Christus Zich niet heeft overgegeven en ik zal hem Christus niet prediken, ik zal niet voor hem bidden, gelijk ik voor de duivelen niet bidden zal. Ik geloof een eeuwige, vrijmachtige, onvoorwaardelijke verkiezing ... maar ik geloof ook evenzeer, dat wij allen zonder onderscheid de Heere Jezus moeten prediken, Hem aan allen door die prediking moeten aanbieden, allen tot geloof en bekering met alle mogelijke drang-redenen moeten vermanen, .. . niemand zal ooit kunnen zeggen, dat hij uit kracht van Gods besluit verloren gaat, maar omdat hij het leven niet gewild heeft!

Men heeft mij wel eens gezegd dat wij de dode zondaar alleen moeten voorstellen hoe ellendig hij is en wat hij te wachten heeft, maar hem niet op Christus wijzen moeten.

Doch indien dit onze regel moest zijn, dan zouden wij hem niets meer zeggen, terwijl hij dan ook het eerste niet horen kan. Neen, zó zou er aan duivelen gepredikt moeten worden, niet aan mensen."

Veen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

De prediking van het Evangelie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1976

De Saambinder | 8 Pagina's