Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandsche belijdenisschriften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandsche belijdenisschriften

B. De Nederlandsche Geloofsbelijdenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE INHOUD DIER BELIJDENIS

Art. 21 handelt „van de voldoeninge Christi, onzes eenigen Hoogepriesters, voor ons". In het vorige Artikel ging het over de heerlijkheid van Christus als Borg, zooals Hij en dat wel van eeuwigheid Borg geworden is bij God voor de Zijnen en al Zijn lijden en sterven plaatsbekleedend. Dit artikel handelt over de ambtelijke bediening van Christus, bijzonder als Hoogepriester, zooals Hij het ware offer heeft aangebracht voor de schuld der Zijnen. Van Zijne ambtelijke bediening als Profeet en Koning wordt niet afzonderlijk gehandeld.
Wij gelooven, dat Jezus Christus een eeuwige Hoogepriester is, met eede naar de ordening Melchizedeks, en heeft Zichzelven in onzen naam voor Zijnen Vader gesteld om Zijnen toorn te stillen met volle genoegdoening, Zichzelven opofferende aan het hout des kruises en vergietende Zijn dierbaar bloed, tot reiniging onzer zonden, gelijk de profeten hadden voorzegd". Alzoo spreekt de belijdenis.
Krachtens de overtreding van Gods Wet en de schending van Zijn recht was er eene offerande tot volkomen voldoening en verlossing noodzakelijk. De Goddelijke toorn moet worden gestild. Dit is een uitdrukking, die Gode waardig moet worden verstaan. God toornt niet gelijk een mensch. Zijn toorn is Zijn heilig ongenoegen en afkeer van de zonden en moet ze noodzakelijk straffen.
God als hoogste Wetgever heeft Zijne Wet gegeven met verbindend gezag tot volmaakte gehoorzaamheid. In de Wet Gods is het onveranderlijk en onkreukbaar recht Gods uitgedrukt om volmaakte gehoorzaamheid van den mensch als een redelijk schepsel te eischen. Neen, haar inhoud is niet zwaar of het moest zijn voor den zondaar, die een hater Gods en van zijnen naaste is geworden. Haar inhoud is: God lief te hebben boven alles en onzen naaste als ons zelven. Liefde tot God, een liefde van begeerte naar Hem, een liefde van vereeniging met Hem, een liefde van verlustiging in Hem, waarin geworteld is de liefde tot den naaste. Zij kwam overeen met de staatsgesteldheid waarin God den mensch bij zijn schepping stelde als zijnde goed en oprecht geschapen, versierd met Zijn beeld in kennis, gerechtigheid en heiligheid; om als Profeet zijnen Schepper recht te kennen, als Priester Hem te lieven, als Koning met Hem in de eeuwige zaligheid te leven. Alzoo bezat Adam het vermogen om Gods Wet, waarin Gods recht onveranderlijk is uitgedrukt en die heilig is in haar eisch, rechtvaardig in hare bedreiging en goed in haar belofte, volkomen te kunnen vervullen. Om als Profeet in 't licht zijner kennis overeenkomstig die Wet te wandelen; om als Priester met zijne gerechtigheid den wille Gods naar de Wet in volmaakte liefde te betrachten en om als Koning met Zijne heiligheid den Heere krachtens Zijne Wet te dienen. Hij bezat 't vermogen een gebiedend God naar diens onkreukbaar recht te gehoorzamen; een belovend God lief te hebben en een bedreigend God te vreezen. In die heerlijke en uitnemende staatsgesteldheid was de mensch hoogst gelukkig. Uit dien heerlijken staat is hij uitgevallen. Moed- en vrijwillig heeft hij Gods Wet, waarin Gods onkreukbaar recht is uitgedrukt, overtreden, en is daarom onder het oordeel der vervloeking gekomen. Schuldig is hij aan Majesteitsschennis, niet van een mensch, maar van God zijnen Schepper en Maker. Vervallen is hij aan Gods rechtvaardig oordeel. En zal hij daaruit worden verlost, zoo moet het recht der Wet worden voldaan, moet het geschonden recht Gods in Zijne heilige Wet in overeenstemming met Zijn Wezen uitgedrukt, volkomen voldoening ontvangen en de straf op de zonde gedreigd, volkomen worden gedragen. Daarom spreekt de belijdenis van voldoening, eene offerande tot voldoening moet worden aangebracht. Hoe heeft God Zijn kerk daarin van ouds onderwezen. Of werd het niet door het Levitische priesterschap zeer levendig afgeschaduwd, waar het den priesteren niet geoorloofd was, het heiligdom in te gaan, zonder bloed, opdat de kerk zou weten, dat God niet kon bevredigd worden. Zijn toorn niet kon worden gestild, dan door eene offerande der verzoening voor de zonden? Want een iegelijke Hoogepriester wordt gesteld om gaven en slachtofferen te offeren en waarom het ook noodzakelijk was, dat ook Deze, (n.l. Christus) wat had om te offeren.
Welk offer moest worden aangebracht? Zulk een offer, dat van gelijke waarde was als de gemaakte schuld en in volmaakte overeenstemming met hetgeen het onkreukbaar recht Gods, in Zijne Wet uitgedrukt, eischte. Een minder offer kan niet. God kan Zichzelven niet verloochenen en de onkreukbaarheid van Zijne Wet niet laten vertreden. Dat we ons toch hoeden voor het Remonstrantisme, welks leer heilloos en Gode onteerend is. Worden door hunne valsche leer schier alle deugden Gods ontluisterd, niet het minst Gods onkreukbare rechtvaardigheid. God eischt krachtens Zijne rechtvaardigheid geen volkomene voldoening, zeggen zij. Als maar aan Gods wil genoeg gedaan is, die niet alles eischt, wat de gevallen zondaar schuldig is. God wil door een genadige schatting een gedeeltelijke voldoening voor het geheel aannemen. Met andere woorden dus: God is tevreden met een gebrekkig offer. O heillooze leer. God beware Zijn kerk bij de onwankelbare grondslagen der zaligheid. Het heil van Sion kan alleen steunen op een volmaakt offer in evenredigheid met de eer van Zijne hemelsche Majesteit, door de zonde geschonden.
Wie vermocht zulk een offer op te brengen? Niet de gevallen mensch. Hij miste alle vermogen. Hij maakt zijn schuld nog dagelijks meerder. Geen schepsel is daartoe in staat. Al t' bloed van stieren en bokken is ontoereikend. Geen Hoogepriester van de menschen genomen, kon die voldoening opbrengen. Geheel de Aäronitische priesterdienst was slechts een schaduw. Daarom geschiedde telken jare gedachtenis van de zonde. Niemand vermocht het, dan de eeuwige Zone Gods, Christus Jezus. Hetgeen Hij offerde waren geen gaven en slachtofferen, die naar of volgens de ceremonieele Wet geofferd wierden, maar Zijn eigen lichaam. Daarom komende in de wereld zegt hij: „slachtoffer en offerande hebt gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid. Brandoffer en offer voor de zonden hebben U niet behaagd. Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven) om Uwen wil te doen, o God", (Hebr. 10:5—7.) Met deze Zijne offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt, degenen die geheiligd worden. Neen, Zijne offerande was geen offerande om de zaligheid mogelijk te maken, maar was voldoening aan Gods recht eene offerande tot dadelijke, stellige en wettige verlossing. Hij woog de losprijs in Zijns Vaders hand. Hij is de eeuwige Hoogepriester, die door den Vader is verordineerd en gezalfd met den Heiligen Geest, die in de uitoefening van Zijne ambtelijke bediening Zich onder Zijne eigene wet gesteld heeft, want, wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijnen Zoon uitgezonden, geworden uit eene vrouw, geworden onder de Wet, opdat Hij degenen, die onder de Wet waren, verlossen zou. En hierdoor verplichtte Hij zich om het recht der Wet in de plaats der Zijnen volkomen te vervullen en aan de geschondene eer volkomen genoegdoening te geven. Zoo is Hij Hoogepriester en dat met eede naar de ordening van Melchizedek.
Daarover een volgende maal.

Ds. J. D. Barth

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 1932

De Saambinder | 5 Pagina's

De Nederlandsche belijdenisschriften

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 mei 1932

De Saambinder | 5 Pagina's