Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

REHABEAM - 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

REHABEAM - 8

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Kronieken 12:2–8

Het was mis gegaan in Juda. Koning en volk hadden zich van de Heere afgekeerd en Zijn dienst verzaakt. De afgodendienst leek aantrekkelijk en daarvoor werd gekozen. Zal de Heere dat tolereren? Net zo min als Hij het getolereerd heeft in Salomo zal Hij het verdragen in diens zoon Rehabeam. God zal de zonde bezoeken en daarbij gaat Hij gebruik maken van Egypte.

Inval van Sisak

Met een geweldig leger trekt de egyptische koning Sisak op tegen Juda. In zijn leger bevinden zich niet alleen Egyptenaren, maar ook Lybiërs, Suchieten en Moren. De macht van Sisak strekt zich ook over andere volken uit en die volken gehoorzamen hem.

Verschillende steden in Juda worden onder de voet gelopen. De in die steden aangebrachte versterkingen blijken niet bestand tegen het geweld. Nog even en dan is Jeruzalem aan de beurt. Het laat zich verstaan dat de spanning in die stad stijgt.

Laat het ons niet ontgaan dat dit keer de inval komt van de kant van Egypte. In dat land leefde Israël eens een slavenbestaan. Maar de Heere heeft de macht van de toenmalige koning verbroken en Israël werd een vrij volk. Van hun vijanden hadden ze geen last meer. En eeuwenlang hebben ze van Egypte geen last gehad. Nu verandert dat. En dat het nu uitgerekend Egypte is waar Juda door wordt aangevallen, maakt het voor dat volk wel extra vernederend!

Waarom valt Sisak Juda aan? Is dat omdat hij door Jerobeam gevraagd is tegen Juda op te trekken? Dat is wel beweerd. Op die manier zou Jerobeam dan geprobeerd hebben de twee stammen die hem niet als koning erkenden ook aan zich onderworpen te krijgen. Helemaal onmogelijk is deze veronderstelling niet, al is ze op geen enkele manier vanuit de Bijbel te bewijzen.

Bovendien, afgedacht van een eventueel verzoek van Jerobeam had Sisak argumenten genoeg voor deze veldtocht. Al was het alleen de wetenschap dat er in Jeruzalem grote schatten liggen opgestapeld in het koninklijk paleis en in de tempel. Voor iemand die buit wil veroveren is Jeruzalem een aanlokkelijke plek. Zeker voor Egypte is dat zo. Immers, toen Israël uit Egypte vertrok hebben ze de Egyptenaren beroofd, zo lezen we in Ex. 12:36. Beroofd… Het was weliswaar achterstallig en nooit uitbetaald loon, dat ze op deze manier in handen kregen; loon voor de zware dienst in het slavenhuis. Maar door de Egyptenaren zal het wel als een misdaad gezien zijn, die nog nooit gewroken was. Welnu, nu doet zich een gunstige gelegenheid voor. Het rijk van Israël is gescheurd en dus verzwakt. Wat voor weerstand zal Juda kunnen bieden? Ja, Sisak had voldoende motivatie voor deze veldtocht. Maar er is ook nog wat anders. Sisak mag dan het initiatief nemen, maar zonder dat hij dit beseft is hij in zijn plannenmakerij beinvloed door de Heere. Er staat in vs. 2 een zinnetje, dat weliswaar tussen haakjes staat, maar dat niettemin niet over het hoofd gezien mag worden. ‘Want zij hadden overtreden tegen de Heere’. Daarmee wordt niet aangegeven waarom Sisak tegen Juda optrok, maar waarom de Heere Sisak gebruikt om deze veldtocht te organiseren. De Heere staat achter alles. Hij regeert ook de dingen die nu gaan gebeuren. Sisak is een instrument in Gods hand en de Heere gebruikt dit instrument om Zijn volk te tuchtigen.

Weer Semaja

Terwijl de spanning in Jeruzalem stijgt en de mensen hun hart vasthouden is daar ineens weer de profeet des Heeren, Semaja geheten. Vijf jaar geleden was hij er ook. Toen ook sprak hij het Woord des Heeren. Dat was toen tien stammen zich van Rehabeam hadden afgescheurd en toen Rehabeam met geweld wilde proberen die stammen weer onder zijn bewind te krijgen. God had deze dienstknecht toen gezonden om Rehabeam en het volk te zeggen dat God niet wilde dat ze oorlog zouden gaan voeren.

Het leger moest worden ontbonden en de plannen mochten niet worden uitgevoerd. Toen werd die boodschap wonder boven wonder gehoorzaamd. Semaja’s werk was niet tevergeefs.

Nu is hij er weer, vijf jaar later. Waar is hij in de tussentijd geweest? Was hij niet in Jeruzalem? Heeft Rehabeam hem nooit geraadpleegd om via hem Gods Woord te vernemen? Was Rehabeam van gedachte dat hij, nu hij de Heere niet meer nodig had, Gods knecht ook wel kon negeren? Maar nu is Semaje er toch. Ongevraagd, maar niet ongezonden. Ook nu komt hij in Gods Naam met een Woord Gods.

Hij moet wel moed gehad hebben, deze Semaja. Want de boodschap die hij moet brengen is zeker niet een boodschap die koning en volk graag willen horen. In dit crisisuur van Jeruzalem horen ze liever een andere boodschap. Wat ze van Semaja te horen krijgen is geschikt om iedereen moedeloos te maken Bemoediging is er in ieder geval niet uit te ontvangen. Wat is dan zijn boodschap?

Kort en goed is het dit: God zegt: Gij hebt Mij verlaten, daarom heb Ik u verlaten in de hand van Sisak. Dat is het. Denk het u in.

God zegt in ronde woorden: U moet het zelf maar uitzoeken. Ik bemoei me niet meer met u. U hebt Mij vaarwel gezegd; nu zeg Ik u vaarwel. En dat in dit benauwde uur, nu de vijand in aantocht is. Is dat niet een harde boodschap? Je zou het je toch kunnen voorstellen dat de koning bevel zou hebben gegeven: Grijp hem. En dat ze Semaja gelyncht zouden hebben…

Moet er dan zo gepreekt worden? Bij tijden wel, ja. We hebben het misschien liever anders. We willen met loze kalk gepleisterd worden en graag zachte dingen horen. Maar Gods Woord heeft ook scherpe kanten en er zijn omstandigheden dat die scherpe kanten van het Woord in de prediking zelfs moeten domineren.

Maar moet niet in elke preek tenminste een venster worden open gestoten opdat niemand in wanhoop naar huis zou gaan? Prediking is toch vooral ook Evangelie-prediking? Terecht, maar dat venster zit toch ook in Semaja’s prediking? Waar dan?

Mogelijk niet in de woorden van de profeet, maar wel in diens persoon. Als ze hem na vijf jaar weer zien, herinnert men zich dan niet de vorige keer dat hij er was en wat zijn prediking toen uitwerkte?

En is de herinnering aan toen niet genoegzame reden om nu opnieuw voor God te buigen en zich van de verkeerde wegen te bekeren? Zullen ze dan niet tot de Heere terugkeren in de hoop dat God ook tot hen zal terugkeren?

Verootmoediging

En kijk, dat is nu net wat er gebeurt. De vorsten en de koning gaan erin voorop. We lezen, dat ze zich verootmoedigen. En dat ze zeggen: De Heere is rechtvaardig. Daar moet u niet gering over denken. Hier wordt Gods erkend als de rechtvaardige. Men valt Zijn recht toe. En daarmee wordt tegelijk erkend: Wij hebben gezondigd en daarom hebben we dit oordeel verdiend.

Noem dit maar bekering, want dat is het. Oprechte bekering? Bekering des harten? Of alleen maar een uiterlijke terugkeer tot de Heere en een belijdenis met de lippen alleen? Ach, dat weet God en we zullen het aan Zijn beoordeling overlaten. Als we voor onszelf maar vasthouden dat wij niet tevreden mogen zijn met een gedaante van godzaligheid. Laat het ons gaan om waarheid in het binnenste.

Maar dan is het ook voor ons nodig dat we de Heere rechtvaardigen. Dat betekent dat wij in tijden van tegenspoed niet moeten murmureren. Het betekent ook dat als de prediking ons in onze schuld zet, we daarvoor buigen en erkennen dat we gezondigd hebben. Dat is immers een van Gods bedoelingen als Hij ons Zijn Woord en wet scherp laat preken. Kijk Zondag 44 van de Heidelbergse Catechismus er nog maar eens op na.

En de bekering van Rehabeam en de zijnen? Wel, al is het hier misschien niet eens een waarachtige bekering geweest, toch laat de Heere Zijn knecht Semaja nu iets anders horen. En de boodschap die God hem geeft zal Semaja nu ook weer aan het volk hebben door te geven. De Heere heeft de verootmoediging gezien. Hij heeft gehoord wat ze hebben beleden. En nu gaat de Heere Zich kennelijk toch weer wel met dit volk inlaten. Nee, Sisak zal niet terugkeren naar Egypte, althans nu nog niet. Hij zal voortgaan met Zijn werk, al zal de Heere hem wel beteugelen, zodat hij niet alles kan doen wat hij van plan is. God gaat Zijn gramschap niet ten volle over Jeruzalem uitgieten. Hij geeft het volk ‘in kort’ ontkoming. ‘In kort’, dat is: gedeeltelijk, tijdelijk. God zal in de toorn aan Zijn ontferming gedenken. Het komt er op neer, dat Sisak wel zal mogen plunderen, maar niet zal mogen uitmoorden. Gods ontferming is toch nog over het volk uitgestrekt.

De Heere wil Zijn volk wel een les leren. Ze moeten goed het verschil gaan zien tussen de dienst des Heeren en de dienst van de koninkrijken der landen. Zo lezen we. De dienst des Heeren hadden ze verlaten. Ze hadden zich daardoor eigenlijk gelijk gemaakt aan de heidenen, van wie ze de afgodendienst hadden afgekeken. Met die heidense godsdienst dachten ze gelukkig te zijn. De dienst des Heeren vonden ze te zwaar.

Maar nu zal de Heere hen laten voelen dat juist die andere dienst zwaar is. Door wat Hij Sisak toelaat te doen en door het juk dat deze heidense koning hen zal opleggen zullen ze gewaar worden hoe zwaar die dienst is. Veel zwaarder dan de dienst des Heeren. Dat is immers een liefdedienst. Maar dat zag het volk nu juist niet. Daar waren ze blind voor. Vandaar die hang naar een andere godsdienst.

Toch is de dienst des Heeren niet zwaar. Tenminste voor degenen die een hart hebben dat bij die dienst past. Die stemmen van harte in met het woord van hun Meester: Mijn last is licht en mijn juk is zacht. En die zeggen het de dichter na: Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten.

Op grond waarvan?

We kunnen ons afvragen waardoor het komt, dat de Heere Semaja eerst laat aankondigen dat Hij Zich van het volk heeft teruggetrokken, terwijl Hij hem een ogenblik later laat boodschappen dat er ‘in kort’ ontkoming zal zijn. Is dat op grond van de verootmoediging en de bekering? Nee, dat niet.

Is het dan omdat er, zoals we lezen in vs. 12, ook nog ‘goede dingen’ in Juda waren? Daarmee zal wel bedoeld zijn dat er bij alle afval toch nog oprechte godvrezenden in het land zijn geweest. Heeft de Heere op grond van het feit, dat er nog een ‘overblijfsel’ was besloten om Zijn toorn niet tenvolle los te laten? Nee, ook daar ligt de grond niet. Waar dan? Die grond ligt in God Zelf. In Zijn welbehagen. In Zijn trouw. Ik geloof ook niet dat het zonder bedoeling is dat de bijbelschrijver, als hij in deze geschiedenis over de Heere spreekt, steeds weer de naam HEERE - Jahwe gebruikt. Dat is immers de Ik Zal Zijn Die Ik Zijn Zal - de onveranderlijke Verbondsgod. Heeft God aan Zijn volk niet gezworen, dat uit hen de Zaligmaker geboren zou worden. Heeft Hij bovendien niet gezworen dat deze Zaligmaker geboren zou worden uit het huis van David. Moest daarom Rehabeam niet op de troon zitten, als nakomeling van David? Vanwege die trouw en onveranderlijkheid Gods staat Hij Sisak niet toe om het volk te vernietigen. Hij geeft ontkoming, omdat Hij de Onveranderlijke is, de Getrouwe.

En dat zal altijd de laatste grond zijn waarom de Heere Zijn volk zal bewaren en beschermen tegen alle aanvallen van het rijk van de boze. ‘Ik de HEERE, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jacobs niet verteerd’ (Mal. 3:6).

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's

REHABEAM - 8

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's