Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wilhelmus van Nassouwe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wilhelmus van Nassouwe

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons volksHed, dat eind april en begin mei extra in de belangsteUing staat, heeft een vaag verleden. Wanneer het Wilhelmus precies ont-^ staan is, weet niemand. We kunnen het nog sterker vertellen: zelfs de schrijver van het Wilhelmus is tot op heden onbekend. Op zoek naar de vroegste vermelding van het Wilhelmus als Hed komen we uit in het jaartal 1581 . In het , , Een nieu Geusen Lieden Boecxken" staat de complete tekst van het Wilhelmus vermeld:

EEN NIEUW CHRISTELICK LIEDT GEMAECT TER EEREN DES DOORLUCHTICHSTE HEERE

HEERE WILHELM

PRINCE VAN ORAENGIEN GRAUE VAN NASSOU

PATRIS PATRIA

MIJNE G. FORSTEN EN HEERE WAER VAN DEERSTE CAPITAEL LETTEREN VAN ELCK VEERS SYNER F. G. NAME METBRENGE

NA DE WIJZE VAN CHARTRES Wilhelmus van Nassouwe Ben ick van Duytschen bloet, Den Vaderlant ghetrouwe Blijf ick tot inden doot: Een Prince van Oraengien Ben ick vrij onuerueert, Den Coninck van Hispaengien Heb ick altijt gheeert.

In Godes vrees te leuen Heb ick altijt betracht, Daerom ben ick verdreuen Om Landt om Luyd ghebracht: Maer Godt sal my regeren Als een goet Instrument, Dat ick sal wederkeeren In mijnen Regiment.

Lijdt V mijn Ondersaten Die oprecht zijn van aert, Godt zal v niet verlaten Al zijt ghy nv beswaert: Die vroom begheert te leuen Bidt Godt nacht ende dach, Dat hy my cracht wil gheuen Dat ick V helpen mach.

Lijf en goet al te samen Heb ick v niet verschoont, Mijn Broeders hooch van Namen Hebbent v oock vertoont: Graef Adolff is ghebleuen In Vrieslandt inden Slach, Sijn Siel int eewich Leuen Verwacht den Jongsten dach.

Edel en Hooch gheboren Van Keyserlicken Stam: Een Vorst des Rijcks vercoren Als een vroom Christen Man, Voor Godes Woort ghepreesen Heb ick vrij onuersaecht. Als een Helt sonder vreesen Mijn Edel bloet ghewaecht.

Mijn Schilt ende betrouwen Sijt ghy, O Godt mijn Heer, Op v soo wil ick bouwen Verlaet my nemmermeer: Dat ick doch vroom mach blijuen U dienaer talier stondt, Die Tyranny verdrijuen. Die my mijn hert doorwondt.

Van al die my beswaren. End mijn Veruolghers zijn. Mijn Godt wilt doch bewaren Den trouwen dienaer dijn: Dat sy my niet verrasschen In haren boosen moet, Haer handen niet en wasschen In mijn onschuldich bloet.

Als Dauid moeste vluchten Voor Saul den Tyran: Soo heb ick moeten suchten Met menich Edelman: Maer Godt heeft hem verheuen. Verlost wt aider noot. Een Coninckrijck ghegheuen In Israel seer groot.

Na tsuer sal ick ontfanghen Van Godt mijn Heer dat soet, Daer na so doet verlanghen Mijn Vorstelick ghemoet. Dat is dat ick mach steruen Met eer en in dat Velt, Een eewich Rijck verweruen Als een ghetrouwe Helt.

Niet doet my meer erbarmen In mijnen wederspoet. Dat datmen siet verarmen Des Conincks Landen goet. Dat V de Spaengiaerts crencken O Edel Neer landt soet, Als ick daer aen ghedencke Mijn Edel hert dat bloet.

Als een Prins op gheseten Met mijner Heyres cracht, Vanden Tyran vermeten Heb ick den Slach verwacht, Die by Maestricht begrauen Bevreesde mijn ghewelt. Mijn Ruyters sachmen drauen Seer moedich door dat Velt.

Soo het den wille des Heeren Op die tijt had gheweest, Had ick gheern willen keeren Van u dit swaer tempeest: Maer de Heer van hier bouen Die alle dinck regeert, Diemen altijt moet louen En heeftet niet begheert.

Seer Prinslick was ghedreuen Mijn Princelick ghemoet, Stantuastich is ghebleuen Mijn hert in teghenspoet, Den Heer heb ick ghebeden Van mij nes herten gront. Dat hy mijn saeck wil reden, Mijn onschult doen bekant.

Oorlof mijn arme Schapen Die zijt in grooten noot, U Herder sal niet slapen Als zijt ghy nv verstroyt: Tot Godt wilt V begheuen, Sijn heylsaem Woort neemt aen. Als vrome Christen leuen, TsaI hier haest zijn ghedaen.

Voor Godt wil ick belijden End zijner grooter Macht, Dat ick tot gheenen tijden Den Coninck heb veracht: Dan dat ick Godt den Heere Der hoochster Maiesteyt, Heb moeten obedieren, Inder gherechticheyt.

De hier gedrukte tekst is ontleend aan: een nieu Geusen Lieden Boecxken, waerinne begrepen is, den gantschen handel der Nederlantscher gheschiedenissen, dees voorleden jaeren tot noch toe ghedragen, eensdeels onderwylen in druck wtghegaen, eensdeels nu nieu by-gheuoecht, nu nieulick vermeerdert ende verbetert.

VIUE DIEU, LA SANTÉ DU ROY, & LA PROSPERITÉ DES GEUS. ANNO 1581.

Het gedicht is bedoeld ter vertroosting en bemoediging, na de mislukte invallen van 1568. Maar het is óók een zelfverdediging, een verantwoording van de eerste onzer Oranjes.

De oudste, bekende optekening van de melodie is van 1574. De melodie schijnt uit Frankrijk tot ons te zijn gekomen, waar zij is ontstaan ten tijde van het beleg van Chartres (gelegen ten zuiden van Parijs) in 1568.

De dichter en de componist zijn onbekend, , maar de meeste historici schrijven het gedicht toe aan Marnix van St. Aldegonde. Waarschijnlijk is het oorspronkelijk op z.g. vhegende blaadjes gedrukt en verspreid. Rondtrekkende zangers verkochten zulke liederen en droegen ze voor, zodat meteen de melodie bekend werd.

DE NEDERLANDEN VAN 1845

Wie het Wilhelmus geschreven heeft laten; we hier buitenbeschouwing en richten onze bhk meer op de laatste paar eeuwen waarin het Wilhelmus verguisd is, maar in 1932 op aandringen van het ministerie van Buitenlandse, Zaken weer tot nationale hymne verheven werd.

Staatsarchieven bieden een uitermate goed hulpmiddel om beslissingen uit een (ver) verleden naar boven te halen. Dat geldt ook voor de besluitvorming rond het Wilhelmus. Zo duikt het Wilhelmus weer in de Nederlandse geschiedenis op in 1816. Dan is er namelijk een ander Nederlands volkshed in zwang. Het is het door H.F. Tollens gecomponeerde Wien Neerlandsch bloed door d'aderen vloeit. Een jaar eerder schreef admiraal jonkheer Jan Hendrik van Kinsbergen een prijsvraag uit voor het maken van een nieuw volkslied. Uit de inzendingen werden Tollens en Brand als ' beste gekozen. Brand schreef Wij leven vrij, wij leven blij en Tollens het bovengenoemde lied. In 1816 was het dezelfde Van Kinsbergen die weer een prijsvraag uitschreef omdat de melodie nog aanpassingen behoefde. De beste melodie werd aangedragen door Wilhelm Wilms. Tussen 1817 en 1932 blijft het Wien Neerlandsch bloed als Nederlands volkslied aanwezig.

Steeds meer echter kwam in het begin van deze eeuw de roep om het oude, vertrouwde volkslied weer bovendrijven. Het Wilhelmus moest weer khnken, zoals in de oude tijden. Het lied van Tollens was al uit de gratie gevallen, maar men bleef het bij tal van (militaire) aangelegenheden spelen. Met het voorstel van het ministerie van Buitenlandse Zaken om het Wilhelmus als Nederlands volkshed officieel aan te merken, kwam er een einde aan de onduidelijke status van het Wilhelmus. Vooral in de vorige eeuw werd het Wilhelmus gezongen door rechtgeaarde protestanten die hun protest tegen het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie van de Rooms-Kathoüeke Kerk in Nederland op deze manier kracht wilden bijzetten. Bij de onthuUing van het onafhankelijkheidsmonument in Den Haag in 1869 werd ook het Wilhelmus gezongen, alsmede bij de i inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898. Vanaf 1932 gold het Wilhelmus dus als officieel volkshed.

Over het Wilhelmus is al veel geschreven. Zo bestaat er een dik boek vól artikelen over ons volkslied en wie dat op zijn gemak eens doorbladert zal met verbazing kennis kunnen nemen van wat mensen in de afgelopen jaren over ons Wilhelmus hebben geschreven. Met welhaast wiskundige berekeningen probeert men het één of ander aan te tonen. De vraag komt bovendrijven of de maker van het Wilhelmus dergelijke berekeningen zélf ook gemaakt heeft voordat hij op betrekkelijk eenvoudige wijze de in totaal vijftien coupletten van ons volkslied op papier heeft gezet.

Inderdaad - vijftien coupletten die een visie vertolken, waaraan de Bijbel ten grondslag ligt. Een diep vertrouwen op het Woord van God, dat tijdens de Tachtigjarige Oorlog zo'n belangrijke plaats heeft ingenomen. De plaatsbepaling waar het volk der Nederlanden stond. En waaraan men hechtte. Daarvan gaf het Wilhelmus blijk.

Voor de samenleving anno nu geldt dat het Wilhelmus aan belangstelling sterk heeft ingeboet. Wie kent het Wilhelmus nog? Wie kan uit het blote hoofd het eerste couplet zingen? Wie komt er nog - zonder op een blaadje te kijken - tot het zingen van couplet 1 én 6? Vrijwel niemand toch meer. Zeker niet van de jongere generatie.

Wie weet nog dat de eerste letters van de vijftien coupletten de naam Willem van Nassov vormen en daarmee een schitterend acrostichon. Toch geeft het Wilhelmus weer wat de Nederlanden eens hebben doorleefd. En dat verdient om nagezongen te worden. Als traditie van een roemrijk verleden, maar ook als herinnering aan de Patris Patria - de Vader des Vaders - Willem van Oranje. De grondlegger van onze staat en voorvechter van een vrije natie. Leve de Koningin!

H.

L.W.H. R.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Wilhelmus van Nassouwe

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's