Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Mag ik er wel zijn?"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Mag ik er wel zijn?"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Anne is een meisje van 17 jaar. Ze heeft afgelopen zomer haar vmbo-diploma behaald en is na de vakantie vol goede moed begonnen aan een spw-opleiding. Haar resultaten zijn tot nu toe redelijk en de opleiding is leuk. Toch merkt ze dat ze geregeld worstelt met vragen als: Kan ik het wel? Ben ik wel geschikt voor deze opleiding? Wat zullen mijn klasgenoten van me denken? Ben ik wel aardig en aantrekkelijk? Zien jongens mij wel staan? Ze betrapt zichzelf erop dat ze vaak erg negatief is over zichzelf. "Nee, neem dan haar vriendin Maria, die haalt pas cijfers! En ze is nog knap ook! Altijd staat ze in de spotlights en als ze wil, heeft ze aan iedere vinger een leuke vent!" Maar zij? Zij is nu eenmaal een saaie, grijze muis, waar we! niks van terecht zal komen' Ze probeert deze gevoelens weg te duwen en tegen haar vriendinnen doet ze extra vrolijk. Die mogen vooral niet merken dat ze de laatste tijd veel piekert... Haar moeder heeft al eens bezorgd gevraagd: "Is er soms wat? Je ziet zo bleekjes de laatste tijd!" Maar ze had die zorgen snel weggewimpeld. Ze weet het zelf eigenlijk ook allemaal niet meer, maar ze voelt zich de laatste tijd gewoon ellendig!

Misschien herken je jezelf in dit beeld. Het zou goed kunnen. Veel jongelui verschuilen achter een vrolijke buitenkant een heel onzekere binnenkant. Vragen en gedachten als 'Mag ik er wel zijn? ' en 'Ik ben lang zo leuk niet als die ander...' zijn heel herkenbaar voor veel jongeren. Volwassen worden gaat niet zonder slag of stoot en het is gezond om jezelf af te vragen wie je bent en wie je wilt zijn. Het hoort bij de ontwikkeling van een eigen, stevige persoonlijkheid. Een persoonlijkheid ben je niet van de ene op de andere dag. Die ontwikkel je met vallen en opstaan door allerlei ervaringen in je leven. De ontwikkeling van een eigen ik, een eigen identiteit verloopt niet bij iedereen hetzelfde. Wat voor de ene jongere een fluitje van een cent is, ervaart de andere jongere als een reusachtige berg waar niet over heen te zien is. Dit heeft te maken met verschil in karakter en in opvoeding. Zaken die een pessimist ervaart als grote obstakels op de weg, zijn voor een optimist vaak maar drempeltjes. Karakter speelt wel degelijk een rol in het accepteren van wie je bent. Toch is daarmee niet alles gezegd. De omgeving waarin een jongere opgroeit, heeft meer invloed op zijn of haar gedrag dan soms gedacht wordt. Ouders, broers en zussen, vrienden, klasgenoten... Wat zijn ze belangrijk als het gaat om de ontwikkeling van een eigen identiteit. Zij bepalen voor een deel wie je bent en wie je wordt. Ook door hun invloed wordt je karakter gevormd. Of kapotgemaakt. Negatieve kritiek krijgen,

; epest worden, weinig warme liefde intvangen, verwaarlozing, misbruik, vat kan er veel misgaan! Het is heel legrijpelijk dat een jongere die der-; elijke dingen meemaakt in zijn of laar jeugd gaat twijfelen aan zichzelf. )at zo iemand zichzelf beschouwt als vaardeloos, een nietsnut. Wat moeijk kan dat zijn!

Wat zegt de Bijbel?

let lijkt misschien vaak alsof Gods Voord negatief is over mensen: r ; niemand, die goed doet, ook niet én (Psalm 53:4), Want uit het hart omen voort boze bedenkingen (Matheüs 15:19), Arglistig is het hart, teer dan enig ding (Jeremia 17:9). n de Heidelbergse Catechismus egt over ons: ...onbekwaam tot nig goed en geneigd tot alle kwaad" zondag 3, vraag 8). Een positief elfbeeld en een gezonde dosis zelfertrouwen lijken hiermee in tegenpraak te zijn. Voor het gevoel gaan eze twee zaken soms niet samen, 'e Bijbel vertelt echter meer. Denk i de eerste plaats aan de samenvatng van de wet die de Heere Jezus eeft: ij zult uw naaste liefhebben Is uzelf (Mattheüs 19:19). Dit gebod ; ronderste!t een bepaalde vorm an eigenliefde. Je kunt je naaste iet liefhebben zonder van jezelf te ouden, zonder jezelf als persoon te anvaarden.

edoelt de Heere hier dan mee dat re onszelf, maar moeten nemen 3als we zijn, inclusief al onze zonen en tekortkomingen? Dat onze > tale verdorvenheid er niet zoveel je doet?

Zeker niet. We mogen de zonden nooit accepteren. Wij zijn in zonden en ontvangen en geboren. De apostel Paulus zegt: ij derven (missen) de heerlijkheid Gods (Romeinen 3:23. En dat is heel erg. Vanwege onze zondeval beantwoorden we niet meer aan het doel waartoe we geschapen zijn. Dat doel is dat we tot eer van onze Schepper zullen leven.

Toch is dat nog mogelijk door de verlossing die in Christus is. De Heere Jezus zegt van Judas: et ware hem goed, zo die mens niet geboren was geweest (Mattheüs 26:24b). Wat zal het erg zijn om zonder bekering voor God te moeten verschijnen. Als je zo naar jezelf kijkt, moet je zeggen: k kan er zó voor de Heere niet zijn. Ben je dan als mens waardeloos voor God? Dat mag je niet zeggen. Dat zou tekort doen aan de eer van de Schepper. Hij heeft jou geschapen en je mag er zijn zoals jij met bent. Ook met je beperkingen, je strijd, je worsteling. De Schepper was er bij toen jij op een wondere wijze gemaakt ben (Psalm 139:14). David zegt dat hij door de Heere geformeerd is als een borduursel. Een negatief zelfbeeld is geen bijbelse gedachte. Elk menselijk leven heeft voor de Heere waarde.

Gezonde zelfwaardering

De worsteling rond zelfaanvaarding kan groot zijn en veel energie kosten. Moedeloosheid steekt zo makkelijk de kop op. 'Het komt toch nooit goed met mij'. Het is belangrijk dat er mensen om je heen staan in deze tijd van strijd met jezelf. Jezelf opsluiten met je negatieve gedachten werkt averechts. Dan ontstaat al snel een negatieve spiraal. Het is verstandig om te praten over dingen die je moeilijk vindt. Goede vrienden, je ouders, je mentor, een ouderling of een JeV-leider, er zijn mensen die je met raad en daad bij willen staan. Mogelijk heb je het gevoel dat er voor jou niemand is. Wat kan dat moeilijk zijn! Ook hiermee kun je naar de Heere toe. Hij hoort zelfs het geroep van de jonge raven. Zou hij ons dan niet horen?

De basis van een eigen persoonlijkheid ligt in het aanvaarden van jezelf. Je mag zijn wie je bent. Het is zelfs Bijbels om van jezelf als persoon te houden! Veel jongelui ervaren dit als iets heel moeilijks, als iets onmogelijks. 'Als ik was zoals die ander, dan zou ik het misschien wel kunnen. Maar nu? Ik ben een nietsnut. Waardeloos.'

De Heere vraagt om zulke gedachten in Zijn handen te leggen. Hij vraagt verootmoediging, erkenning van zonden, schuld en tekortkomingen. Maar Hij vraagt ook overgave aan Hem. Hij wil ons leren dat wij het leem zijn en Hij de Pottenbakker. Hij heeft ons gemaakt om te leven tot Zijn eer. En zou de Heere het verkeerd gedaan hebben? Hij weet het beste op welke manier wij gevormd moeten worden om Hem te dienen. Een leven aan Hem toegeweid heeft zin! En de mogelijkheid om zó te leven is er voor iedereen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2006

Daniel | 31 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2006

Daniel | 31 Pagina's