Twee mooie middenklassers

De ontwerpers van Fiat hebben met de Brava een mooi stukje ontwerpkunst geleverd. Vooral de achterzijde, met de als edelstenen ingelegde achterlichten, zal niet gauw met die van een andere auto verwisseld worden. Het karakter van de Mégane wordt vooral gevormd door de voorzijde. De 'Laguna-lip' is nog wat verder naar onderen doorgetrokken, waardoor hij zich duidelijk onderscheidt van zijn klassegenoten. Verder is het ontwerp van de Mégane gebaseerd op de ellips. Waar ook gekeken wordt, zowel bij het interieur als exterieur, vindt men dit thema terug. Mooi? Opvallend is het in ieder geval wel.

Goede prestaties
Onder de motorkap van beide testwagens vinden we een motor van 1,6 liter inhoud. Bij de Fiat is dat een 76 kW (103 pk) leverende zestien-klepper. Deze motor geeft de auto aansprekende prestaties. De Brava spurt in 11,4 seconden naar de 100 en gaat waar dat mogelijk is door tot 185 km/h. Daarbij produceert hij een geluid dat de sportieve rijder inspireert, maar dat voor degene die daarvoor geen auto koopt toch niet storend is. De motor is gekoppeld aan een (zeker voor Italiaanse auto's) ongekend goed schakelende vijfbak. De pook laat zich met grote snelheid door het versnellingspatroon jagen. Alleen bij langzaam schakelen van één naar twee is een iets verhoogde druk nodig. De koppeling pakt direct en soepel op. Daardoor is de Brava in de praktijk een auto waarin het rijden nauwelijks enige gewenning behoeft. Ook de achtkleps-motor van de Mégane is er een van de betere soort. Hij levert met 66 kW (90 pk) wat minder vermogen dan de Brava-motor, maar daar is in de praktijk weinig van merkbaar. Hij blijft met 11,5 seconden naar de 100 maar iets achter bij de Fiat en ook de topsnelheid is met 183 km/h nauwelijks lager te noemen. Daarbij is de motor duidelijk stiller dan zijn concurrent. Ook de versnellingsbak van de Mégane schakelt goed, zij het dat de fabrikant voor een nogal korte overbrengingsverhouding heeft gekozen. Daardoor moet er veel geschakeld worden. De koppeling van de Mégane pakt wat later op dan in de Brava, maar heeft een goed te bepalen aangrijpingspunt.

Easy=half-automaat
Overigens wordt in de loop van het jaar ook het zogenaamde Easy-systeem leverbaar. Dit systeem, dat we hebben getest bij een Renault Twingo, houdt in dat de bestuurder bij het schakelen alleen maar het gaspedaal iets hoeft op te laten komen, waarna er geschakeld kan worden. Voor de duidelijkheid: er hoeft dus niet meer ontkoppeld te worden. Het bedienen van koppeling gebeurt d.m.v. een elektromotor die aangestuurd wordt door een druksensor in de versnellingsbak. Een systeem dat in de praktijk perfect werkt. Op verbruiksgebied zien we wel enige verschillen. De Mégane kwam met 1 liter gemiddeld 11,1 kilometer ver, terwijl de Brava pas met 1 liter per 10,7 kilometer genoegen nam. Comfortabel contra sportief Het onderstel van de Brava is een oude bekende. De 2,54 m wielbasis werd al gebruikt bij de Tipo en sindsdien is hij gebruikt voor tal van produkten uit de Alfa Romeo-, Fiat- en Lanciastallen. Door het wijzigen van de veer- en schokdemperafstellingen wordt voor elke auto het juiste onderstel-karakter verkregen. In vergelijking met de Bravo is de Brava wat comfortabeler afgesteld. Toch is het onderstel in vergelijking met de Mégane nog vrij stug. In combinatie met de lekker directe besturing kan de auto met hoge snelheden door de bochten gegooid worden. Een dynamisch wagentje, die Brava. Wel moet gezegd worden dat de besturing wat vaag is. Er zijn auto's binnen het Fiat-concern waar meer gevoel in het stuur geboden wordt. Wanneer de Brava wat te enthousiast de bocht ingestuurd wordt en onverwachts van het gas gegaan moet worden, blijft hij verrassend neutraal. Onervaren bestuurders zullen hem dan ook makkelijk in de hand houden. De auto remt strak en vertrouwenwekkend. Zoals gezegd is het onderstel van de Mégane meer op de comfortzoekende automobilist afgesteld. Oneffenheden worden met het grootste gemak geabsorbeerd. Door de wat slappere demper/veercombinatie helt hij wat meer over, maar de auto breekt later uit dan de Brava. In dat laatste geval is hij wat minder vergevingsgezind tegenover de bestuurder, hoewel niet in beangstigende mate. Bovendien heeft de Mégane wel lekker veel gevoel in het stuur. Voorts is de auto voorzien van een uitstekende rem-installatie. Kortom, twee goede onderstellen voor twee doelgroepen.

Comfort
Wanneer je voor het eerst in de Fiat stapt, kijk je met verbazing naar het prachtige dashboard. Nog nooit heb ik in een middenklasser zo'n fraai dashboard gezien. Fraaie welvingen boven het dashboardkastje, een bolle middenconsole met standaard autoradio en halfronde, duidelijk af te lezen meters onder de eveneens halfronde overkapping. En het mooiste van dit alles is dat het niet ten koste gegaan is van de functionaliteit. De zitpositie achter het stuur met standaard airbag is eveneens goed te noemen. Puntje van kritiek is het wat korte zit- >

Plus- en minpunten
FIAT BRAVA
+ Standaard airbag + Goede prestaties + Uitstraling + Prima wegligging - Lichte besturing - Slecht achteruitzicht - Hoog verbruik

RENAULT MÉGANE
+ Comfortabel + Stille motor + Prima wegligging + Flinke actieradius - Geen startblokkering - Afwerking details minder goed - Geen standaard airbag vlak van de stoel. Fiat heeft overigens verbetering beloofd. Verder is de ruimte zowel in breedte als hoogte goed, zelfs met het als extra gemonteerde schuifdak. Door dit laatste houdt de hoofdruimte achterin echter niet over. Zonder schuifdak is deze echter ruim voldoende. De bagageruimte is riant en kan uitgebreid worden door een in delen neerklapbare achterbank. Bij de afwerking viel maar één minpuntje op in de vorm van een te kort afgesneden rubbertje bij de ruitesproeierhandel.

Huiselijk
Hoewel het interieur van de Mégane na dat van de Brava wat minder overkomt, kan het in vergelijking met de concurrentie best apart worden genoemd. Op het dashboard en in de rest van het interieur komt de ellips weer terug. In combinatie met de gebruikte bekledingstoffen creëert het de huiselijke sfeer die Renault eigen is. Het dashboard is duidelijk en de meeste knoppen zitten binnen handbereik. Alleen de knop voor de achterruitverwarming zit nogal ver van de bestuurder af. Zowel voorin als achterin is de auto marginaal ruimer dan de Fiat. De kofferruimte valt echter iets kleiner uit, maar is ook uit te breiden door een in delen neerklapbare achterbank. Minpuntjes in de afwerking vielen te noteren in de vorm van een los scharnier van de achterbank, een los zittend derde remlicht en een rammeltje in het dashboard.

Compleet
De ELX is de meest luxe Bravauitvoering die Fiat in combinatie met de 1.6 motor levert. De testauto zat dan ook goed in de spulletjes. Zaken als elektrisch bedienbare spiegels en ramen (voor en achter), centrale portiervergrendeling, kaartleeslampjes, autoradio, lichtmetalen velgen, toerenteller, mistlampen en een in delen neerklapbare achterbank met drie hoofdsteunen. Alle Brava's zijn verder voorzien van stuurbekrachtiging, derde remlicht, in hoogte verstelbaar stuur en een in hoogte verstelbare bestuurdersstoel. Extra's waren er in de vorm van airconditioning en een elektrisch bediend schuifdak. De Renault Mégane RN is de basisuitvoering van de 1.6. Deze beschikt reeds over centrale portiervergrendeling met infrarood-afstandsbediening, toerenteller, kaartleeslampje, in hoogte verstelbaar stuur en een in delen neerklapbare achterbank. Bovendien was de testauto voorzien van een comfortpakket (ƒ 995,-) wat inhoudt dat de uitrusting uitgebreid is met elektrische raambediening voor, elektrisch bedienbare en verwarmbare spiegels, automatische ruitewissers, buitentemperatuurmeter, twee extra speakers en vertraagd uitschakelende binnenverlichting. Verder waren er lichtmetalen velgen en mistlampen gemonteerd.

Conclusie
Voor de twijfelaar een moeilijke keuze. Beide auto's hebben veel pluspunten en maar weinig minpunten. Voor de sportief ingestelde automobilist zou de Brava de beste keuze zijn. Comfortzoekers zijn goed af met de Mégane. De Fiat Brava is leverbaar vanaf / 29.300. De hier geteste uitvoering komt op ƒ 36.900. Renaults Mégane is leverbaar vanaf ƒ 29.995 en kost in de geteste uitvoering zonder extra's ƒ 33.545. De enige "pijn" die geleden moet worden, is dus financiële pijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen