Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor onze Knapenverenigingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor onze Knapenverenigingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1 Samuël 9).

Kis, een afstammeling van Benjamin, woont in het stamgebied van Benjamin. Hij heeft een zoon Saul, een knappe man, die bijzonder groot van persoon is (vers 1 en 2). Kis is rijk.

Als enkele van zijn ezelinnen weg zijn, draagt hij Saul op, met een vertrouwde knecht te gaan zoeken. Zij vatten hun taak ernstig op en maken een tocht van 3 dagen, maar vinden niets (vers 3 en 4, zie vers 20). Saul is bang, dat zijn vader bezorgd zal zijn over hem en de knecht en stelt daarom voor, naar huis terug te keren (vers 5). De knecht heeft echter gehoord, dat in de stad, waar ze vlak bij zijn, een profeet is, een zeer geacht en betrouwbaar man. Die zal vast wel opheldering kunnen geven (vers 6).

Saul heeft eerst bezwaar; hij wil niet met lege handen aankomen. Maar als de knecht nog wat geld blijkt te hebben, stemt hij toe (vers 7—10).

Onderweg komen ze meisjes tegen, die aan de voet van de heuvel bij de bron water gaan halen. Ze vragen aan deze meisjes, of de ziener in de stad is. De meisjes vinden het interessant, door deze vreemdelingen te worden aangesproken. Zij praten wat door elkaar. Maar Saul en zijn metgezet begrijpen toch wel, dat de profeet voor een offerfeest naar de stad is gekomen. Straks gaat hij de stad uit, voor het feest. De mannen moeten dus vlug zijn, dan zien ze de profeet misschien nog wel (vers 11—13).

Het kwijtraken van de ezelinnen is niet bij geval geschied, maar onder 's Heeren besturing. De vorige dag had de Heere immers tot Samuël gezegd: Morgen om deze tijd zal Ik een man uit Benjamin zenden. Die man moet Samuël tot koning zalven. Zijn taak zal zijn de Filistijnen weg te jagen, die het volk weer overlast aandoen. Niet alle Israëlieten zijn eender: er zijn er, die in waarheid tot de Heere schreien. Dat heeft de Heere gehoord (vers 14—16).

Nu het door de Heere genoemde uur daar is, leeft in Samuël de vraag: ie zal de Heere toch zenden? Saul en zijn gezel treden door de poort de stad binnen op het ogenblik, dat Samuël daardoor naar buiten wil gaan. Dan spreekt de Heere tot Samuël. Deze verzoekt Saul mee te gaan naar het offerfeest (zie hoofdstuk 1). Dat geeft Saul de gedachte, dat er wat bijzonders is. Hij zal daar later van Samuël wel opheldering over krijgen: de profeet weet immers ook zeker, dat de ezelinnen terecht zijn? Over de zinspeling van het laatste van vers 20 zal hij ook meer vernemen (Samuël denkt hier aan het koningschap, waar Saul nog niet van weet). Al die vreemde dingen brengen Saul tot een nederig antwoord. Samuël is daar blij mee. (zie hoofdstuk 15 : 17). De verbazing van Saul stijgt, als hij de ereplaats krijgt toegewezen en het beste stuk vlees, dat Samuël voor hem apart heeft laten bewaren, door de kok voorgezet krijgt. De genodigden vragen zich eveneens af, wat die eerbewijzen toch wel te betekenen hebben. Zij weten niet, dat hun toekomstige koning daar zit. (vers 22—24). In de stad teruggekomen, hebben Samuël en Saul nog een gesprek om elkaar beter te leren kennen. Saul mag op het dak slapen, waar het lekker koel is. Als de andere morgen aanbreekt, doet Samuël zijn gasten uitgeleide. Bij de grens van de stad moet de knecht doorlopen, maar Saul blijven staan: amuël zal hem Gods Woord doen horen (vers 25—27).

Vragen.

1. Heeft het bijzondere betekenis, dat in vers 1 en 2 nadrukkelijk wordt vermeld, dat Saul van Benjamin (Jemini) afstamt? (Zie Genesis 49 : 8).

4. Wat zeggen de verzen 6—10 over Sauls houding en mening ten opzichte van de man Gods en diens werk, waartoe hij door God geroepen is?

3. Waar lees je, behalve in vers 16, nog meer in de Bijbel, dat de Heere het geschrei van Israël heeft gehoord?

4. Ken je nog een geval, waarin aan een gast de slaapkamer op het dak werd toegewezen? (die kamer werd zelfs speciaal voor die gast gebouwd).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1960

Daniel | 8 Pagina's

Voor onze Knapenverenigingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1960

Daniel | 8 Pagina's