Jaarvergadering Landelijk Verband van Meisjes- en Vrouwenverenigingen der Gereformeerde Gemeenten

Het was prachtig weer, 1 juni, zodat de talrijke bezoeksters al een prettige tocht achter de rug hadden voor ze om ongeveer 10 uur de kerk in de Boothstraat te Utrecht binnenstroomden.

Het was goed waar te nemen, dat onze landdag steeds meer in de belangstelling komt te staan, vooral ook waar te nemen bij de oudere dames, de z.g. Vrouwenverenigingen, hoewel de jonge meisjes ook in grote getale vertegenwoordigd waren.

De leiding van deze vergadering berustte dit maal bij ds. Elshout. Door het overlijden van onze beide voorzitters, ds. Verhagen en de heer T. Molenaar en de ziekte van de tegenwoordige voorzitters ds. H. Rijksen en de heer K. Brouwer, waren wij genoodzaakt naar een andere leider uit te zien. Ds. Elshout was direct bereid de leiding op zich te nemen — tussen haakjes, we mogen wel zeggen tot volle tevredenheid — en zijn medeleven en hartelijkheid heeft ons bijzonder getroffen.

Ook misten we onze organist, verslaggever enz. De heer Hoogendoora was door een reis verhinderd aanwezig te zijn en zodoende zal het verslag van deze vergadering wel enigszins anders zijn, dan vorige jaren. We zijn zo gewend aan zijn prettige en kernachtige stijl. Gelukkig was er een prima organiste, zodat het zingen weer heel goed ging.

Opening

Ds. Elshout opende de vergadering door te laten zingen Ps. 68 : 9 en 10, las daarna de verzen 19—25 van Hebreeën 10 en ging voor in gebed.

Hij heette alle aanwezigen hartelijk welkom en merkte op, dat we onder bijzondere omstandigheden samen zijn. Onverwachts kreeg spr. de leiding, door ziekte van ds. Rijksen.

Uit ons midden worden er twee gemist. Onze ere-voorzitter ds. Verhagen is niet meer. De strijd, die in zo ruime mate zijn deel was, mag hij te boven zijn. Zijn plaats is niet te vervangen, maar we hopen, dat zijn werk in dezelfde geest voortgezet mag worden. Mogen wij elkaar tot een hand en een voet zijn.

Ook de heer Molenaar, onze tweede voorzitter is niet meer. Het werk, dat groot was en veel, had de liefde van zijn hart. We hopen, dat ook zijn arbeid in dezelfde geest mag worden voortgezet. Hij is de strijd te boven en dat mag ons met jaloersheid vervullen. Spr. gaat verder naar aanleiding van het gelezene uit Hebr. 10 en wel van 22—25.

Dit houdt verband met de Hemelvaart, het ingaan in het Vaderhuis met de vele woningen. De dood was verslonden tot overwinning. Laten ook wij de onwankelbare belijdenis vasthouden. Er is zoveel, dat ons aftrekt van deze belijdenis, maar Christus' bevel luidt: Zoek eerst

(Zie vervolg pag. 2)

Vervolg jaarvergadering

het Koninkrijk Gods. Laat ons die belijdenis vasthouden, ook op de plaatselijke verenigingen tot de dag van de wederkomst van Christus. De voetstappen des Heeren worden steeds duidelijker gehoord.

Het is wel eens een probleem geweest, hoe zou het kunnen, dat de elementen brandende zouden versmelten. Voor ons is dit niet zo'n probleem meer. De wetenschap is zo ver gevorderd; we horen van ruimtevaart De mens is als op het toppunt, net als in Babel. We leven als op een vulkaan. De dag nadert. Laat ons elkander opscherpen, opdat die dag ons niet zou overvallen. De dichter zingt er van: Hij komt, Hij komt Wij moeten de bijeenkomsten niet nalaten. In de eerste plaats is clat bij de prediking des Woords, maar ook het bezoeken van onze vergaderingen hoort hier bij.

Spr. hoopt, clat deze vergadering mag staan in het teken van des Heeren Woord en clat we hetzelfde geluid mogen horen, als uit cle mond van ds. Verhagen: Laat ons cle onderlinge bijeenkomsten niet nalaten.

Na dit openingswoord leest cle secr.esse de telegrammen voor, clie gezonden zullen worden aan onze Koningin, Prinses Wilhelmina, ds. H. Rijksen, mevr. Verhagen en mevrouw Molenaar.

Na cle telegrammen wordt een brief van de heer Hoogendoorn voorgelezen uit Zwitserland, wat zeer gewaardeerd wordt. Intussen zijn ds. en mevr. Zijderveld binnengekomen en worden van harte welkom geheten.

Jaarverslagen

Dan leest cle secr.esse cle notulen en het jaarverslag voor. Het was wel een droevig jaar voor ons; onze beide voorzitters en twee predikanten uit ons midden weggenomen.

Twee nieuwe verenigingen sloten zich bij ons aan, zoclat ons L.V. nu bestaat uit 44 verenigingen. Naast cle studie van Gods Woord zijn er 2216 stuks goederen gemaakt, waarmee 407 gezinnen werden geholpen. Verder werd er veel vervaardigd voor ons Kindertehuis en Hongarije, terwijl in verschillende plaatsen het bouwfonds voor een nieuwe kerk niet werd vergeten. Door op te passen en voor te lezen bij ouden van dagen tracht men nuttig te zijn voor zijn medemens. Voorwaar een mooi streven. Zo was er weer heel wat over ons verenigingsleven te horen.

Hierna kreeg de penningmeesteresse het woord voor haar jaarverslag. De algemene toestand cler kas was zorgelijk. Het eindsaldo bedroeg maar ƒ 11.39.

Beiden werden hartelijk clank gezegd. De voorz. hoopt, clat ze het werk in het komende jaar weer voort mogen zetten. Mevr. Hardon en mej. de Feijter werden met meerderheid van stemmen herkozen en beiden nemen cle benoeming aan.

Referaat van dhr. Kuijt

Hierna wordt de spreker, dc heer Kuyt hartelijk welkom geheten.

Deze laat eerst zingen Ps. 146 : 7 en spreekt dan over zijn onderwerp „De ware dankbaarheid."

Hij behandelt de geschiedenis van de tien melaatsen, clie door cle Heere Jezus waren genezen:9 joden en 1 Samaritaan. Allen onrein, alle tien verstoten uit cle gemeenschap, roepend: ezus, ontferm U onzer.

En de Ileere Jezus met innerlijke ontferming bewogen roept terug. Hij zegt: Gaat heen, vertoont uzelve cle priester. Wat heeft het voor zin, om zo naar de priester te gaan? Nog niet genezen? Wij zien hier de kracht van het wondergeloof. Zij geloven alle 10 in cle Heere Jezus; zij gaan, zij geloven clat aan hen een wonder geschieden zal. Zij werden gereinigd. Hij spreekt en het is er. Hij gebiedt en het staat er. Zij zien het, er gebeurt een wonder. Ze gaan harder lopen, er moet geofferd worden. Zij hebben met glans in hun ogen voor de priester gestaan. Deze zegt: Daar is een wonder aan jullie geschied.

Zijn deze mannen niet dankbaar geweest?

Kwam U wel eens uit een ziekenhuis thuis? Wat heeft cle Heere toch wonderlijk uitkomst gegeven. En hebt U wel eens gemerkt, hoe gauw die dankbaarheid weg is? De grootste vijand van cle dankbaarheid is de gewoonte.

Negen melaatsen zijn thuis gebleven. Hun vrouw was arm, cle kinderen waren ondeugend. Misschien hebben ze wel gezongen: 'k Zal met mijn ganse hart Uw eer, vermelden Heer.... Maar het sleet weg. 't Was geen ware dankbaarheid.

Was dat het einde? Nee, een van hen, ziende dat hij genezen was, keerde weder. Wie was dat? De Samaritaan.

Deze man kon niet naar de tempel. Omdat voor hem in cle weg der wet geen reiniging te vinden was, keerde hij weder om God te verheerlijken. Hij merkte achter deze gave, de Gever. Hij moest terug; hij kon de reiniging niet vinden in de wet. Hij gaat terug naar de voeten van de Heere Jezus en hij erkent Hem als zijn Meester. Dat is de ware dankbaarheid.

De Heere Jezus is bedroefd. Zijn er niet tien genezen en waar zijn de negen?

Waarin zoeken wij onze zaligheid? Voor deze man was er maar één toevlucht, één weg des behouds. Die weg was Christus. In Christus geldt voor deze man in den gelove: Ik zal hen in mijn huis en binnen mijn muren een plaats en naam geven, beter dan der zonen en cler dochteren; een eeuwige naam zal ik een ieder van hen geven, die niet uitgeroeid zal worden.

Hierna laat spr. nog zingen Ps. 119 : 10. Gezien de aandacht, kunnen we wel zeggen, clat er met grote belangstelling is geluisterd en het dankwoord van ds. Elshout was hier dan ook zeker op zijn plaats. Vragen over dit onderwei-p konden schriftelijk worden gesteld en in cle pauze ingeleverd. De voorz. laat nog zingen Ps. 11S : 1, 7 en 8, terwijl ondertussen wordt gecollecteerd.

Pauze

In de pauze kunnen goederen worden bezichtigd, die door Lisse zijn vervaardigd ten bate van Gouda. Eveneens zullen lunchpakketten en pakjes stroopwafels te koop worden aangeboden door jongelui uit Gouda.

De heer Kuyt sloot de morgenvergadering met dankgebed.

Om kwart voor twee opende ds. Zijderveld cle vergadering met te laten zingen het 7e vers van Ps. 27 en gebed. Hierna kreeg de heer Kuyt gelegenheid de vragen te beantwoorden. Er waren mooie en leerzame vragen bij, die door spr. duidelijk en tot aller tevredenheid werden beantwoord.

Ticeede onderwerp

Hierna volgt het onderwerp van mevr. Sonneveld-den Hengst, getiteld: „Zorg voor cle ouderen."

Het aantal ouderen neemt sterk toe. Sterftecijfers dalen en de statistieken verwachten omstreeks 1970 1.099.000 ouderen.

Deze ouderen zijn in alles anders clan de jongeren. Ze kunnen niet meer zo mee, ze horen er niet meer zo bij. Ze leven in een leegte om hen heen. Jongeren hebben voor hen niet meer zoveel respect als vroeger. Vroeger konden zij raad geven, terwijl ze nu raad behoeven. Er wordt steeds minder geleefd uit de gedachte van de Bijbel: aan de ouderen

alle eer bewijzen. Vroeger hadden cle oudsten de leiding.

Men vindt ze vaak lastig en clan is de ouderdom meer een vloek dan een zegen. De Prediker zegt, clat wij aan onze Schepper moeten gedenken in cle dagen onzer jongelingschap, eer de kwade dagen komen. In Prediker 12 wordt cle oude dag vergeleken met een Palestijnse winter. Het lichaam wordt afgebroken; een triest beeld van aftakeling.

Hoe helpen wij onze bejaarden, die niet bij familie kunnen zijn? Er zijn voor hen bejaarden woningen, tehuizen en verpleeginrichtingen. Het is belangrijk in de tehuizen mensen van gelijke richting bijeen te brengen; in een eigen geestelijk klimaat zullen zij zich het beste thuis gevoelen. De Ger. Gemeente heeft ook zo'n tehuis in Beekbergen.

Spreekster doet een beroep op de jonge meisjes. Er ligt zo'n prachtige taak voor hen. Ze kunnen gaan werken in een tehuis voor de bejaarden, maar ook licht brengen in de woningen der eenzaam achtergebleven bejaarden. Onze taak is: Onze naasten — ook de bejaarden — lief te hebben als ons zelf.

De voorz. zegt cle spr. hartelijk dank voor het positieve geluid, dat zij heeft doen horen en geeft nu de met aandacht luisterende schare gelegenheid vragen te stellen. Na de beantwoording hiervan krijgt mevr. Okkerse gelegenheid voor het gedicht van Willem cle Merode: „De Overgave".

Ds. Elshout zegt haar hartelijk dank voor dit korte en kernachtige gedicht. Mogen wij daar iets uit leren.

Na de rondvraag krijgt mej. W. den Hertog, onze presidente, gelegenheid om een slotwoord te spreken.

Alles is vandaag een beetje anders dan anders. We missen ds. Verhagen. Het doet ons bijzonder genoegen clat twee van zijn dochters in ons midden zijn. De Heere heeft hem welgedaan. Wij wensen U van harte toe, dat u daar rijkelijk in mag delen.

Hartelijk dankt zij ds. Elshout voor de uitnemende leiding die hij deze dag aan onze vergadering gegeven heeft en bidt hem des Heeren onmisbare zegen toe zowel voor hem persoonlijk, zijn gezin en zijn gemeente.

Zij brengt dank aan cle kerkeraad van Utrecht voor het gebruik van het kerkgebouw, de koster, die de hele dag trouw heeft klaar gestaan om te helpen, waar hulp nodig was. Hartelijk spreekt ze mevr. Sonneveld toe, verhalend, hoe zij het voorrecht heeft gehad haar ouders tot het laatst te mogen verzorgen.

We leven tussen Hemelvaart en Pinksteren. Wat is het een voorrecht dat cle Heere Jezus met Zijn voorbidding bij cle Vader tussen treedt voor Zijn volk, om voor ons te bidden. Wij hebben de Heilige Geest nodig. We moeten eerlijk tegen elkander zeggen: We konden wel eens in een veel gevaarlijker tijd leven clan wij ons bewust zijn.

Het is zo'n voorrecht, als we geborgen mogen zijn, voor tijd en eeuwigheid. De Heere roept in Zijn Woord; Wie slecht is, kome herwaarts.

Dit wens ik U van harte toe: een biddend leven.

Onze presidente laat nog zingen Ps. 25 : 2 en 3.

Daarna verzoekt ds. Elshout nog staande te zingen Ps. 122 : 3 en sluit hij cleze vergadering met dankgebed.

Het L.V. mag terug zien op een aangename, maar bovenal op een leerzame dag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen