Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gemeente in de wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gemeente in de wereld

V Gedachten over wederkerige assistentie.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een groep woest uitziende inboorlingen op een rotskust in de tropen, wenkend en zwaaiend onder de palmbomen aan de o verk van het water en op de kust van het vasteland van Europa een aantal beschaafde goed geklede heren die de roep vernome hebben en zich vol ernst klaarmaken om zich in te schepen naar overzee. Dat is te zien op een van de prachtige afbeeldingen uit boek van Dr. J. H. Enklaar „Kom over en help ons", dat opstellen bevat over de Nederlandse zending in de 19e eeuw.

De Macedonische neger wenkt

Het plaatje laat zien well< beeld men nog niet zo erg lang geleden iiad van de zending. Er zijn in de vorige eeuw heel wat tekeningen gemaakt op het thema Kom over en help ons!, met wuivende zendelingen die in een sloep naar de wal komen gevaren, in antwoord op de , , Macedonische" neger, die met de palmtak wenkt. In 1976 kon Isaac da Costa nog dichten:

Thans komt in alle richting De noodkreet tot Euroop. En 't Woord der Godsrijkstichting Neemt uit het West zijn loop.

Bewogen door de nood van het heidendom en in gehoorzaamheid aan het , , zendingsbevel" Gaat dan heen. . . (Mat. 28) zijn niet weinigen uitgegaan vanuit het christelijke westen naar de ongekerstende volken overzee.

Zo is het eigenlijk tot voor kort gebleven: zending was wat wij vanuit Europa overzee deden. Het ging steeds om het zenden van mensen en middelen van hier naar het oosten en zuiden. Het Woord , , neemt uit het West zijn loop".

Wij krijgen er pas achteraf oog voor hoezeer in dit eenrichtingsverkeer zending en kolonialisme waren verstrengeld. Zendingswerk kon maar heel moeilijk worden losgezien van de uitbreiding van de westerse cultuur met alles wat daarin mee kwam.

Meewarig glimlachen over het beperkte zicht van vorige generaties is gemakkelijk, maar getuigt van weinig historisch besef. Als kinderen van hun tijd hebben eerdere geslachten, binnen de kaders van hun mogelijkheden en in de gegeven verhoudingen van toen, de zendingsroeping uitgevoerd. Dikwijls met volle inzet en in grote liefde. Daarom blijven wij met diep respect spreken over de zendingsperiode die achter ons ligt, ook wanneer wij moeten zeggen dat het zendingsbeeld van die tijd niet langer past op de huidige werkelijkheid en - wat belangrijker is - vanuit de bijbel gezien op zijn minst eenzijdig is.

Van zendingsveld naar zelfstandige kerk

Vanzelfsprekend zijn de eerste zendelingen naar Indië niet uitgegaan op uitnodiging van een kerk overzee. Toen omstreeks 1915 zendeling A. A. van de Loosdrecht werd uitgezonden was er nog geen kerk in Torajaland. Vanuit een kleine zendingspost werd het werk aangepakt.

Een uitgestrekt zendingsveld wachtte op een bearbeiding die vanuit het hoofdkwartier in Nederland werd begeleid en gecoördineerd.

Dat is nu, na bijna zeventig jaar wel even anders geworden. De kleine zendingspost is uitgegroeid tot een grote zelfstandige kerk.

De Torajakerk die momenteel meer dan 200.000 leden telt, bepaalt al jaren haar eigen beleid. De relatie met de GZB is op basis van gelijkwaardigheid. We spreken daarom liever van zusters dan van moeder en dochter, wanneer we deze relatie omschrijven. Niet langer worden onze theologische en liturgische gedachten zondermeer overgenomen en toegepast. Sinds kort heeft de Torajakerk haar eigen belijdenis, welke geboren is uit de eigen worsteling om de boodschap van de bijbel in de contekst van Torajaland te verstaan en daarvan getuigenis te geven naar buiten toe.

Ongevraagd wordt nooit hulp geboden. Het gaat vrijwel altijd om assistentie wanneer de kerk deze zelf nodig acht en erom vraagt. Dat betekent ondermeer dat de GZB niet eerder dan op verzoek van de kerk overzee zendingsarbeiders gaat werven.

De consequentie is dat - anders dan bij veel geloofszendingen - geen werk bij mensen, maar omgekeerd mensen bij het werk, worden gezocht. Soms een lange weg, maar wel juist en noodzakelijk, wanneer wordt uitgegaan van de zelfstandigheid van de kerk overzee.

De assistentie die wordt verleend is er met name op gericht de kerk bij te staan in haar roeping om het Evangelie in haar eigen omgeving uit te dragen. In vrijwel alle landen van de wereld verricht de zending zijn arbeid vanuit een reeds bestaande kerk die, hoe klein ook, zelfstandig is en haar eigen zendingswerk heeft. Dit wijst er wel op hoe de kerk in alle werelddelen is uitgezaaid.

Ontkerstening in de westerse wereld

Er kan met recht gesproken worden van het einde van het oude zendingstijdperk. Na de tweede wereldoorlog is de koloniale tijd voorgoed voorbij; er groeit een nieuw en krachtig zelfbewustzijn in de staten en kerken van de derde wereld.

Tegelijk komen de kerken in Europa in een geweldige crisis terecht. Eeuwenlang was het christendom in het westen dominerend en zette het zijn stempel op het leven van de mensen. Nu zijn de kerken minderheden geworden in een maatschappij die in snel tempo ontkerstent. Tallozen keren de kerk de rug toe en vervreemden van het Evangelie in een samenleving die gekenmerkt gaat worden door angst, moedeloosheid en zelfs wanhoop.

Prof. Verkuyl vertelt van een Engelse zendingsarbeider die tijdens een verlofperiode de schok onder woorden brengt die hij ervoer bij terugkeer op het thuisfront: , , ln vroegere dagen betekende verlof een zich tijdelijk terugtrekken van het, , zendingsfront" op het thuisfront voor rust en herstel van krachten in een hartelijke omhelzing aan het hart van het christendom: het Westen. Het christendom heeft geografisch gesproken geen hart meer en thuiskomen heeft meer van een ijzige schok dan van een hartelijke, warme omhelzing".

Langzaam dringt het tot ons door dat de oude verdeling tussen de „christelijke wereld" en de niet-christelijke wereld niet langer opgaat. Heel de wereld is zendingsterrein geworden, inclusief ons Nederland. Wanneer Da Costa zijn , , zendingslied" vandaag had moeten componeren, zou het stellig anders van toon en inhoud zijn geweest dan zijn 19e eeuwse dichtwerk. HetWoord neemt niet langer „uit het West zijn loop". Integendeel: In Europa nemen de aarzeling en de onzekerheid van de kerken ten aanzien van de zendingsopdracht toe, terwijl het Woord in landen van de derde wereld dikwijls verrassend zijn loop heeft: velen worden gedoopt en treden toe tot de gemeenschap van de kerk. In bepaalde gebieden van Afrika en in de landen als Brazilië en Japan is zelfs sprake van een explosieve groei van het aantal christenen. Daar een levende kerk, groei, christelijke gemeenschap; hier een kerk die door polarisatie verscheurd en onmachtig is, afbrokkeling en voortgaande versplintering in partijschappen en groepen.

Nog eens: Kom over en help ons!

Het is in deze situatie dat de roep Kom over en help ons I opnieuw over het water klinkt. En wel in omgekeerde richting. Nu de beweging van het eenrichtingsverkeer dreigt te stokken, komt een beweging van overzee naar hier op gang. Dat betekent niet dat de tijd dat de (jonge) kerken onze hulp ontvangen voorbij zou zijn. Wel is de tijd gekomen dat wij in onze moeilijke situatie de assistentie van onze partners overzee steeds duidelijker nodig krijgen.

De kerk in het westen staat in de tachtiger jaren voor grote uitdagingen en problemen in de uitvoering van haar taak.

Tegelijk staat zij nog onwennig als minderheid temidden van een aggressiever wordende samenleving, die de normen van Gods geboden steeds meer openlijk venwerpt. Hoe dient onze houding te zijn? Op welke manier moet het Evangelie vandaag worden doorgegeven? Hoe bereiken wij de kwart miljoen moslims in ons land?

Er moet eerlijk worden toegegeven dat de gemeenten in alle delen van onze kerk weinig werfkracht en missionaire bezieling laten zien. De verlegenheid is groot. Er is een gebrek aan levensstijl in de kerk, waardoor veel jongeren en randkerkelijken nog verder vervreemden.

Kerken uit de derde wereld zouden ons in menig opzicht kunnen helpen. Weet b.v. de kerk in Indonesië niet vanuit een ervaring van jaren hoe te leven als minderheid in een min of meer vijandige omgeving? Gaan christenen in Indonesië, waar de bevolking voor 90 procent islamitisch is, niet dagelijks met moslims om? Onze partners overzee zouden ons vanuit datgene wat de Heilige Geest hun aan gaven en inzichten geschonken heeft nieuwe wegen kunnen wijzen en methoden aan de hand kunnen doen om in de crisis van ons ontkerstende en ontredderde Europa mensen in eenzaamheid en nood met het Evangelie te bereiken.

Leren te ontvangen

Van onze kant is nodig de bereidheid om niet alleen te geven, maar ook te ontvangen.

Wanen wij ons in het westen niet diep in ons hart altijd nog superieur? Door veel te geven kan dit gevoel nog eens versterkt worden. Het dringt maar moeilijk tot ons door dat wij on? in een crisis bevinden, waarin wij broederlijke hulp zo nodig hebben.

Van ons wordt een open en ootmoedige houding gevraagd; het besef als kerken hier en elders deel uit te maken van de ene wereldkerk, waarin gedeeld wordt wat God aan elk van de leden van het lichaam van Christus geschonken heeft. Met het oog op de ene, gemeenschappelijke roeping: overal, te beginnen in de eigen omgeving, de grote daden van God in Christus bekend te maken. In een wereldwijd verband is iedere gemeente, waar ook ter wereld, een zendingspost, zoals iedere christen een zendeling is, een ieder op zijn plaats en samen gericht op het Koninkrijk dat komt.

In het volgende artikel zullen we aan de hand van bijbelse gegevens tot onze verrassing ontdekken hoe vanzelfsprekend en krachtig deze patronen functioneerden in de relatie tussen gemeenten ten tijde van de apostelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982

Alle Volken | 16 Pagina's

De gemeente in de wereld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982

Alle Volken | 16 Pagina's