Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPEN VENSTEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPEN VENSTEREN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

...... hij nu had opene vensteren tegen Jeruzalem aan...... Daniël 6:11.

De wereld heeft de val klaar voor Daniël en zijn vrienden. Men heeft geen enkele fout bij den zeer gewenschten man kunnen vinden. Hij was getrouw in al zijn werk. De vreeze Gods leidde hem. Als het dan niet in zijn werk kan, dan zullen ze het op een andere wijze probeeren, namelijk in zijn godsdienst.

De duivel is vindingrijk om van het Woord Gods en Zijn bevel af te leiden en heeft daartoe voldoende hulpmiddelen. Wanneer ze Daniël in zijn gebedsoefeningen kunnen storen, dan zal het gewonnen zijn. Daarom het bevel om geen ander iets te mogen vragen in den tijd van dertig dagen, dan aan den koning.

De val staat klaar en is listig duivels gezet.

Is het anders in dezen tijd? De duivel gaat nog rond als een brieschende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden. Hij heeft alles mee van de wereld en kan het niet met geweld, dan met list.

We hebben den tijd van barbaarsch nationaalsocialisme gehad, dat met bruut geweld den strijd tegen de Goddelijke waarheid aanbond, doch wat is er voor in de plaats gekomen? Het zeker niet minder gevaarlijke humanisme, dat eveneens een strik in de hand des duivels is om tegen God en Zijn kerk te strijden. Misschien gevaarlijker nog dan het nazidom, wijl het meer zachter zich aandient. O, welke gevaren dreigen er voor onze jonge menschen midden in een wereld, die ondergaat in de zonde, en mèt godsdienst. Ge kunt dansen, bioscoop gaan, voetballen enz., mèt Godsdienst.

Dat is het gevaarlijke van hetgeen nu wordt voorgezet. Laat nog staan, hetgeen Rome doet. Met alle macht tracht het zielen te winnen, visschen als het doet in het troebele water van den na-oorlogschen tijd. O, dat onze jonge menschen verwaardigd mochten worden te letten op de gevaren, die dreigen.

Hoevelen worden meegesleurd met de gifstroom van deze verraderlijke macht. Ons vleesch is er voor te vinden. Het is aantrekkelijk voor onze natuur. Wat deed Daniël in den tijd, waarin hij leefde? Hij zocht zijn bidvertrek als voor dezen, zoo staat er in het slot van dit vers. Hij was een bidder en hij bleef een bidder, ten spijt van de vijanden. Zoo verheerlijkt de Heere Zijne genade door Zijn volk aan Hem te doen verbonden blijven.

Bidden; neen dat wordt niet geleerd op een Vereeniging, noch van een vader of moeder of een leeraar. Dat kan niet worden nagedaan, al wordt er veel nageaapt. Bidden leert de Heere Zijn volk. Paulus had als Saulus trouw Zijn plichten vervuld, doch toen hij in de straat, genaamd de Rechte lag, zei God van hem, dat hij bad. O, dat de Heere bidders doe geboren worden. Daar hebben we zoo groot gebrek aan. Dat er onder onze jonge menschen geboren worden, die van God geleerd blijken te zijn. Jonge vrienden! Buigt Uw knieën in den ontzaglijken strijd des levens en in al de stormen, temidden waarvan ge verkeert en vraagt of de Heere U bidden leert, zooals Hij dat Zijn volk leert.

Daniël had opene vensteren tegen Jeruzalem aan. Jeruzalem, waar de Heere Zijn woonplaats had en dat hij te midden van den druk en de verstrooiing niet kon vergeten. De kerk is verbrokkeld en ligt verdeeld als de beenderen aan den mond des grafs. Evenwel, de kerk is en blijft een pilaar en vastigheid der waarheid. Aan haar heeft de Heere de woorden Gods toebetrouwd. Dat onze jongens toch de kerk niet vergeten. Daar heeft de Heere de ambten gegeven, opdat Hij daardoor Zijn kerk zou besturen, gebonden aan Zijn ordinantiën.

Niet naar eigen willekeur, doch naar de wet van Zions gezalfden Koning.

Gebonden aan de Kerk, waarvan de eigenschappen als de ware kerk gegeven zijn in onze belijdenis.

Dat heilige ijver voor die kerk in het hart van de jonge menschen werd gelegd, om te midden van den afval en het verlaten van het Woord van God pal te staan en dat volk van God, dat toch alleen de ware kerk uitmaakt, hoog te achten. Luister naar den raad en de vermaning van dat volk, dat de Heere begiftigde met rijke genade om Hem te kennen, Die de weg, de waarheid en het leven is. De vensteren open naar Jeruzalem, dat geve de Heere ook aan Zijn volk, opdat de Geest der genade en der gebeden worde uitgestort en Zion in weeën gezet worde opdat dat verwoeste Jeruzalem worde gebouwd.

Dat het volk van God de Jeugd der gemeente drage op het hart en meeneme aan den troon der genade.

Het is ònze jeugd, de jeugd der gemeente, het zaad der kerk. Dat de Heere Zion bouwe met Zijn krachtige hand.

Vervolgens wordt ons van Daniël vermeldt de regelmaat van zijn bidden. Driemaal daags. Hij kreeg genade om zijn bidden niet te laten om de vriend der wereld te zijn. Hij schaamde zich niet den God der vaderen. Hij kon niet anders dan smaad en hoon, verdrukking wachten op zijn handelen.

Maar het deerde hem niet. God was hem meer waard dan de vriendschap en de eer der wereld. Hoe zwaar valt het ons om een zuur gezicht te verdragen terwille van onze belijdenis. Wat laten we spoedig ons bidden, wanneer we verkeeren te midden van een niet aan ons conformeerend gezelschap.

Wat zitten we vol met valsche schaamte. We laten God, voor wat Hij is, als we er smaad en hoon voor krijgen.

Mijn jonge vrienden! dat de Heere ons die genade schenke om ons niet te schamen onze afkomst en waar we bij behooren. Van christelijk en onchristelijk zult ge gesmaad worden, maar weet dat de eer van menschen tijdelijk is en dat de duivel U probeert gevangen te houden in zijn garen, doch dat de eer des Heeren van eeuwige waarde is en de Heere zelf zegt: „Die Mij eeren, zal Ik eeren".

Vraagt om genade om te mogen wandelen in getrouwheid te midden van een wereld die in het booze ligt.

Eindelijk lees ik van Daniël dat hij op de knieën bad. Dat is een vorm, zoo zeggen we. Evenwel teekent het de gestalte des harten, wanneer in waarheid gebogen wordt. Zeker, we moeten ons wegschamen voor God, als onze vorm, welke dan ook, niet mèèr is dan vorm. Waar zwerven onze gedachten menigmaal als we onze knieën buigen. Maar dat waarachtig buigen van de knieën des harten is aan Gods Volk toch niet vreemd.

O, dat in ootmoed voor God bukken schenke de Heere ons allen te samen.

Wat zijn we voor God en voor elkander? Betaamt het ons niet om te dier oorzake de laagste plaats in te nemen? Dat de Heere ons daarmede verwaardige.

Hij doe een geslacht geboren worde dat niet in hoogheid des harten wandele.

Daar liggen we zoo voor bloot, want we willen van nature als God zijn.

Daarom, vernedering schenke ons de Heere, al is dat niet naar den vleesche.

Dat we verwaardigd werden om open vensteren naar Jeruzalem te ontvangen.

Dat geve de Heere aan Zijn volk te midden van alle druk en leed, vervolging, hoon en smaad. Dat de Heere ons verleene driemaal daags de opperzaal te zoeken en Zions steen herbouwd worde uit het stof en de wereld beschaamd worde door dien God, Die Zijn volk zich verkoor om Zijn lof te vertellen. En Zijn eere klimt alleen uit het stof der verootmoediging. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1946

Daniel | 8 Pagina's

OPEN VENSTEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1946

Daniel | 8 Pagina's