Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Augustinus beïnvloedde Mosellanus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Augustinus beïnvloedde Mosellanus

Kerkhistorische persoonlijkheden in het Moezeldal

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na bisschop Paulinus van Trier (4de eeuw) en kardinaal Nicolaus Cusanus (15de eeuw), is Petrus Mosellanus (1493-1524), geboren in het Moezeldorpje Bruttig (zon 6 km van de stad Cochem) opnieuw een figuur uit het Moezeldal, die onze aandacht verdient. In Bruttig dragen een school en een hotel zijn naam. Mosellanus naam was oorspronkelijk ook gewoon Duits: Peter Schade, maar tijdens zijn wetenschappelijke opleiding koos hij voor de nieuwe Latijnse achternaam Mosellanus, die zoveel betekent als van de Moezel (of: Moezelman). Zijn optreden valt precies in de tijd van Luther en Melanchthon, met wie onze hoofdfiguur ook in direct contact heeft gestaan.

Geboren in een tamelijk arm gezin dat rond moest komen van de (vaak wisselvallige) opbrengsten van de wijnbouw, bleek de opgroeiende Peter een helder verstand te hebben. Zijn familie achtte het raadzaam de jongen een zo goed mogelijke opleiding te laten volgen. Dat gebeurde niet alleen in Bruttig, maar zo gauw het kon ook iets verder van huis, namelijk in Luxemburg. Limburg en Trier.
In 1509 begon hij zijn studie aan de universiteit van Keulen, waar hij zich onder zijn docent Johannes Caesarius bekwaamde in het Grieks. De bekostiging van zijn studie vond deels plaats met steun van zijn grootvader (Johann Schade te Cochem) en voor een ander deel met behulp van de Bursa Montana, een strenge instelling die zich via de stichter, de theoloog Hendrik van Gorcum (1386-1431) die ooit in Keulen diende als rector van de Latijnse School, en die zijn Bursa exclusief had bestemd voor de bevordering van de scholastieke theologie van Thomas van Aquino.
Door een vriend overgehaald om in het Saksische Freiberg te komen lesgeven in het Grieks, verhuisde de jonge Petrus Mosellanus naar het oosten van Duitsland en legde zich daar – naast het lesgeven – toe op de studie van het Latijn. In 1515 vertrok hij naar Leipzig om daar in 1517 de leerstoel Grieks over te nemen van zijn leermeester de Engelse Erasmiaan Richard Crocus.
In precies dezelfde tijd dat Maarten Luther zich in Wittenberg meer en meer tegen de aflaathandel verzette en intussen zijn colleges over Paulus’ Brief aan de Romeinen had gehouden, hield Petrus Mosellanus in het naburige Leipzig ook lezingen over de brieven van Paulus; daarin legde hij accenten die onmiskenbaar beïnvloed waren door de theologie van de ‘kerkvader’ Aurelius Augustinus. Hierbij is het van belang erop te letten dat Luther zich ook vaak op Augustinus beriep.

Geen traditionele denker
Mosellanus was beslist geen traditioneel denker, zodat de vraag opkomt of hij zich zou aansluiten bij de door Luther ingezette hervorming van kerk, theologie en onderwijs. Hij had bij zijn aantreden als professor in Leipzig een warm pleidooi gehouden voor een degelijke kennis van de grondtalen van de Bijbel; daartoe rekende hij niet alleen Hebreeuws en grieks, maar ook het Latijn (van de Vulgaat).
Anders moest men niet aan de theologische faculteit worden toegelaten, meende Mosellanus.
Op dit punt ontstond fel verzet tegen deze ideeën, maar hij vroeg en kreeg onvoorwaardelijke steun van niemand minder dan Erasmus zelf.
Ook wist hij zich gesteund door christenhumanisten als Johann Reuchlin, Ulrich von Hutten, Philippus Melanchthon en Willibald Pirckheimer, met welke geleerden hij op gezette tijden correspondeerde.

Mosellanus of Melanchthon?
Petrus Mosellanus hield zich in 1517/18 eerst nog op afstand van de Wittenberger ontwikkelingen, al gaf hij er zo nu en dan blijk van te willen weten wat de kern van de zaak daar was. Maar hij was in die tijd juist bezig met het schrijven van een pedagogisch geschrift de Paedologia in puererum usum conscripta, een verzameling didactische gesprekken, zoals Erasmus als prins der humanisten zelf zijn Colloquia had geschreven. Het werk van Mosellanus kreeg al spoedig aandacht, ook in de Nederlanden: in 1519 kwam het te Antwerpen van de drukpers bij Michael Hillen van Hoogstraten (en nog in 1906 verscheen een heruitgave in Berlijn!).
Toen Mosellanus zich in Leipzig wilde bezighouden met de exegese van het Nieuwe Testament ondervond hij veel tegenwerking. Hij was toen bereid om naar Wittenberg te vertrekken.
Na contact met Luther beval deze hem aan bij Georg Spalatinus, de ambtelijke secretaris en hofprediker van keurvorst Frederik de Wijze. Maar de landsheer gaf de voorkeur aan Philippus Melanchthon. Deze werd op 21-jarige leeftijd professor in het Grieks te Wittenberg.

Dispuut te Leipzig 1519
Mosellanus is nauw betrokken geweest bij het dispuut van Leipzig. Hij wam met name in beeld toen hij – als representant van de Leipziger universiteit – op verzoek van de Saksische hertog Georg-met-de-baard deze officiële disputatie tussen de Wittenberger professoren Karlstadt en Luther en dr. Johann Eck uit Ingolstadt mocht openen. Zijn redevoering had een schijnbaar neutrale klank; hij sprak over de juiste manier van disputeren over theologische thema’s.
Maar eigenlijk bedoelde Mosellanus toch wel kritiek uit te oefenen op de scholastieke manier van redeneren (zoals de aanhangers van Thomas van Aquino graag deden), waarin men tot in de fijnste finesses doorredeneerde om vooral de tegenstander toch maar klem te zetten of – wat nog mooier was – hem tot een bekentenis te dwingen.
Dr. Eck was juist daarin goed! Hij had er een soort sport van gemaakt – en wellicht als symbool daarvan had hij op het dispuut een zweepje bij zich. Luther, die ook wel zijn mannetje stond, droeg een bloem waaraan hij zo nu en dan even rook. Is de bloem hier een symbool van eenheid en vrede?Verschillende dispuutbezoekers irriteerden zich aan deze symboliek.
Mosellanus stelde in zijn in het Latijn uitgesproken openingsrede dat de deelnemers zich vooral op een waardige manier moesten uitdrukken. Boze woorden, scheldpartijen, valse beschuldigingen en dergelijke hoorden daar niet thuis. Ook moest men zuiver-theologisch bezig zijn en zich niet wapenen met filosofische argumenten.
Dat laatste was een beperking die tendeerde in de richting dat men alleen op grond van de H. Schrift mocht oordelen. Mosellanus bedoelde ermee dat men zich in veel moeilijke zaken terughoudend moest opstellen; men moest het verstand niet over de Schrift laten heersen. De openingszitting werd afgesloten met het zingen van de bede ‘Veni Creator Spiritus’.

De betekenis van het dispuut van Leipzig
Het dispuut van Leipzig was voor Luther en de zijnen niet het eerste in de botsing met ‘Rome’.
Een heel belangrijk dispuut was in april 1518 te Heidelberg gehouden. Daar stond de ‘kruistheologie’ in het middelpunt; Gods genade was genoeg voor het eeuwig heil, de ‘vrije wil’ van de mens leverde niets op. In Heidelberg gingen verschillende jonge theologen (o.w. Martin Bucer) toen over tot de beweging van Luther; ze werden ‘Martiniaan’.
Het dispuut van Leipzig werd een jaar daarna gehouden: van 27 juni tot 16 juli 1519. Het vond plaats in de fraaie zaal van de Pleissenburg van de rooms-katholieke hertog George-met-de-baard. De drie disputanten, Eck, Karlstadt en Luther, hadden elk een reeks stellingen gepubliceerd.
Luther richtte zich in 13 stellingen tegen de heersende boetepraktijk en de daarmee samenhangende leer van het vagevuur; een ander thema was dat van de vrije wil (tot het goede), waarin ook Karlstadt zich manifesteerde als een anti-rooms theoloog. Luthers laatste thesen richtten zich tegen de paus en zijn kerkopvatting, iets waartegen Eck zich met zijn stellingen juist verdedigend opstelde.
Een saillant punt was dat Luther pertinent weigerde aan het dispuut deel te nemen als hij geen rechtsbescherming kreeg middels een vrijgeleide van hertog Georg-met-de-baard. De Wittenberger was op zijn hoede voor een mogelijke aanslag op zijn leven of een ontvoering die hem wel eens in Rome kon brengen.

Johannes Eck
Het was Johannes Eck er echter veel aan gelegen dat Luther – die hij niet ten onrechte als zijn belangrijkste tegenspeler zag – aan het dispuut zou deelnemen. Eck had immers genoeg bewijzen om Luther alsnog tot ketter te laten verklaren. Hij was heel zeker van zijn zaak. Daarom bewoog hij hertog Georg om Luther alsnog de gevraagde rechtsbescherming te verlenen. Het dispuut kreeg daarmee drie debaters.
Het weken durende dispuut leverde zonder meer duidelijkheid op. Waar professor Eck betoogde dat Christus voor de leiding aan de kerk op aarde een plaatsvervanger op aarde had aangesteld, stelde Luther dat hier de traditie van de pausen meer erkenning kreeg dan de Heilige Schrift. De koppeling van de sleutelmacht van de kerk aan het ambt van de paus werd ook scherp door Luther afgewezen.
Eck wist Luther uit de tent te lokken over Johannes Huss, de Boheemse ‘ketter’, die door het concilie van Konstantz was veroordeeld. Luther was slechts in beperkte zin op de hoogte van de theologie van Huss. Volgens W.J. Kooiman ging de Wittenberger in een middagpauze druk aan het zoeken naar meer bijzonderheden over Huss en toen ontdekte Luther dat de Huss een kerkbegrip leerde dat nagenoeg gelijk was aan dat van hemzelf: de kerk staat onder het gezag van het Woord van God en niet onder dat van pausen en concilies.
Toen Luther dat bekend maakte reageerde hertog Georg uiterst negatief: “Krijg de pest!”. En Eck meende dan ook te kunnen beweren dat hij het dispuut gewonnen had. Veel toehoorders, onder wie ook Mosellanus, dachten daar duidelijk anders over. Luther had immers positie gekozen door zich voortdurend op de Schrift te beroepen. En dat had indruk gemaakt.

Mosellanus schetst Luther, Karlstadt en Eck
De eerste ‘tekening’ van de persoon Luther is van de hand van Mosellanus. Hoe de hervormer eruit zag? Hij was een man van gemiddelde lengte, die, aldus Mosellanus, van alle zorgen en studies een mager uiterlijk toonde. Hij had een heldere, indringende stem. Zijn geleerdheid was groot, en zijn Schriftkennis voortreffelijk. Grieks en Hebreeuws leverden hem geen enkele moeite op.
Luther is hoffelijk en vriendelijk in zijn gesprek, hij laat geen zure en strenge opmerkingen vallen, maar is vrolijk en houdt wel van een grap. Het enige gebrek dat men hem vaak verwijt is dat hij in het bestraffen van iets nogal bijterig en agressief is. Maar voor het overige is Luther een aangenaam mens. Mosellanus waardeert hem wel.
Karlstadt komt er in de ‘tekening’ van Mosellanus heel wat minder goed uit. Hij was maar een klein manneke met een tamelijk onaangename stem en niet zo welbespraakt als Luther. Zijn geheugen was niet zo goed – maar dat kon het gevolg zijn van Karlstadts val uit de reiswagen (toen hij in Leipzig arriveerde). Maar ook was de man heel gauw toornig.
Johann Eck was een lange, grote man, met een ‘recht deutscher Stimme’, hoewel meer rauw dan duidelijk. Voor hetzelfde geld kon hij, volgens Mosellanus, toneelspeler zijn in een klassieke tragedie. Hij beschikte over een fenomenaal geheugen en – zo durfde Mosellanus wel te beweren – als hij een net zo’n groot verstand had gehad, dan was hij als grote overwinnaar uit de bus gekomen.
Maar zijn manier van disputeren was niet geschikt om andersdenkenden echt te overtuigen. Als hij merkte dat hij op een onderdeel aan de verliezende hand was, leidde hij op sluwe wijze de bespreking een andere kant op. Of hij gaf de mening van zijn tegenstander op een iets afwijkende manier weer.
De hier gegeven tekeningen zijn wellicht iets ‘gekleurd’, maar ze geven – volgens kenners- heel goed weer wat de schare toehoorders zelf ervaren heeft. Overigens is het beeld van Luther als een magere, knokige man later helemaal veranderd: vanaf het moment dat de hervormer op de Wartburg zat (en daar niet veel beweging kreeg) is de hervormer in gewicht en omvang toegenomen.
Over de afloop van het Leipziger dispuut oordeelde Mosellanus dat dr. Eck had gewonnen volgens allen die iets tegen de Wittenbergers hadden, maar die geen verstand van zaken hadden; toch moest de werkelijke triomf aan Martin Luther en Karlstadt worden toegekend.

Rooms-katholiek gebleven
Petrus Mosellanus heeft zich na het dispuut te Leipzig niet aangesloten bij de reformatorische beweging van Luther en Melanchthon. Wat hem ervan heeft weerhouden is niet echt duidelijk. Het feit dat hij al in 1520 tot rector van de universiteit van Leipzig werd gekozen (wat zich herhaalde in 1523) , kan een geslaagde poging zijn geweest om hem voor de pauselijke kerk te bewaren. Maar zijn innerlijke overtuiging moet toch ook remmingen gekend hebben ten aanzien van een keus voor de reformatie?
Het is goed denkbaar dat hij een dergelijke stap voor zich uitschoof. Immers: hoe definitief was toen de breuk met Rome? Mosellanus’ grote voorliefde voor de klassieke schrijvers – ook de vroeg-christelijke – blijkt uit de vele tekstedities die hij gereed heeft gemaakt. Het onderwijs in de klassieke talen, met name het Grieks, heeft er in Duitsland zijn winst mee gedaan.
Op 19 april 1524 overleed Petrus Mosellanus in Leipzig, 31 jaar jong. Melanchthon herdacht hem met waardering, in o.m. de volgende woorden: “Klein was hij aan levenskracht, maar groots van geest.”
We kunnen deze ‘Moezelman’ het beste een plaats geven in de kring van de christen-humanisten die – met de kritische Erasmus als grote inspirator – zich nog wat afstandelijk opstelde zowel tegenover de hoog-kerkelijke politiek van de paus als tegenover de breed-kerkelijke reformatorische beweging die zich in Duitsland manifesteerde.


De auteur, dr. H. Veldman, is kerkhistoricus.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2014

Protestants Nederland | 28 Pagina's

Augustinus beïnvloedde Mosellanus

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2014

Protestants Nederland | 28 Pagina's