Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om de rechte prediking 2.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om de rechte prediking 2.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om de rechte prediking

2.

Beheerst door de verkiezing?

In de brochure, die we bespreken, wordt een verwijt gemaakt. In de vraag boven dit artikel kunt u al zien, waarom het daarbij gaat. Het zou zo zijn, dat in “Bezinning op de Prediking” een prediking wordt voorgestaan, die beheerst wordt door de verkiezing. Graag doe ik daarbij de schrijver recht door dit verwijt net zo weer te geven als hij het zegt: “Het blijkt, dat de verkondiging van Gods eeuwige verkiezing in overwegende mate hun prediking van het evangelie beheerst”. Er wordt niet gezegd: de prediking van het evangelie wordt gehéél beheerst door de verkondiging van Gods eeuwige verkiezing, maar: in overwegende mate.

We kunnen er niet buiten aandacht aan dat bezwaar te geven. Het komt hier maar niet vragenderwijs naar voren, óf de predikanten, die zich verwant voelen met de door de schrijver bestreden prediking die kant uitgaan. Nee, het wordt hier zonder meer zo gesteld. Toegegeven wordt, dat soms -!- in de praktijk “het levende Woord door het systeem heen breekt”, maar de wijze waarop dit al gezegd beeld, dat de schrijver heeft van prediking en predikers, voor hem duidelijk is: er is een verkeerde accentuering van de verkiezing Gods. Dit bezwaar moet wel zwaar gewogen nebben. Het wordt als éérste genoemd, terwijl het daarbij gaat over een van de laatste bladzijden van “Bezinning op de Prediking”. Daarbij worden er allerlei uitdrukkingen gebruikt, die wijzen op de ernst van zijn verwijt. Ik noem er hier maar één, die in dit gedeelte wordt gebruikt “Het levende spreken van de Schrift is hier ingeruild voor een sluitend dogmatisch systeem”. Dat is dus niet gering. Dan spreekt hier ook de vrees voor de gevolgen van een prediking als door hem gesignaleerd. Zo is te verwachten: onzekerheid: ben ik wel uitverkoren?; gelatenheid: het moet een mens maar gegeven worden; onverschilligheid: wat kan ik er aan doen? Al met al geeft dat wel reden om op dit eerste bezwaar in te gaan.

Toch is dát voor mij de hoofdzaak niet, dat ik er hier apart bij wil stilstaan. Graag zou ik de schrijver willen overtuigen van de verkeerde kijk op de prediking, die hij tegengaat. Ik zal dat wel niet kunnen. De hoofdzaak voor mij is dat hier een vraagteken gezet wordt achter de evangelieprediking van hen, die begeren het evangelie van Gods genade recht te verkondigen. Recht betekent ook dat zij niet tekort willen doen aan de opdracht, die zij van hun Koning gehad hebben: predikt het evangelie alle creaturen. Dat evangelie welmenend te brengen is de lust van iedere dienstknecht, die van God geroepen is. Dat zullen ze ook niet begeren anders te doen dan dat de genade Gods de eer krijgt. Het zal mij en iedere dienstknecht aan moeten klagen, als we dat niet met alle gebrek zoeken! Daarom kan en mag ik niet aan dit verwijt voorbijgaan.

Wat bedacht moet worden

Als we hier met dit bezwaar te maken krijgen, zullen we moeten bedenken dat dergelijke verwijten door de eeuwen heen veel gehoord worden. Ze werden en worden terécht en ten onrechte geuit. Ds. De Cock kreeg van zijn voorganger in Ulrum al iets dergelijks te horen. Wellicht weet u dat dit Prof. Hofstede de Groot was, de man van de Groninger evangelische richting. Deze had van De Cock een boekje meegekregen, waarmee De Cock instemde en waarover hij het oordeel van deze professor vroeg. In dat boekje werd het herstel van de oude Gereformeerde leer als de enige redding voor ons vaderland getekend. In zijn schriftelijk antwoord verwijt Hofstede de Groot dat de schrijver wil “dat de predikanten de leer van de predestinatie-verkiezing en verwerping- op de kansel brengen en tot hét punt maken, waarin zij in hun evangelieverkondiging van uitgaan”. Daar hebt u dat verwijt dus al. Dat was geheel ten onrechte. De Cock heeft daar ook waardig op geantwoord. Tegelijkertijd echter ook laten zien dat de predestinatie wél een plaats móet hebben in de prediking. Hoe zou hij, die zo duidelijk geleerd had, dat het “enkel genade” is, als een mens zalig wordt, en dat in zijn prediking liet doorklinken, het ook anders kunnen zeggen?

Dit bezwaar is ook vaak terécht geweest en zal dat ook nu zijn. Als in de prediking de welmenende roeping verzwegen wordt of op allerlei wijze “geblokkeerd” dan is het terecht. Er zijn voorbeelden van te geven. Van predikanten, die in de prediking alleen maar oog menen te moeten hebben voor Gods kinderen en geen woord voor anderen hebben. En uiteraard ligt er heel wat tussen, wat ook niet de rechte bediening van het Woord is.

De vraag is ook wat we ermee bedoelen dat de verkiezing Gods door moet klinken in de prediking. Als men daar mee bedoelt dat de verkiezing een vast punt van uitgang is, er altijd "over“ de verkiezing gepreekt moet worden en alle teksten daaraan onderworpen, dan zullen we daar hartgrondig "nee” tegen moeten zeggen. Als men bedoelt dat in iedere preek het wonder moet spreken dat God een zondaar uit genade zaligt, dan zeg ik daar even hartgrondig “ja” op. Is de prediking naar Gods Woord zélf al niet de verkondiging van de boodschap der genade? En het is wel opvallend dat het verwijt, waarover we het hebben, ook meegereisd is met die prediking. Eigenlijk is dat zelfs niet anders te verwachten: waar genade gepredikt wordt aan arme zondaren, daar zal dit verwijt vanwege de aard van de boodschap niet achter blijven.

Graag zeg ik dus hier: dit bezwaar kan terecht zijn, maar laten we het goed bedenken of het niet geopperd wordt, terwijl men in wezen niet van zaiig-worden doorKlinKt.

Hoe het bezwaar hier is

In deze brochure wordt nu gezegd: in “Bezinning op de Prediking” is men wel voor de boodschap, die tot allen de welmenende roeping van Gods genade laat uitgaan, maar ondertussen maakt men die krachteloos door te zeggen, dat we er rekening mee moeten houden, dat de zaligheid alléén voorde uitverkorenen is. Daarbij verwijst de schrijver naar hoofdstuk 6 van het boekje “Gevaar van de vervlakking”. Gezegd wordt daar bijv. “In de prediking worde voorwerpelijk Gods genade aan allen verkondigd: laat u met God verzoenen, doch in de toepassing eindige men in Gods verkiezende liefde”. Vooral van dat zinnetje is hij geschrokken. Hij ziet daarin: de prediking aan allen wordt weer teruggenomen door de betuiging: het is toch alleen maar voor de uitverkorenen. Hij heeft ook ernstig bezwaar tegen de uitdrukking: voorwerpelijk en verklaart die dan - zelf uiteraard! - als: dat wil zeggen zó, dat de hoorders niet zouden denken, dat die heilsboodschap voor ieder lid der gemeente bestemd is.

Ten onrechte

Met klem wil ik hier schrijven dat zo onrecht gedaan wordt aan de bedoeling en voorstelling in “Bezinning op de Prediking”.

In het hoofdstuk wordt de aandacht gericht op bepaalde elementen, die men bij de Calvijnkring mist in de prediking bij meer dan één predikant in onze kerken. Zij verwijten hun collega’s niet zoals hier - zo schematisch -beweerd wordt “dat zij prediking en verkiezing niet op de juiste wijze aan elkaar verbinden”. Ik dacht dat zij het helemaal niet over een verbinding hebben en daar ook niet van willen spreken. Ze missen eenvoudig in de bediening van Gods Woord meermalen hoe in het leven van arme zondaren die beloften worden toegepast. Dat is alleen vrucht van Gods verkiezend welbehagen. Zo willen ze geenszins uitgaan van Gods eeuwige verkiezing in de verkeerde zin van het woord, maar God groot maken in het wonder van Zijn genade en werk. Ik dacht dat die overwegingen genoeg waren om dit verwijt verre te werpen.

Waar het om gaat

Wensen zou ik dat de schrijver eens al de hoofdstukken van Calvijn zou overdenken over Gods verkiezing en de roeping in de Institutie! Calvijn probeert niet de roeping aan allen op een schematische wijze te verbinden met Gods verkiezende genade. Hij stelt ze náást elkaar en eert God in het zalig-worden van de Zijnen naar Zijn verkiezend welbehagen. Uiteraard is ook Calvijn een mens geweest, die niet volmaakt was én ook maar ten dele wist. Niettemin is hij én in de Institutie én in de commentaren juist in deze dingen zeer leerzaam. En vooral dat hij het Woord van God na begeert te spreken trekt het meest aan. Wie ook leest wat hij schrijft in het commentaar op het boek Handelingen over Handelingen 13:48 zal wel wat anders zeggen dan in deze brochure geschreven wordt over “het plan van God”. Ik mag er hier iets van overnemen: “Deze plaats leert ons dus, dat het geloof uit de uitverkiezing voortvloeit. En voorzeker overmits het ganse menselijke geslacht verblind en halsstarrig is, zo blijven deze krankheden onze natuur aankleven, totdat ze door de genade des Geestes genezen worden. Deze genezing nu vloeit uitsluitend voort uit de bron van Gods uitverkiezing. Want dat van twee personen, die gelijkelijk deze leer horen, de één zich leerzaam betoont, maar de ánder in zijn kwaadwilligheid -volhardt, geschiedt niet, omdat ze van nature verschillend zijn; maar omdat God de eersten verlicht, maar de anderen dergelijke genade niet waardig keurt”.

En dat is dezelfde Calvijn, die met nadruk verklaart, dat het Evangelie ook de verworpenen gepredikt moet worden!

De Heere roept ons tot de prediking van het evangelie zonder onderscheid en maakt Zélf onderscheid naar Zijn welbehagen. Dat zal allebei in de prediking door moeten klinken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Om de rechte prediking 2.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's