Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘En toch preken’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘En toch preken’

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De preek wordt niet als relevant ervaren. De preek stimuleert niet maar werkt vervreemdend. Zomaar wat conclusies n.a.v. een onderzoek naar de inhoud van preken binnen de PKN. Is het niet de diepste nood van de prediking dat de prediker de dieptedimensies van zonde en genade niet meer verstaat? En toch mogen en moeten we preken, vanwege de unieke boodschap dat God zondaren redt door het bloed van Christus.

Boven deze Actualia staat een opschrift dat ontleend is aan een boek van prof. dr. H. Jonker. Jarenlang heeft deze markante persoonlijkheid in Utrecht college gegeven. Een- en andermaal zat ik op zijn kamer en vertelde hij uit zijn jeugdjaren. Hij kwam uit een bevindelijk ‘nest’ en kende de ‘vleugels’ van de kerk als geen ander. Hij was op college en in zijn boeken steeds met hen in gesprek. Op zijn geheel eigen uitermate boeiende wijze heeft hij zich intensief beziggehouden met het geheimenis van de prediking.

Aan hem moest ik denken toen ik in een onder ons bekende krant het volgende las: ‘Preek stelt vragen niet aan de orde’. Ciska Stark en Bert de Leede zijn bezig met een onderzoek naar de inhoud van preken binnen de PKN. In het verslag staat dat zestig voorgangers hun beste preek naar de onderzoekers hadden opgestuurd. Stark en De Leede kozen er twintig uit om te analyseren. De voorlopige resultaten van het onderzoek zijn niet bemoedigend. Tussen de kansel en de leefwereld van de luisteraar gaapt een grote kloof. De kerkgangers zitten met vragen op maatschappelijk, moreel en ethisch vlak die niet aan de orde komen in de prediking. De preek wordt niet als relevant ervaren. Daarom gaan mensen massaal afhaken. De preek stimuleert niet maar werkt vervreemdend. Ik vermoed dat de onderzoekers hier een zaak naar voren halen die we niet onder het vloerkleed moeten vegen. Toch wil ik dit nu even laten rusten om op een ander punt te wijzen dat naar mijn inzicht zeer relevant is.

De onderzoekers zijn geïnterviewd door het dagblad Trouw. In dat interview trof mij wat Bert de Leede over de prediking zegt. De Leede merkt op dat de preek zo ‘huiselijk’ gemaakt wordt. Hij verduidelijkt zijn opmerking met het volgende voorbeeld. In Gods Woord ontmoeten wij de woorden ‘zonde’ en ‘vergeving’. Diepgravende woorden! Woorden die ons bestaan voor God raken. In de omgang met de gemeente kun je de strijd met deze existentiële begrippen opluisteren. De Leede zegt dan binnen deze context: ‘Als je de grote spanningsvelden van zonde en vergeving terugbrengt tot het kwijtschelden van een verkeersboete dan domesticeer je het, dan verhuiselijk je het.’ Ik geloof dat De Leede met deze opmerking bij de kern van het probleem zit. De prediking is te ‘soft’ geworden. De mens wordt niet meer in zijn existentie aangepakt. In de Bijbel kun je lezen hoe God vroeger in mensenlevens werkte maar hoe dat nu gebeurt, wordt te veel achterwege gelaten.
Het voorbeeld dat De Leede aanhaalt in het interview is veelzeggend. Ook onthutsend! ’t Zegt namelijk ontzaglijk veel van de prediker. Wie de vergeving vergelijkt met het kwijtschelden van een verkeersboete heeft bar weinig begrepen van wat de Bijbel zegt over de vergeving. En is dat niet de diepste nood van de prediking dat de prediker de dieptedimensies van zonde en genade niet meer verstaat? Toen ik als jongeman in Rotterdam Zuid in de kerk zat, begreep ik nog weinig van de prediking. Maar één ding wist ik wel na de prediking: dat op de kansel een man had gestaan die in God geloofde. Die eenvoudige prediker werd naar de kansel gedreven omdat hij een boodschap voor de gemeente had. In grote bewogenheid en diepe liefde voor jong en oud stond hij te getuigen wie God in Christus was voor een verloren mens. Na zo’n dienst wist je weer waarom je naar de kerk was geweest. De ernst van dood en eeuwigheid was op je af gekomen maar ook wat het was om met de Heere te mogen wandelen in een teer afhankelijk en godzalig leven. Dat maakte je als dwaze puber toch jaloers.

En toch preken! Toch wel! Juist in dit digitale tijdperk. Van de dominees wordt veel gevraagd. Dat is niet te ontkennen. De tijd hebben we niet mee, wordt gezegd. Is het feitelijk ooit anders geweest? We zijn als predikers in deze tijd geplaatst. Een geseculariseerde tijd. ’t Zal waar wezen. Maar we staan erin met een boodschap. Een unieke boodschap dat God zondaren redt door het bloed van Christus. Van groot belang is dat wij als predikers authentiek zijn. Is God in Christus voor ons een levende realiteit? Is aanklacht en vrijspraak voor Zijn aangezicht doorleefd? Dat maakt de meest eenvoudige dienaar op de kansel welsprekend. Ciska Stark zegt van de ideale preek dat hij uit twee hoofdingrediënten dient te bestaan, namelijk: ‘een appèl aan het gevoel én een appèl aan de ratio’. Die beide aspecten zijn van vitaal belang. Met mijn woorden gezegd: het bevindelijke aspect en het rationele aspect dienen met elkaar verweven te zijn. Het verborgen leven met de Heere moet aan het licht komen in de Woordverkondiging. ’t Gaat om het present stellen van God in Christus in het huis des gebeds. Niet mijn gedachten over het Woord in de eerste plaats maar Zijn gedachten over mij en de gemeente dienen vertolkt te worden.

Als Jonker over de prediking nadenkt, schrijft hij het volgende op: ‘Door de overmacht van het Woord gebeuren drie “debarim”, daden Gods van levensvernieuwing.’ Hij vat die overmacht van het Woord samen in drie kernwoorden: ‘Bestaansdoorlichting’, ‘bestaansverlossing’ en ‘bestaansontplooiing’. Veel zou over deze begrippen gezegd kunnen worden. Bij ieder begrip wil ik toch nog iets zeggen. Zo schrijft hij bij ‘bestaansdoorlichting’ dit: ‘De mens wordt “ontgrond” aan zichzelf, aan zijn vermeende bestaanszekerheden. Hij wordt aan zichzelf ontdekt.’ Bij ‘bestaansverlossing’ horen wij hem zeggen: ‘Christus wordt gepredikt, de schoonheid van Zijn genade en zondaarsliefde voorgesteld. De zekerheid van het leven wordt gelegd in Christus en Zijn gerechtigheid.’ Ten slotte de ‘bestaansontplooiing’. Daar zegt Jonker dit van op zijn betrokken wijze: ‘Immers wie oog krijgt voor het heil in Jezus Christus ontvangt een innerlijke vreugde in het hart en wordt gedreven tot de lofprijzing.’

Is preken te leren? Ik geloof dat iedere oprechte dienaar van de Heere vele doden aan de voet van de kansel sterft. Maar ook na de prediking en hij hoopt dat de volgende preek de beste zal wezen. Preken is ten diepste niet te leren omdat het een gebeuren is tussen God en Zijn geroepen kind en knecht. Maar waar het gaat gebeuren, daar is stille verwondering en ook een luisterend oor.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 2012

Kerkblad | 16 Pagina's

‘En toch preken’

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 2012

Kerkblad | 16 Pagina's