Een bladzijde voor en van onze jeugd

Een praatje vooraf.

Uit de brieven, die ik regelmatig van jullie krijg, bemerk ik wel dat jullie al naar onze jaarvergadering gaan verlangen. Nu jongelui, ik ook hoor, ik verlang er naar jullie weer voor me te zien. Het duurt echter nog wel even, want de vergadering valt pas in de pinkstervakantie. Ik waarschuw jullie dus al vroeg genoeg om dinsdag 23 mei niet te vergeten. Begint maar te sparen. Waar we naar toe gaan en wie er zullen spreken? Ja, dat vertel ik jullie lekker nog niet. Afwachten maar en geregeld „Daniël" lezen. Een vriendinnetje uit Lisse vroeg of er ook meisjes mogen komen. Natuurlijk wel, want het is een dag voor de gehele jeugd van de Ger. Gemeente. Iedereen is daar welkom. We gaan nu eerst een opstel lezen over vogels.

Uit de natuur.

DE REIGER.

De reiger is een vogel, die niet het hele jaar in ons land blijft. We treffen ze veel aan op het land en vooral aan de slootkant. De reigers behoren tot de ooievaarsfamilie. We herkennen ze dadelijk aan de lange dunne hals, de middelmatig lange poten, de brede vleugels en de korte staart. Ze vliegen vaak alleen, de hals is dan S-vormig ingetrokken. Op hete zomerdagen houden ze ervan om aan zweefsport te doen. Zonder één wiekslag zweven ze omhoog tot ze bijna niet meer te zien zijn. De meest bekende is de blauwe reiger. Zijn rug is blauwgrijs en de kop, de borst en de schouders zijn wit. Over de ogen loopt een zwarte streep, die overgaat in de zwarte sierpluimen, die in de nek afhangen. De ferme snavel is geel. Hiermee kan hij goed zijn voedsel vangen; dit bestaat uit kikkers, vissen en muizen.

Vroeg in het voorjaar komen de reigers al uit het warme zuiden terug, dan zoeken de mannetjes de oude takkennesten in de hoge bomen weer op; zij zoeken wijfjes op en deze leggen al gauw hun eieren in het nest. De eieren komen na een kleine maand uit, Pa en Ma brengen nu in hun bek voedsel aan voor de kleinen, die hard groeien en al spoedig zelf mee uitvliegen. De reigers leven in kolonies, waar het vooral 's morgens een leven van jewelste is. We hebben ook nog andere soorten reigers b.v. de purperreigers en de zilverreigers.

Marijke de Wilde, Vijfhuizen.

Ja, Marijke, dat zijn zeker mooie vogels. Straks kunnen we ze weer zien in onze polders. Soms zie je ze in de winter ook wel, want ieder jaar blijven er wel enkele van deze vogels hier overwinteren. Stuur je me nog eens iets?

Een gedicht.

HET GEBED.

'k Wil van de boeken, die ik lees, Het liefst de Bijbel lezen; 'k Lees in dat Boek van menigeen, Wie 'k graag gelijk zou wezen; Van Jozef, door zijn broers gehaat, Eh met veel kwaad bejegend, En die hen toch geen kwaad vergeldt Maar steeds hen heeft gezegend. Van David, die de Heere vreest, En vluchtend voor de koning, Op God zijn vast vertrouwen stelt, Al is een hol zijn woning. Van Salomo, die reeds zo vroeg Om wijsheid heeft gebeden, En mét die wijsheid macht ontving En veel weldadigheden. Van Job, die leed en uit wiens mond Dit danklied heeft geklonken: „Geloofd zij God, Hij nam slechts af Wat Hij m' eerst had geschonken." Van Daniël, die fel vervolgd, Niet beefd' voor wilde dieren, En door 't geloof in Zijne God Geheel mag zegevieren. Hoe gaarne volgde ik hen na; Hoe zal ik dit beginnen? Mijn kind ! hun kracht was in 't gebed, Bid, dan zult gij overwinnen. Mist gij geduld, mist gij geloof ? Gij kunt z' uzelf niet geven. Als liefde en wijsheid u ontbreekt Om tot Gods eer te leven. O, zoek die biddend bij de Heer'. God zal Zijn woord niet krenken; Om Jezus, Zijne lieve Zoon, Zal Hij ze u mild'lijk schenken.

Dit mooie gedicht werd opgestuurd door Jan Walhout uit Middelburg. Het is voor ons allen een aansporing om veel in de Bijbel te lezen en om veel te bidden, jongens en meisjes. Zullen jullie het doen ?

De zevende opgave:

Daar velen geen kerkgeschiedenisboeken hebben, zal ik hier maar niets over vragen. Jullie hebben wel allemaal een Bijbel, dus kunnen jullie me zeker de twintig namen geven die overgeslagen zijn in het volgende stukje. Ga je gang !

De richterentij d.

De Heere had de Israëlieten het beloofde land gegeven; hier zouden ze ongestoord kunnen wonen als ze de Heere dienden en de Kanaanieten zouden uitroeien. Maar dat doen ze niet, neen, ze nemen ook afgoden, net als de heidenen. De Heere straft hen dan keer op keer. De oude aanvoerder (1), die hen in dit land gebracht heeft is gestorven en de stammen (2) en (3) trekken op tegen koning (4). Deze wordt verslagen en hem worden de duimen afgehouwen. Als het volk later in gebreke blijft bestraft hen een Engel des Heeren te (5). De eerste richter heette (6), zijn broer was de bekende (7); hij verloste het volk van koning (8). De tweede richter heette Ehud, hij doodde koning (9). De vrouw van (10) was een profetes, die met (11) het volk verloste uit de hand van koning (12); diens krijgsoverste heette (13). Gideon woonde in (14); hij wilde geen koning worden, zijn zoon (15) echter wel en hij doodde al zijn broers, op één na, dat was (16), want deze wist te ontkomen. De richter, die een gelofte deed heette (17). De sterkste richter was (18), deze werd geboren in het dorpje (19). Hij stierf in de tempel van de Filistijnse god (20) en verloste zo zijn volk.

Jullie kunnen weer vooruit en natuurlijk allemaal meedoen.

Er komt nu nog één opgave.

De kleineren moeten de volgende vragen beantwoorden:1. Wie was de eerste moordenaar ? 2. Hoe heette de neef van Abram ? 3. Hoe heette de vader van Rebekka ? 4. Hoe heette Jacobs jongste zoon ? 5. Wiens ezel sprak er? 6. Op welke berg stierf Mozes ? 7. Hoe heette de moeder van Samuël ? 8. Hoe heette de wijze koning ? 9. Hoe heette de vrouw van koning Achab ? 10. Wie volgde Elia op ? 11. Welke profeet werd in zee geworpen ? 12. Wiens leven werd met vijftien jaar verlengd ? 13. Welke profeet werd in de leeuwenkuil geworpen ? 14. Hoe heette de laatste profeet ? 15. Wie was de voorloper van de Heere Jezus ? 16. In welke plaats deed de Heere Jezus Zijn eerste wonder ? 17. Wie klom er in een boom om Jezus te zien ? 18. Wie heeft Jezus verraden ? 19. Wie heeft Hem verloochend ? 20. Wie is de grote heidenapostel ? Zo, voor jullie dus deze zo moeilijke vragen. Zullen jullie je best doen. Ja, vader en moeder mogen wel een beetje helpen, maar eerst zelf proberen hoor ! Alle antwoorden heb ik graag vóór 23 maart binnen.

En tenslotte

moet ik jullie hartelijk bedanken van de heer Boonstoppel uit Rotterdam. Hij mocht 34 kaarten en 5 brieven ontvangen van „Daniël" lezers of lezeressen. Vinden jullie dat veel? Ik niet hoor, van de honderden abonnees zijn de meesten het vergeten; dat vind ik heel erg. Ik wil ze nog een kans geven om hun verzuim goed te maken. Het adres is: T. Boonstoppel, Polslandstraat 118 a, Rotterdam-20. Kan ik nu op een ieder, die dit leest, rekenen ?

Onze bladzijde is weer vol, dus ga ik voor ditmaal weer eindigen en dat doe ik dan weer met de hartelijke groeten.

Pr. Bernhardlaan 27, Dirksland.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen