Witte wol en satijn voor baby's

Wie het stadium van de positiepatronen hiernaast inmiddels voorbij is, zal meer hebben aan de beschrijving van deze babymuts en-sokjes. Nodig: Phildargaren in kwaliteit Dolcina en kleur blanc,; voor de muts 1 bol en voor de sokjes 1 bol; 2 breinld. nr. 3 en 3 V2, wit satijnlint.

Gebruikte steken
Boordsteek 1/1 - Fantasiesteek: br. op een aantal st. dat een veelvoud is van 6-1-1 kantst. aan weersz. van het werk. Ie, 2e, 3e, 4e, 6e, 7e en 8e nld.: allest. r. breien.
5e nld.: 1 kantst., ^ö r. st. naar rechts gekruist (3 en 3)*; herh. van * tot •*• en eindig met 1 kantst.
9e nld.: 1 kantst, 3 r. st. naar rechts gekruist (1 en 2), *6r. st. naar rechts gekruist (3 en 3)*, herh. van * tot •*• en eindig met 3 r. st. naar rechts gekruist (1 en 2) en 1 kantst. Steeds van de 2e tot de 9e nld. herh. Kattetandjes: Br. 3 nld. tricotst., 2gaatjesnld. (steeds 2 st. samenbreien, 1 omslag), 3 nld. tricotst.

Proeflapje
Brei een vierkant lapje van 15 cm zijde in fantasiest. op nld. nr. 3 V2. Tel het aantal st. en nld. voor 10 cm = 36 st. en 36 nld. Opgelet: niet oppersen. Belangrijk: gebruik dikkere nld. indien u meer st. en nld. verkrijgt, gebruik dunnere nld. indien u minder st. en nld. verkrijgt.

Muts
Zie aanduidingen op het patroon. Br. de fantasiest. op nld. nr. 3 V2 en begin zoals vermeld staat onder de gebruikte steken.
Rand: zet 92 st. op, nld. nr. 3 V2 en brei 8 nld. kattetandjes, dan nog enkele nld. tricotst. in een ander kleur en laat de st. wachten. Bij de st. voor st. afwerking worden deze nld. uitgehaald tot aan de basiskleur.
Afwerking: Verenig A' met AenB'metB. Naaide rand van de muts st. voor st. met een stiksteek aan, vouw deze in de gaatjesnld. om en zet vast met een onzichtbarte st. Naai het witte satijnlint aan.

Sokjes
Beginnen met de zool. Zet 39 st. op, nld. nr. 3 en br. in ribbelsteek. Meerd. aan weersz. iedere 2e nld.; 3 x 1 st. Terzelf dertij daan weersz. van de midd. st. meerd., iedere 2e nld.: 3 x 1 st. Men heeft 51 st. Plaats aan weersz. een merkdraad om de zool te merken. Brei nu 10 nld. en begin de mind. voor het bovenvoetje als volgt: merk de 11 midd. st. Br. 20 st., maak een enkelvoudige overhaling, br. 7st., 2st. samenbr., dan de 20 laatste st. br. Men heeft dus: 20 st., 9midd. st.,20st. Brei 1 nld., br. de volg. nld. als volgt: 20 st. br., 1 enkelvoudige overhaling, 5 st., 2 st. samenbr., en20st. Herhaal dit nog tweemaal. Men heeft 5 midd. st. en dan 3 midd. st. In de volg. nld.:20st.br.,ldubb. overhaling maken en 20 st. br. Er blijven 41 st. over. In de volg. nld. hetzij aan de av. kant van het werk de Ie st. afk., 7st. br. endest. laten wachten. De 25 volg. st. afk., 7 st. br. en de laatste st. afk. Sluit het zooinaadje en het hielnaadje. De 14 wachtende st. bevinden zich achteraan het sokje. Meerd. 7 st. aan weersz. voor de riempjes en br. 3 nld. over deze 28 st. Maak 1 knoopsgatenlusje aan weersz. van de riempjes en haal hier het satijnlint door. Brei een tweede zelfde sokje.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen