Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Non bis in idem.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Non bis in idem.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In sommige onzer kerken schijnt , men de gewoonte te volgen, dat men dengeiifen, die op volwassen leeftijd gedoopt worden, niet alleen de belijdenisvragen voorlegt, die in het Formulier van den doop der volwassenen staan, maar hen, > hetzij daarna of daarvóór, nog eens openlijk belijdenis des geloofs in de gemeente laat afleggen, door de vragen hun voor te stellen, die vóór ons Avondmaalsformulier staan. Dit nu is stellig nret juist.

Wie op volwassen leeftijd gedoopt wordt, wordt gedoopt op belijdenis des geloofs. De vragen, door onze Kerk voorgeschreven in het Formulier van den doop der volwassenen, hebben dan ook geen andere bedoeling, dan. dat deze candidaat voor den doop openlijk, - eoor de gemeente belijdenis zijns geloofs zal afleggen. In den grond zijn deze vragen dan ook geen andere dan de vragen, die bij de gewone belijdenis des geloofs werden gedaan, alleen zijn zij iets meer .uitgewerkt, doordat in de d/ie eerste vragen nader op de hoofdzaken der Christelijke religie wordt ingegaan. Maar de vierde en vijfde vraag vatten hief saam, wat bij de gewone belijdenis des geloofs gevraagd wordt. Die gewone vragen toch luiden: of men bij de voorzeide leer zal blijven, de wereld zal verzaken en een nieuw Christelijk leven zal leiden en aan de Christelijke straf zich gewillig zal onderwerpen. En zoo wordt nu ook bij den doop der volwassenen gevraagd: ten vierde, of gij verder alle artikelen der Christelijke religie, gelijk die hier in de Christelijke Kerk uit den Woorde Gods geleerd worden, toestemt; van voornemens zijt in dezelfde leer te volharden; tevens verzaakt alle ketterijen en dwalingen met deze leer strijdende, en belooft, dat gij ia, de gemeenschap der Christelijke Kerk, niet alleen in het gehoor des Goddelijken Woords, maar «ok in het gebruik des Heiligen Avondmaals zult volharden. En ten vijfde, of gij u van harte voorgenomen hebt, altijd Christelijk te' wandelen, de wereld en hare kwade begeerlijkheden te verzaken, gelijk het lidmaten van Christus en van zijne gemeente betaamt, en of gij u aan alle Christelijke vermaningen gaarne wilt onderwerpen ?

Nu gaat het natuurlijk niet aan, een dergelijke plechtige verklaring zonder eenige noodzaak tweemaal achter elkaar te laten herhalen. Wat Christus gezegd heeft: uw ja zij ja, geldt ook hier. Wie op deze belijdenisvragen bij den doop geantwoord heeft, heeft daarmede zijn geloof beleden. En wanneer de Kerk nu, hetzij vóór, hetzij na den doop hem (of haar) wederom dezelfde vragen ging voorleggen, dan zou dit den schijn geven, alsof men aan de waarheid en oprechtheid van het gegeven antwoord zou twijfelen.

En nog bedenkelijker is het, wanneer men, na iemand eerst op deze belijdenis des geloofs het Sacrament van den Doop te hebben bediend, hem daarna nog eens belijdenis des geloofs ging afnemen om hem den toegang tot het Avondmaal te ontsluiten. Want daardoor zou, wat juist ons formulier van den doop der volwassenen wil voorkomen, een - scheiding tusschen beide Sacramenten gemaakt worden. Bij onze jonge kinderen, die op grond van de belofte in het Genadeverbond aan ons en ons zaad gedaan, gedoopt worden, staat de zaak anders. Zij worden gedoopt niet op hun belijdenis des geloofs, maar op grond daarvan, dat zij kinderen' zijn van geloovige ouders^ en daarom wordt in het Doopsformulier van/de kinderen, die^geloofsbelijdenis van de ouders gevraagd. De doop geeft aan deze kinderen 'nog niet het recht. tot het Avondmaal te gaan, maar om tot den Disch des Heeren

oegelaten te worden, moeten zij eerst peroonlijk belijdenis van hun geloof afleggen. aarmede wordt hun eerst de toegang tot et Avondmaal ontsloten. Maar wie op olwassen leeftijd gedoopt wordt, wordt edoopt op belijdenis des geloofs, en daarom olgt uit het gedoopt zijn van zelf, dat men an den toegang tot het Avondmaal heeft. n Art. 39 onzer Kerkenorde wordt dit uitdrukkelijk uitgesproken: De bejaarden w; orden door den doop de Christelijke gemeente ingelijfd en voor ledematen der emeente aangenomen en zijn daarom schuldig het Avondma, al de^ Heeren ook te gebruiken, hetwelk zij bij den doop beloven zullen.. Schuift men nu toch tusschen den doop en het Avondmaal een nieuwe »belijdenis des geloofs"in, dan ontstaat de schijn, alsof men als volwassen gedoopte nog niet tot het Avondmaal gerechtigd zou Wejen, en daarvoor een nieuwe acte en verbintenis noodig zou zijn. En dat zou zeer stellig tegen de bedoeling van onze Kerkenorde ingaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Non bis in idem.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1918

De Heraut | 4 Pagina's